Par 4.1 Monniken verspreiden het geloof

• Geschiedenis
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 1

Par 4.1 Monniken verspreiden het geloof

Lezen

Basis: blz 82, stukje A en B.

Kader/Mavo: blz 54, stukje Friezen en Franken.

Havo: blz 69, stukje Bonifatius bij de Friezen en Willibrord.

Leerdoelen

- Je weet dat de Middeleeuwen beginnen in het jaar 500 en eindigen in 1500.

- Je weet dat de Franken niet verhuisden, maar hun gebied uitbreidden.

- Je weet wie koning Clovis was.

- Je weet dat de Franken christelijk waren en de Friezen niet.

- Je weet dat de Franken en Friezen rond 600 de baas waren in Nederland.

- Je weet wat een monnik doet.

- Je kunt uitleggen waarom Willibrord en Bonifatius gevaarlijk werk deden.

- Je weet hoe het met Bonifatius is afgelopen.

Mindmap

Pen en schrift op tafel, we gaan een mindmap maken over deze paragraaf. 

Herhalen

Romeinen

Christendom

Volksverhuizingen

476 n.Chr

500: De Middeleeuwen

Franken

Germaanse stam uit Duitsland.

De Franken verhuisden niet.

De Franken breidden hun gebied uit.

Ze veroverden Noord-Frankrijk.

Clovis

Clovis was de koning van de Franken.

 Clovis: 466-511

Alliantie met de paus

Verspreider van het christendom

Stichter van het eerste grote rijk in West- Europa na de Romeinen

De Franken

De Franken waren christelijk.

Het was het enige christelijke rijk in West-Europa.

Ze beschermden de paus in Italie.

Het later Frankrijk is ontstaan uit het Frankische rijk.

Christendom

Clovis was een ´christelijke´ koning.

Vanuit Rome en het Frankische rijk werd het christendom verspreid.

Veel mensen geloofden nog in meerdere goden.

Friezen

De Franken wilden de Friezen bekeren tot het christendom.

De Friezen geloofden in meerdere goden en moesten niet veel van het christendom hebben.

Willibrord.

Bonifatius

Bonifatius was een missionaris, zijn doel was om de Friezen te bekeren. 

Dit was best gevaarlijk werk. 

Vermoord

In 754 wordt Bonifatius bij Dokkum vermoord.

Waarschijnlijk door Friese rovers. 

Quiz

Eens kijken wie er goed heeft opgelet..

Welke Germaanse stam verhuisde niet?

1. Saksen
2. Franken
3. Vandalen
4. Goten

Welke Frankische koning bekeerde zich tot het christendom?

1. Karel de Grote
2. Radboud
3. Clovis
4. Romulus

Waar werd Bonifatius vermoord?

1. Groningen
2. Sneek
3. Utrecht
4. Dokkum

Wat wilden Willibrord en Bonifatius bereiken?

1. De Groningers bekeren tot de islam
2. De Friezen bekeren tot het christendom
3. De Friezen bekeren tot een natuurgodsdienst
4. In Friesland dijken bouwen

En nu?

Maak zelf een mindmap van deze les.

Verwerk de begrippen/jaartallen en personen uit de studiewijzer in een samenvatting.

Vragen maken van Feniks online

Par 4.1 Monniken verspreiden het geloof d2

Lezen

Basis: blz 84, stukje C en D.

Kader/Mavo: blz 55, stukje hulp van god en leven in het klooster.

Havo: blz 68, stukje Gods hulp, paleizen en kloosters en leven in het klooster

Leerdoelen

- Je weet wat een monnik doet.

- Je kunt verklaren waarom veel mensen tijdens de Middeleeuwen in god geloofden.

- Je weet wat een geestelijke is en kent zijn rol tijdens de middeleeuwen.

- Je weet wat een klooster is.

- Je kent de volgende begrippen: geestelijke, monnik, non, klooster.

Quiz

Maar eerst gaan we kijken wat jullie nog weten van de vorige lessen.. 

Welke Germaanse stam verhuisde niet?

1. Saksen
2. Franken
3. Vandalen
4. Goten

Welk volk was christelijk?

1. Saksen
2. Vandalen
3. Ottomanen
4. Franken

Welke Frankische koning bekeerde zich tot het christendom?

1. Karel de Grote
2. Radboud
3. Clovis
4. Romulus

Waar werd Bonifatius vermoord?

1. Groningen
2. Sneek
3. Utrecht
4. Dokkum

Wat wilden Willibrord en Bonifatius bereiken?

1. De Groningers bekeren tot de islam
2. De Friezen bekeren tot het christendom
3. De Friezen bekeren tot een natuurgodsdienst
4. In Friesland dijken bouwen

Mindmap

Pen en schrift op tafel, we gaan een mindmap maken over deze paragraaf. 

Herhalen

Einde Romeinse Rijk

Germaanse koninkrijken

Franken

Clovis

Christenen

Bonifatius

Middeleeuwen

In de middeleeuwen hadden mensen een zwaar leven. 

Er was veel armoede en als je ziek werd kon een dokter je vaak niet helpen. 

Mensen geloofden dat God hen zou helpen.

Geloven

Mensen geloofden dat als ze leefden als goed christen, ze later in de hemel kwamen.

De geestelijken hadden een belangrijke rol in deze samenleving. 

Geestelijken

Een geestelijke kon je vertellen hoe je goed moesten leven en voor je bidden in de kerk.

Sommige geestelijken woonden in een klooster. 

Klooster

Een gebouw met veel grond waar monniken of nonnen woonden. Ze verbouwden er voedsel, hielpen armen en zieken, bidden tot god, gaven les en schreven boeken. 

Missionaris

Vanuit klooster gingen monniken soms ook op pad om mensen te bekeren tot het christendom.

Dit deden ze vaak met soldaten omdat dit gevaarlijk was. 

Friesland

Bonifatius probeerde Friesland te bekeren tot het christendom.

Dat is niet helemaal gelukt. 

Uiteindelijk stond er toch in bijna elk Fries dorp een kerk. 

Quiz

Eens kijken wie er goed heeft opgelet..

Wie woonden er in een klooster?

1. Alle geestelijken
2. Monniken
3. Ajaks-supporters
4. Friezen

Wat was geen taak van een monnik?

1. Voedsel verbouwen
2. Boeken schrijven
3. Armen helpen
4. Vechten met de vijand

Waarom geloofden veel middeleeuwers in God?

1. Dan verdienden ze veel geld
2. Dan hoefden ze niet zo hard te werken
3. Dan kwamen ze later in de hemel
4. Dan mochten ze vooraan zitten in de kerk

Waar verdienden de monniken veel geld mee?

1. Eten verkopen
2. Zieken verzorgen
3. Boeken schrijven
4. Kloosters bouwen

En nu?

Gebruik je studiewijzer.

Maak van paragraaf 1 een samenvatting of een mindmap.

Gebruik de leerdoelen of de begrippen/jaartallen en personen.

Voeg ook plaatjes toe.