4. Uiterlijk voorspellen

Welkom!
Ga rustig zitten, pak alvast een aantekeningen schrift en een pen.
1 / 30
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3

Cette leçon contient 30 diapositives, avec diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Welkom!
Ga rustig zitten, pak alvast een aantekeningen schrift en een pen.

Slide 1 - Diapositive

Hoe kan het dat bruinogige ouders een kind kunnen krijgen met blauwe ogen?

Slide 2 - Diapositive

Slide 3 - Vidéo

Heterochromia

Slide 4 - Diapositive

Heterochromia iridum: 4 op de 1 miljoen
Syndroom van Waardenburg

Slide 5 - Diapositive

Leerdoelen
  • Aan het eind van de les kun je een kruisingsschema maken.
  • Aan het eind van de les kun je voorspellen doen over de nakomelingen op basis van een kruisingsschema.

Slide 6 - Diapositive

Planning
  • Herhalen vorige les: van genotype naar fenotype
  • Uitleg over kruisingsschema's
  • Zelf aan de slag met opdrachten

Slide 7 - Diapositive

nog een kruisingsopdracht

Slide 8 - Diapositive

nog een kruisingsopdracht
G = losse oorlel
g = vaste oorlel
a) moeder: gg
     kind: Gg
b) heterozygoot
c) homozygoot
d) Gg of GG

Slide 9 - Diapositive

Uitleg

Slide 10 - Diapositive

Stappenplan erfelijkheidsvraagstukken
Voorbeeld:  Bij cavia’s is het allel voor zwarte haarkleur dominant over het allel voor witte haarkleur. Een zwarte cavia die homozygoot is voor de haarkleur paart een aantal malen met een witte cavia. De nakomelingen uit F1 paren onderling, waardoor een F2 ontstaat.


P
F1
F2
ouders
1e generatie nakomelingen
2e generatie nakomelingen

Slide 11 - Diapositive

Stappenplan erfelijkheidsvraagstukken
Voorbeeld:  Bij cavia’s is het allel voor zwarte haarkleur dominant over het allel voor witte haarkleur. Een zwarte cavia die homozygoot is voor de haarkleur paart een aantal malen met een witte cavia. De nakomelingen uit F1 paren onderling, waardoor een F2 ontstaat.

De vraag: Er worden totaal 40 dieren in de F2 geboren. Hoeveel van deze dieren zullen naar verwachting zwartharig zijn? En hoeveel witharig? 



Slide 12 - Diapositive

Stappenplan erfelijkheidsvraagstukken
Voorbeeld:  Bij cavia’s is het allel voor zwarte haarkleur dominant over het allel voor witte haarkleur. Een zwarte cavia die homozygoot is voor de haarkleur paart een aantal malen met een witte cavia. De nakomelingen uit F1 paren onderling, waardoor een F2 ontstaat.

Stap 1. Geef de erfelijke eigenschappen een letter.

Slide 13 - Diapositive

Stappenplan erfelijkheidsvraagstukken
Voorbeeld:  Bij cavia’s is het allel voor zwarte haarkleur dominant over het allel voor witte haarkleur. Een zwarte cavia die homozygoot is voor de haarkleur paart een aantal malen met een witte cavia. De nakomelingen uit F1 paren onderling, waardoor een F2 ontstaat.

Stap 1. Geef de erfelijke eigenschappen een letter. 
Stap 2. Bepaal wat is dominant en wat is recessief.

Slide 14 - Diapositive

Stappenplan erfelijkheidsvraagstukken
Voorbeeld:  Bij cavia’s is het allel voor zwarte haarkleur dominant over het allel voor witte haarkleur. Een zwarte cavia die homozygoot is voor de haarkleur paart een aantal malen met een witte cavia. De nakomelingen uit F1 paren onderling, waardoor een F2 ontstaat.

Stap 1. Geef de erfelijke eigenschappen een letter. 
Stap 2. Bepaal wat is dominant en wat is recessief.
Stap 3. Bepaal het fenotype en genotype van de ouders.

Slide 15 - Diapositive

Stappenplan erfelijkheidsvraagstukken
Voorbeeld:  Bij cavia’s is het allel voor zwarte haarkleur dominant over het allel voor witte haarkleur. Een zwarte cavia die homozygoot is voor de haarkleur paart een aantal malen met een witte cavia. De nakomelingen uit F1 paren onderling, waardoor een F2 ontstaat.

Stap 1. Geef de erfelijke eigenschappen een letter. 
Stap 2. Bepaal wat is dominant en wat is recessief.
Stap 3. Bepaal het fenotype en genotype van de ouders.
Stap 4. Bepaal de mogelijke gameten van ouders.

