NaSk1 jaar 3 - Les 4: Stoffen

Welkom bij NaSk1

Pak voor je:
- Leerboek
- Werkboek A
- BINAS
- Rekenmachine
- Pen en potlood

 




Startopdracht:
Je drukt met je duim met een kracht van F=20N op een punaise. De grote kant van de punaise heeft een oppervlakte van 
A=1 cm2.  
Bereken de druk aan de platte kant van de punaise in N/m2.

De punt heeft een druk van 40.000.000 N/m2






 
1 / 27
suivant
Slide 1: Diapositive
Nask / TechniekMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

Cette leçon contient 27 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Welkom bij NaSk1

Pak voor je:
- Leerboek
- Werkboek A
- BINAS
- Rekenmachine
- Pen en potlood

 




Startopdracht:
Je drukt met je duim met een kracht van F=20N op een punaise. De grote kant van de punaise heeft een oppervlakte van 
A=1 cm2.  
Bereken de druk aan de platte kant van de punaise in N/m2.

De punt heeft een druk van 40.000.000 N/m2






 

Slide 1 - Diapositive

Je drukt met je duim met 20N kracht op een punaise. De grote kant van de punaise heeft een oppervlakte van 1 cm2. De punt heeft een oppervlakte van 0,5 mm2. Berekend de druk aan beide kanten van de punaise in Pascal.

Grote kant:
F = 20 N
A = 1 cm2

  • p = F : A
  • p = 20 : 0,0001
  • p = 200 000 N/m2
  • p = 200 000 Pa

Puntje:
F = 20 N
A = 0,5 mm2

  • p = F : A
  • p = 20 : 0,0000005
  • p = 40 000 000 N/m2
  • p = 40 000 000 Pa

Slide 2 - Diapositive

Planning
  • Lesdoelen
  • Uitleg over druk en dichtheid
  • Zelfstandig werken
  • Huiswerk


Slide 3 - Diapositive

Lesdoelen
  • ik kan uitleggen wat dichtheid is
  • ik kan aan de hand van de dichtheid uitleggen of een stof drijft, zinkt of blijf zweven
  • ik weet met welke formule ik dichtheid kan berekenen
  • ik kan de dichtheid uitrekenen.
  • ik kan aan de hand van de dichtheid bepalen met welke stof ik te maken heb. 









Slide 4 - Diapositive

Paragraaf 1.2: Botsen en druk 
Druk = de kracht die wordt uitgeoefend op een bepaald oppervlakte.

Lucht in een ballon
Man op het ijs
Punaise




Slide 5 - Diapositive

Met naaldhakken aan is de druk op de vloer kleiner dan met gewone schoenen
A
Waar
B
Niet waar

Slide 6 - Quiz

Een baksteen wordt op drie manieren op de vloer gezet.
De baksteen oefent steeds druk uit op de grond.
Wat kun je zeggen over de druk in deze 3 situaties?
A
De druk is bij 1 het grootst en bij 2 het kleinst.
B
De druk is bij 1 het grootst en bij 3 het kleinst.
C
De druk is bij 2 het grootst en bij 3 het kleinst
D
De druk is in alle drie de situaties even groot.

Slide 7 - Quiz

Bespreken opgave 12 uit boek

Slide 8 - Diapositive

Herhaling: Druk berekenen
druk hangt af van kracht en oppervlakte 

Slide 9 - Diapositive

Barometer             manometer
Meet luchtdruk om ons heen
Meet over- of onderdruk in object
absolute druk = luchtdruk + overdruk

Slide 10 - Diapositive

Huiswerk: opdracht 4, 5, 9 t/m 17 op pagina 16

Slide 11 - Diapositive

Tijdens de les wil ik dat:
1. Je luistert als ik praat en is het stil
2. Je naar elkaar luistert
3. Je de juiste spullen voor je hebt
4. Je je zo gedraagt dat je de lesstof meekrijgt
5. Je respectvol bent naar je klasgenoten en mij

Slide 12 - Diapositive

Dichtheid
Wat is wat?
stroop
spiritus
olijfolie
honing
afwasmiddel

Slide 13 - Diapositive

Dichtheid
De dichtheid is de massa van 1 cm3 van een stof.

het symbool van dichtheid is 𝛒 (rho)

de eenheid van dichtheid is g/cm3



Slide 14 - Diapositive

Slide 15 - Lien

Wanneer blijft iets drijven?
DRIJVEN: De dichtheid van het voorwerp is kleiner dan de dichtheid van water
ZWEVEN: de dichtheid van het voorwerp is gelijk aan de dichtheid van water
ZINKEN: de dichtheid van het voorwerp is groter dan de dichtheid van water


Slide 16 - Diapositive

Zinken, zweven en drijven

Slide 17 - Diapositive

dichtheid opzoeken in BINAS
 tabel 15,  16 , 17

Slide 18 - Diapositive

Kurk:
0,25
cm3g
Hout:
0,58 
cm3g
IJzer:
7,80 
cm3g
De dichteid van water is 1,0  
Wanneer zinkt/zeeft/drijft een stof?
cm3g
Kurk drijft. De dichtheid is kleiner dan die van water.
Hout drijft. De dichtheid is kleiner dan die van water.
IJzer zinkt. De dichtheid is groter dan die van water.

Slide 19 - Diapositive

Dichtheid van gassen
Helium is lichter dan lucht = 
helium heeft een kleinere dichtheid

Warme lucht heeft een kleinere dichtheid
dan koude lucht

BINAS tabel 17 voor dichtheden van gassen

Slide 20 - Diapositive

Zelfstandig werken ZS
- Lees de tekst in leerboek op pagina 17, 18
- Maak opdracht in werkboek 1 t/m 7 op pagina 21 in werkboek
- 5minuten ZS
- Niet klaar? Huiswerk


timer
5:00

Slide 21 - Diapositive

H1.3: Zinken, zweven en drijven
  • Dichtheid: is een stofeigenschap. Het geeft aan hoe zwaar 1 kubieke centimeter van een bepaalde stof is. 
  • Formule voor dichtheid:



Dichtheid=VolumeMassa

Slide 22 - Diapositive

Bereken de dichtheid van het blokje. en zoek in binas op waar het blokje van is gemaakt
    dichtheid = 
 massa/ volume

Slide 23 - Question ouverte

Zelfstandig werken ZS
- Lees de tekst in leerboek op pagina 17, 18, 19
- Maak opdracht in werkboek 4 t/m 13
- 10 minuten ZS
- Niet klaar? Huiswerk


timer
10:00

Slide 24 - Diapositive

Slide 25 - Vidéo

Slide 26 - Diapositive

Lesdoelen

  • Waardoor oefent een gas druk uit? ✔
  • Hoe bereken je de druk? ✔
  • Waarmee meet je de druk? 
  • Waar vind je informatie over druk 

Slide 27 - Diapositive