Basisstof 3.3 Planten

Basisstof 3.3 Planten
Zaad plantenen sporen planten 
1 / 17
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieVoortgezet speciaal onderwijsLeerroute 1

Cette leçon contient 17 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Basisstof 3.3 Planten
Zaad plantenen sporen planten 

Slide 1 - Diapositive

Lesplanning 
Doel
Vorige les
Instructie
Zelfstandig werken
Les afsluiten

Slide 2 - Diapositive

Doel
De leerlingen kunnen aan het einde van de les in eigen woorden uitleggen wat de kenmerken zijn van een zaad plant en sporenplant. 

Slide 3 - Diapositive

Vorige les
  • Wat weten jullie nog van de vorige les?
  • Welke soorten planten zijn er?

Slide 4 - Diapositive

Een van de vier kenmerken gewervelde dieren is:
A
Ademhalen
B
Amfibieën
C
Hond
D
Zoogdieren

Slide 5 - Quiz

Welk antwoord hoort bij de
vijf groepen van de gewervelde dieren?
A
Huid
B
Amfibieën
C
Eieren
D
schubben

Slide 6 - Quiz

Welke 3 dieren leven op het land?
A
Amfibieën, vogels en vissen
B
Reptielen, vogels en vissen
C
Vogels, zoogdieren en reptielen
D
Amfibieën, reptielen en zoogdieren

Slide 7 - Quiz

Welke dieren hebben een harde schaal?
A
(Zoogdier) Vogels
B
vissen (vissen)
C
(amfibie) kikkers
D
hagedis (reptielen)

Slide 8 - Quiz

Zaad plant en een sporen plant
zadenplanten hebben bloemen en sporen planten hebben géén bloemen. 

Slide 9 - Diapositive

Sporenplanten
Sporen planten hebben geen bloemen.
Sporenplanten planten zich voort door sporen.
Mossen en varens zijn voorbeelden van sporenplanten.

Slide 10 - Diapositive

Sporendoosjes
Sporen ontstaan in sporendoosjes.
Ze steken op steeltjes boven de mos-plantjes.

sporendoosjes

Slide 11 - Diapositive

Sporen hoopjes
Bij een varen ontstaan sporen in sporenhoopjes aan de onderkant van het blad. 

sporenhoopjes

Slide 12 - Diapositive

Zadenplanten
Alle zadenplanten hebben bloemen.
In de bloemen ontstaan zaden.
Met de zaden planten ze zich voort.
Voorbeelden van een zadenplant is: madeliefjes en boterbloemen.
Struiken en bomen zijn ook zadenplanten voorbeelden zijn: kersenboom, brem, gras heeft kleine witte bloemen.

Slide 13 - Diapositive

Slide 14 - Vidéo

Slide 15 - Vidéo

Zelfstandig werken
147 t/m 151
Opdracht 1 t/m 5
timer
40:00

Slide 16 - Diapositive

Les afsluiten
Doel behaald?
wat ging er goed tijdens de les?
Wat kan er een volgende les beter?

Slide 17 - Diapositive