Slide 16 - Diapositive

Stappenplan erfelijkheidsvraagstukken
Voorbeeld:  Bij cavia’s is het allel voor zwarte haarkleur dominant over het allel voor witte haarkleur. Een zwarte cavia die homozygoot is voor de haarkleur paart een aantal malen met een witte cavia. De nakomelingen uit F1 paren onderling, waardoor een F2 ontstaat.

Stap 1. Geef de erfelijke eigenschappen een letter. 
Stap 2. Bepaal wat is dominant en wat is recessief.
Stap 3. Bepaal het fenotype en genotype van de ouders.
Stap 4. Bepaal de mogelijke gameten van ouders.

H
H
h
h

Slide 17 - Diapositive

Stappenplan erfelijkheidsvraagstukken
Voorbeeld:  Bij cavia’s is het allel voor zwarte haarkleur dominant over het allel voor witte haarkleur. Een zwarte cavia die homozygoot is voor de haarkleur paart een aantal malen met een witte cavia. De nakomelingen uit F1 paren onderling, waardoor een F2 ontstaat.

Stap 1. Geef de erfelijke eigenschappen een letter. 
Stap 2. Bepaal wat is dominant en wat is recessief.
Stap 3. Bepaal het fenotype en genotype van de ouders.
Stap 4. Bepaal de mogelijke gameten van ouders.
Stap 5. Bepaal het genotype van de nakomelingen.

H
H
h
Hh
Hh
h
Hh
Hh

Slide 18 - Diapositive

Stappenplan erfelijkheidsvraagstukken
Voorbeeld:  Bij cavia’s is het allel voor zwarte haarkleur dominant over het allel voor witte haarkleur. Een zwarte cavia die homozygoot is voor de haarkleur paart een aantal malen met een witte cavia. De nakomelingen uit F1 paren onderling, waardoor een F2 ontstaat.

De vraag: Er worden totaal 40 dieren in de F2 geboren. 
Hoeveel van deze dieren zullen naar verwachting zwartharig zijn? 
En hoeveel witharig? 

Wat is de volgende stap?
H
H
h
Hh
Hh
h
Hh
Hh

Slide 19 - Diapositive

Stappenplan erfelijkheidsvraagstukken
De vraag: Er worden totaal 40 dieren in de F2 geboren. 
Hoeveel van deze dieren zullen naar verwachting zwartharig zijn? 
En hoeveel witharig? 

F1: genotype Hh
gameten: H, h
H
h
H
h
Probeer nu zelf de vraag te beantwoorden.
H = zwart
h = wit

Slide 20 - Diapositive

Stappenplan erfelijkheidsvraagstukken
De vraag: Er worden totaal 40 dieren in de F2 geboren. 
Hoeveel van deze dieren zullen naar verwachting zwartharig zijn? 
En hoeveel witharig? 

F1: genotype Hh
gameten: H, h
H
h
H
HH
Hh
h
Hh
hh
25% = HH = zwart
50% = Hh = zwart
25% = hh = wit

40 x 0,75 = 30 zwartharig
40 x 0,25 = 10 witharig

Slide 21 - Diapositive

stappenplan erfelijkheidsvraagstukken
Stap 1. Geef de erfelijke eigenschappen een letter.
Stap 2. Bepaal wat is dominant en wat is recessief.
Stap 3. Bepaal het fenotype en genotype van de ouders.
Stap 4. Bepaal de mogelijke gameten van ouders.
Stap 5. Maak een kruisingstabel.
Stap 6. Bepaal het genotype en fenotype van de nakomelingen.

Slide 22 - Diapositive

Slide 23 - Diapositive

Onvolledig dominant - intermediair fenotype

Slide 24 - Diapositive

Opdracht - intermediair fenotype

Slide 25 - Diapositive

Opdracht - intermediair fenotype
Ab = bruin, Aw = wit
P: AbAb x AwAw

Slide 26 - Diapositive

Opdracht - intermediair fenotype
Ab = bruin
Aw = wit
P: AbAb x AwAw

Ab
Ab
Aw
AbAw
AbAw
Aw
AbAw
AbAw
Ab
Aw
Ab
AbAb
AbAw
Aw
AbAw
AwAw

Slide 27 - Diapositive

Opdracht - intermediair fenotype
Ab = bruin
Aw = wit
P: AbAb x AwAw

Ab
Ab
Aw
AbAw
AbAw
Aw
AbAw
AbAw
Ab
Aw
Ab
AbAb
AbAw
Aw
AbAw
AwAw
25% AbAb = bruin
25% AwAw = wit
50% AbAw = lichtgeel

Slide 28 - Diapositive

Slide 29 - Diapositive

Zelf aan de slag!

Slide 30 - Diapositive