Bloeddruk

Bloeddruk en hart- en vaatprobemen
1 / 38
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolmavoLeerjaar 4

Cette leçon contient 38 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Bloeddruk en hart- en vaatprobemen

Slide 1 - Diapositive

Hart- en vaatproblemen
  • Hoge en lage bloeddruk
  • Slagaderverkalking
  • Hartinfarct (hartaanval)
  • Hartritmestoornis

Slide 2 - Diapositive

Wat zegt je bloeddruk over je gezondheid?
  • Bloeddruk: Wanneer de kamers samentrekken spreken we van de bovendruk. Tijdens de hartpauze spreken we van de onderdruk.
  • Een hoge bloeddruk kan ernstige gevolgen hebben voor de gezondheid.
Het bloed 'drukt' tegen de wanden van de bloedvaten

Slide 3 - Diapositive

Hoge en lage bloeddruk
Lage bloeddruk komt minder vaak voor dan hoge bloeddruk
  • Te lage bloeddruk: hoofdpijn, duizeligheid of zelfs flauwvallen

Hoge bloeddruk: bloed met te grote kracht door het lichaam gepompt
  • Het is geen ziekte, maar geeft wel meer kans op hart- en vaatziekten
  • Hoofdpijn, misselijkheid en kortademigheid
  • Grote kans dat bloedvaten en organen beschadigd raken

Slide 4 - Diapositive

Slide 5 - Vidéo

Wat is de bloeddruk?
A
de druk op de aders als bloed wordt rondgepompt.
B
druk op de haarvaten als bloed wordt rondgepompt.
C
de druk op de slagaders als bloed wordt rondgepompt.
D
de druk op het hart als bloed wordt rondgepompt.

Slide 6 - Quiz

Waar is de bloeddruk het hoogste?
A
Aders
B
Slagaders
C
Haarvaten

Slide 7 - Quiz

In slagaders is de bloeddruk:
A
gemiddeld
B
laag
C
hoog

Slide 8 - Quiz


De bloeddruk wordt gemeten in een
A
Armader
B
Armslagader

Slide 9 - Quiz

Wat kan een gevolg zijn van een te lage bloeddruk?
A
Flauwvallen en duizeligheid
B
Veel plassen
C
Schade aan organen
D
Schade aan bloedvaten

Slide 10 - Quiz

Waar is bloeddruk het hoogst?
1 = slagader
2 = ader
A
Bij 1
B
Bij 2
C
Allebei even hoog

Slide 11 - Quiz

Wat is een hoge bloeddruk?
A
Door spanning wordt het bloed harder door het bloedvat gepompt.
B
Het hart pompt het bloed niet hard genoeg door het lichaam

Slide 12 - Quiz

Vergelijk de aorta met de longslagader.

De bloeddruk in de aorta is .......... de bloeddruk in de longslagader
A
gelijk aan
B
hoger dan
C
lager dan

Slide 13 - Quiz

Een hoge bloeddruk kan gevaarlijk zijn, wat is GEEN gevolg van een langdurige hoge bloeddruk?
A
Hartkloppingen
B
Kans op hart- en vaatziekten
C
Hoofdpijn
D
Hoge bloedsuiker

Slide 14 - Quiz

De bloeddruk in de bloedvaten 16 en 8 wordt met elkaar vergeleken.
In welk bloedvat is de bloeddruk het laagst?


A
16
B
8

Slide 15 - Quiz

Wat merk je als je bloeddruk te laag is?
A
Je bent actief
B
Je bent duizelig
C
Je hebt honger
D
Je hebt hoofdpijn

Slide 16 - Quiz

Een te lage bloeddruk kan leiden tot
A
Flauwvallen
B
Slechte conditie
C
Beschadiging bloedvaten
D
Een infarct

Slide 17 - Quiz

Een beschadiging in de wand van een slagader kan leiden tot slagaderverkalking. Door slagaderverkalking....[1]....de bloeddruk en moet de hartspier....[2]....kracht leveren.

Wat moet er bij [1] en bij [2] worden ingevuld?
A
[1] daalt [2] meer
B
[1] daalt [2] minder
C
[1] stijgt [2] meer
D
[1] stijgt [2] minder

Slide 18 - Quiz

Wat is de onderdruk van een bloeddruk? De druk van het bloed tegen de wanden als...
A
de hartkamers zich aanspannen
B
de boezems zich aanspannen
C
het hart in rust is

Slide 19 - Quiz

De wand van een slagader is ...
De bloeddruk in een slagader is ...
A
... Dik ... Hoog
B
... Dik ... Laag
C
... Dun ... Hoog
D
... Dun ... Laag

Slide 20 - Quiz

Je ziet hier een afbeelding van het bloedvatenstelsel. Bevat nummer 13 een hoge bloeddruk?
A
ja
B
nee

