Basisstof 2.3 in beweging

• Biologie
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 3

In beweging

Verschillende verbindingen tussen je botten

1. Gewricht
2. Kraakbeenverbinding
3. Vergroeiing
4. Naadverbinding 

- Gewrichten kunnen goed bewegen, kraakbeenverbindingen een beetje

- Vergroeiing en een naadverbinding kunnen niet bewegen

De onderdelen van een gewricht

1. Gewrichtskom -> hierin draait de gewrichtsknobbel
2. Gewrichtsbanden -> extra versteviging voor gewrichten die zwaar werk moeten verrichten
3. Gewrichtsmeer -> het soepel laten bewegen van het gewricht
4. Gewrichtskapsel -> bij elkaar houden van de botten, gewricht beschermen en gewrichtsmeer maken

5. Kraakbeen -> ervoor zorgen dat de botten van het gewricht slijten

6. Gewrichtsknobbel -> deze draait in de gewrichtskom

3 soorten gewrichten

Kogelgewricht -> schouder

Scharniergewricht -> elleboog

Rolgewricht -> onderarm

Spieren bewegen botten

- Spieren zitten met pezen aan de botten vast

- Het bewegen van de botten gaat zo: spier trekt samen en wordt korter -> pezen trekken aan het bot -> het bot beweegt

- Buigen: de buigspier is samengetrokken -> kort en dik

de trekspier is ontspannen -> lang en dun

- Strekken: de strekspier is samengetrokken -> kort en dik

de buigspier is ontspannen -> lang en dun

- De armbuigspier (biceps) en de armstrekspier (triceps) laten de arm buigen en strekken

- Samenwerkende buig- en strekspieren zijn antagonisten 

Bouw en werking spier

- Buitenkant van spier: spierschede

- Een spier is opgebouwd uit spierbundels, met daarin spiervezels (spiercellen)

- Spiervezels bestaan uit dikke en dunnen eiwitdraden

- Samentrekken van een spier: dunnen dragen worden naar elkaar toegetrokken -> spiervezels worden korter

- Hoe meer spiervezels samentrekken hoe meer kracht

Drie manieren van trainen

1. Spierkracht: oefeningen tot je moe wordt
2. Lenigheid: oprekken van spieren, pezen en de banden
3. Coördinatie: in juiste volgorde samentrekken van spieren 

Aan de slag

Opdrachten van 2.3 maken