les 6 insecten en spinnen

Insecten
1 / 44
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieBasisschoolGroep 5

Cette leçon contient 44 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 4 vidéos.

Éléments de cette leçon

Insecten

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Vidéo

Slide 3 - Lien

Insecten kan je herkennen aan de zes poten

De meeste insecten hebben  vleugels en kunnen vliegen.

Insecten leggen eitjes waar larven uitkomen

Slide 4 - Diapositive

Spinnen.

Slide 5 - Diapositive

Een spin is geen insect.
Een spin heeft 8 poten
Ze weven een web en ze zijn giftig. Gelukkig niet allemaal gevaarlijk voor mensen.

Gevaarlijkste spin = zwarte weduwe.
Ze leggen eitjes
Spinnen

Slide 6 - Diapositive

Slide 7 - Vidéo

0

Slide 8 - Vidéo

Bloemen
  • Bloemkelk
  • Bloemkroon
  • Meeldraden
  • Stamper
  • Zaadbeginsel
  • Nectar

Slide 9 - Diapositive

Bijen

Slide 10 - Diapositive

Slide 11 - Vidéo

Praktijkles
"De Bloem"
Je krijgt een praktijkles over de onderdelen van een bloem.
Maak een natuurgetrouwe tekening en benoem de onderdelen.
Dit is voor een cijfer!!

Slide 12 - Diapositive

Toets over insecten.

Slide 13 - Diapositive

Welke insecten ken jij?

Slide 14 - Carte mentale

Hoeveel poten heeft een insect?
A
2
B
duizend
C
6
D
8

Slide 15 - Quiz

Zijn insecten altijd klein?
A
ja
B
nee

Slide 16 - Quiz

Wat eten spinnen?
A
Vogels
B
Insecten
C
Muizen
D
vissen

Slide 17 - Quiz

Welke insecten produceren honing?

A
bijen
B
hommels
C
vlinders
D
mieren

Slide 18 - Quiz

Welk dier heeft 8 poten?
A
Insecten
B
Spinnen
C
Veelpotigen
D
Kreeftachtigen

Slide 19 - Quiz

Dit dier hoort bij
A
Spinachtigen
B
Kreeftachtigen
C
Insecten
D
Duizendpoten

Slide 20 - Quiz

Dit dier hoort in groep
A
Veelpotigen
B
Spinachtigen
C
Kreeftachtigen
D
Insecten

Slide 21 - Quiz

Bij welke klasse hoort dit dier?
A
Insecten
B
Spinachtigen
C
Veelpotigen
D
Kreefachtigen

Slide 22 - Quiz

Bij welke klasse hoort dit dier?
A
Insecten
B
Spinachtigen
C
vissen
D
Kreeftachtigen

Slide 23 - Quiz

Een bekende activiteit van spinnen is het maken van een web.

Waarom doet hij dit.
A
Om insecten te vangen
B
Om een vrouwtje te lokken
C
Aangeboren gedrag
D
Ziet er mooi uit

Slide 24 - Quiz


Tot welke groep behoort deze geleedpotige?
A
insecten
B
veelpotigen
C
spinnen
D
kreeftachtigen

Slide 25 - Quiz

Tot welke klasse behoort de vlieg?
A
veelpotigen
B
spinnen
C
insecten
D
neteldieren

Slide 26 - Quiz

Paardenbloemen worden bestoven door insecten
A
waar
B
niet waar

Slide 27 - Quiz

Hoe heten bloemen waarbij insecten voor bestuiving zorgen?
A
Windbloemen
B
Insectenbloemen

Slide 28 - Quiz

Insecten vind ik
A
...griezelig
B
...mooi om te zien
C
...nuttig
D
...ongedierte

Slide 29 - Quiz

Het eten van insecten
A
ik heb wel eens insect gegeten
B
Nooit gehad, maar wil wel proberen
C
Nooit van mijn leven
D
Iedereen zou dit moeten doen

Slide 30 - Quiz

Met welke insecten hebben imkers te maken?
A
bijen
B
wespen
C
vlinders
D
mieren

Slide 31 - Quiz

De belangrijkste functie van de bloem
A
Voortplanting
B
Dat ze mooi zijn
C
De bloem heeft geen functie
D
Insecten lokken

Slide 32 - Quiz


Wat is de functie van meeldraden?
A
Ze hebben een mooie kleur
B
Ze maken stuifmeel aan
C
Ze lokken insecten

Slide 33 - Quiz

Wat doet een imker ?
A
Hij haalt de honing uit de raten
B
Hij geeft de bijen te eten
C
Hij vangt de bijen
D
Hij geeft gif om bijen weg te jagen

Slide 34 - Quiz

Waarom zijn
bijen beschermd ?
A
Omdat ze zo schattig zijn
B
omdat honing zo lekker is
C
omdat er steeds minder bijen zijn
D
omdat we liever wespen hebben dan bijen

Slide 35 - Quiz

Bijen zijn ongevaarlijk
A
Waar
B
Niet waar

Slide 36 - Quiz

hoe groot kan één bijenvolk worden in de zomer?
A
tot wel 600 bijen
B
tot wel 1000 bijen
C
tot wel 2000 bijen
D
tot wel 5000 bijen

Slide 37 - Quiz

Wordt deze plant bestoven door bijen of door de wind?
A
Bijen
B
Wind

Slide 38 - Quiz

Welke insecten produceren honing?

A
bijen
B
hommels
C
vlinders
D
mieren

Slide 39 - Quiz

Waarin wonen de bijen?
A
Wespennest
B
Bijenkorf
C
Bijenhol
D
Bijenhuis

Slide 40 - Quiz

Wat kan je maken van bijenwas?

A
Soep
B
Honing
C
Bijen
D
Kaarsen

Slide 41 - Quiz

Wat zit er buiten honing en bijen nog meer in de honingraad.
A
Bijenwax
B
Schuim van honing
C
Vliegen
D
Bijen afval

Slide 42 - Quiz

Met welke insecten hebben imkers te maken?
A
bijen
B
wespen
C
vlinders
D
mieren

Slide 43 - Quiz

Spinnen.

Slide 44 - Diapositive