Slide 21 - Quiz

Je ziet hier een afbeelding van het bloedvatenstelsel. Bevat nummer 1 een hoge bloeddruk?
A
ja
B
nee

Slide 22 - Quiz

De bloeddruk daalt in de haarvaten.
Wat is géén oorzaak hiervoor?
A
Het bloedvat is smaller
B
Bloed wordt afgeremd via de wanden
C
De haarvaten hebben geen spierweefsel
D
Het is verder van het hart af

Slide 23 - Quiz

Hartfalen wordt behandeld met medicijnen. De hoeveelheid medicijnen hangt af van de bloeddruk van de patiënt. Om voortdurend de bloeddruk te meten kan een apparaatje aangebracht worden in het bloedvat dat bloed vanuit het hart naar de longen vervoert.
Hoe heet het bloedvat dat bloed vanuit het hart naar de longen vervoert? En behoort dit bloedvat tot de kleine of tot de grote bloedsomloop?
A
Dit bloedvat heet longader en behoort tot de grote bloedsomloop.
B
Dit bloedvat heet longader en behoort tot de kleine bloedsomloop.
C
Dit bloedvat heet longslagader en behoort tot de grote bloedsomloop.
D
Dit bloedvat heet longslagader en behoort tot de kleine bloedsomloop.

Slide 24 - Quiz

Slagaderverkalking
Vernauwing van de bloedvaten
Oorzaak: Hoog cholesterolgehalte in het bloed 
  • Er komt een laagje plaque tegen binnenwand van de bloedvaten
Gevolg: Verminderende bloedtoevoer naar organen 
  • Mogelijk overbelasting van het hart

Weefsel sterft hierdoor af.

Slide 25 - Diapositive

Slagaderverkalking
  • Vettige stoffen plakken aan de wand --> ontstaan slagaderverkalking.
  • Cholesterol is de vettige stof die het meest zorgt voor slagaderverkalking.
  • De wanden van de slagaders worden minder elastisch.

Slide 26 - Diapositive

Hartinfarct
Kransslagader of vertakking ervan raakt verstopt

Oorzaak:
  • Door slagaderverkalking in een kransslagader

Slide 27 - Diapositive

Hartinfarct
Gevolg:
  • Benauwd gevoel
  • Scherpe pijn in de borst
  • Uitstraling pijn naar linkerarm
  • Transpireren
  • Overgeven

Slide 28 - Diapositive

Slide 29 - Vidéo

Wat kan het gevolg zijn van slagaderverkalking?
A
Lage bloeddruk
B
Plaque
C
Hartritmestoornis
D
Herseninfarct

Slide 30 - Quiz

Diabetes, obesitas en hart- en vaatziekten komen steeds vaker voor in landen waar die ziekten eerder nauwelijks voorkwamen.
Waarvan is dit een gevolg?
Van het feit dat mensen in die landen …
A
een groeiend tekort aan voedingsstoffen hebben.
B
steeds meer westers (vet) voedsel eten.
C
verminderde toegang tot gezond voedsel hebben.
D
voornamelijk witte rijst eten.

Slide 31 - Quiz

Welk deel van het hart is verstopt bij een hartinfarct
A
hartslagader
B
hartader
C
kransslagader
D
kransader

Slide 32 - Quiz

Waar wordt slagaderverkalking rechtstreeks door veroorzaakt?
A
Overgewicht
B
Veel roken
C
Hoog cholesterolgehalte
D
Veel stress

Slide 33 - Quiz

Hoe voorkom je hart en vaatziekten?
A
Gezonde leefstijl, niet roken, gezond gewicht, gevarieerd eten
B
Veel vet eten, roken, gewicht maakt niks uit
C
Gezonde leefstijl, niet roken, gezond gewicht, niet gevarieerd eten
D
Vooral gezond eten

Slide 34 - Quiz

Wat is trombose?
A
een tekort aan bloedplaatjes
B
een tekort aan witte bloedcellen
C
een stolsel buiten het bloedvat
D
een stolsel binnen het bloedvat

Slide 35 - Quiz

Alcohol wordt vervoerd door het bloed.
Door welk bestanddeel van bloed wordt alcohol vervoert?
A
rode bloedcellen
B
witte bloedcellen
C
bloedplaatjes
D
bloedplasma

Slide 36 - Quiz

Haarvaten
Slagaders
Aders
Hebben een dikke gespierde wand.
Hierdoor stroomt het bloed altijd naar het hart toe.
Hierdoor stroomt het bloed altijd van het hart af.
Heeft kleppen
Heeft een wand van 1 cellaag dik en er kunnen stoffen door naar buiten en naar binnen
Hier worden afvalstoffen in het bloed opgenomen
Zuurstof afgeven aan cellen 

Slide 37 - Question de remorquage

Er is maar één moment dat de slagaderkleppen opengaan, namelijk tijdens....
A
het samentrekken van de boezems
B
het samentrekken van de kamers
C
de hartpauze

Slide 38 - Quiz