27. Grieks: verbuigingsgroep 3

Verbuigingsgroep 3
In deze les leer je:
- de rijtjes van verbuigingsgroep 3 (klinkerstammen)
1 / 13
suivant
Slide 1: Diapositive
GrieksMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

Cette leçon contient 13 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Verbuigingsgroep 3
In deze les leer je:
- de rijtjes van verbuigingsgroep 3 (klinkerstammen)

Slide 1 - Diapositive

Verbuigingsgroep 3
De uitgangen van verbuigingsgroep 3 zien er anders uit dan je bij de gebruikelijke rijtjes gewend bent. Leer de uitgangen goed!

In verbuigingsgroep 3 zitten zowel mannelijke als vrouwelijke als ook onzijdige zelfstandige naamwoorden. Hun overeenkomst is dat zij allen een klinkerstam hebben.

Tip: kijk op de volgende dia ook naar het geslacht van elk rijtje.

Slide 2 - Diapositive

Slide 3 - Diapositive

Zoals je in de vorige dia ziet, zijn een aantal uitgangen vrij bijzonder: de dikgedrukte uitgangen zijn nieuw gevormd terwijl de uitgang tussen haakjes aangeeft wat er oorspronkelijk zou hebben gestaan. Als je hier goed naar kijkt, zie je dat er nu wat meer logica in zit, dat de rijtjes nu wat meer beginnen te lijken op de bekende rijtjes!

Slide 4 - Diapositive

Welk woord hoort niet in het rijtje thuis?
ἐθνους - τοπους - γαμους - πονους
A
ἐθνους
B
τοπους
C
γαμους
D
πονους

Slide 5 - Quiz

Welk woord hoort niet in het rijtje thuis?
σεληνη -σπουδη - ἐθη - βουλη
A
σεληνη
B
σπουδη
C
ἐθη
D
βουλη

Slide 6 - Quiz

Welk woord hoort niet in het rijtje thuis?
βραχεις - ὀξεις - βαρεις - πολεις
A
βραχεις
B
ὀξεις
C
βαρεις
D
πολεις

Slide 7 - Quiz

Benoem het volgende woord op geslacht, getal en naamval.
ἐθνους
A
acc mv m
B
gen ev m
C
gen ev o
D
nom ev o

Slide 8 - Quiz

Welk woord hoort niet in het rijtje thuis?
ναυν - ἰσχυν - πολιν - γλυκυν
A
ναυν
B
ἰσχυν
C
πολιν
D
γλυκυν

Slide 9 - Quiz

Benoem het volgende woord op geslacht, getal en naamval.
ἐθη
A
acc mv o
B
nom ev v
C
nom ev o
D
nom mv v

Slide 10 - Quiz

Benoem het volgende woord op geslacht, getal en naamval.
βασιλεα
A
nom ev v
B
acc ev m
C
nom mv o
D
acc mv o

Slide 11 - Quiz

Benoem het volgende woord op geslacht, getal en naamval.
πολιν
A
acc ev o
B
acc ev v
C
dat mv m
D
acc ev m

Slide 12 - Quiz

Nominativus
Genitivus
Dativus
Accusativus
γενη
ἰσχυν
βασιλεως
γενους
ναυσιν
πολει
πολεις
νηες
Δια
πληθη
εἰδων
κρισις
κρισεσι
ἰσχυι

Slide 13 - Question de remorquage