2 VMBO voorbereiding toets h1

• Engels
• Middelbare school
• vmbo b, k, t
• Leerjaar 2

What do you need to know?

1.  Words

2.  Possessions ('s)

3. Going to

4. Will

5. Shall

6. Writing: Evil Curse

Possessions

- Bezit geeft aan dat iets van iemand is

VB: Oma's huis

- Dit is in het Engels hetzelfde

VB:  That is my mother's coat.

- Je gebruikt dus een 's 

This is my ................... (brother - bike)

Who is .......... (Mike - best friend)?

What is the name of ........... (the king - son)?

Going to

- Going to gebruik je als je in de toekomst iets gepland hebt staan

- Going to gebruik je als iets in de toekomst lijkt te gaan gebeuren (voorspelling) 

VB:

I am going to tell you a story.

You are going to watch a movie.

The Princess is going to kiss the ugly frog.

Will

- Will gebruik je als je naar de toekomst verwijst, zonder direct te weten wanneer het gaat plaatsvinden in de toekomst

VB:

The frog will become a handsome prince.

We will live happily ever after.

Shall 

- Shall gebruik je altijd bij vraagzinnen als het onderwerp I & we is

- Deze zet je dan voor het onderwerp in de zin

VB:

When shall we kiss?

Shall I help you?

What .............. we do?

Kies uit: am/is/are going to, will, shall.

I ............ help you.

Kies uit: am/is/are going to, will, shall.

I ........ be back.
Kies uit: am/is/are going to, will, shall.