Werkwoordelijke gezegde

1 / 11
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

Cette leçon contient 11 diapositives, avec diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

10 minuten lezen
timer
10:00

Slide 2 - Diapositive

Vandaag:


  1. Werkwoordelijk gezegde/ persoonsvorm/ lijdend voorwerp
  2. Zelf aan de slag!

14  februari 2022

Slide 3 - Diapositive




LESDOEL:
Je weet wat een werkwoordelijk gezegde en persoonsvorm zijn en hoe je deze in een zin kunt vinden

Slide 4 - Diapositive

werkwoordelijk gezegde
Hoe vind je het werkwoordelijk gezegde?

  • persoonsvorm+ alle werkwoorden in de zin

Slide 5 - Diapositive

Wat is het werkwoordelijk gezegde?



'Peter heeft gisteren zijn scooterrijbewijs gehaald'

Slide 6 - Diapositive

Wat is het werkwoordelijk gezegde?
1. De melk is niet te drinken.

2. Els schijnt al de hele tijd iets te hebben willen zeggen.
  • De melk is niet te drinken.
  • Els schijnt al de hele tijd iets te hebben willen zeggen.

Slide 7 - Diapositive

Werkwoordelijk gezegde met te  of aan het
'te' en 'aan het' horen bij het werkwoordelijk gezegde, als deze voor het werkwoord staan.

1. Hij staat daar te huilen 
2. Op het schoolplein is groep 8 tikkertje aan het spelen.

Slide 8 - Diapositive

Vul maar in..
Het werkwoordelijk gezegde bestaat uit .......................... in een zin. De ............ hoort altijd bij het werkwoordelijk gezegde. Het werkwoordelijk gezegde kan uit .................... werkwoord bestaan. Het woordje ..... en ............. horen ook bij het werkwoordelijk gezegde.

Slide 9 - Diapositive

Nu zelf aan de slag!
Leer: leertekst doornemen
Maak: Opdracht 12 t/m 17



Slide 11 - Diapositive