Kleur

Kleur
Kleur
1 / 33
suivant
Slide 1: Diapositive
GroenMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 4

Cette leçon contient 33 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

Éléments de cette leçon

Kleur
Kleur

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Kleuren
Voorwerpen met een bepaalde kleur, zullen alleen die kleur terugkaatsen. 

De rest van de kleuren zullen ze absorberen. 

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Primaire kleuren
de primaire kleuren zijn: 
  1. rood, 
  2. geel 
  3. blauw

Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Secundaire kleuren
  • secundaire kleuren ontstaan wanneer we twee primaire kleuren met elkaar mengen

  • oranje, groen en paars zijn secundaire kleuren, hiernaast zie je hoe je deze kleuren mengt

Slide 5 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Tertiaire kleuren
dit zijn de kleuren die ontstaan door het mengen van een primaire kleur met een secundaire kleur.
Blauw met groen geeft bijvoorbeeld blauwgroen.

Slide 6 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 7 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke kleur is geen primaire kleur?
A
Rood
B
Geel
C
Groen
D
Blauw

Slide 8 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wit is geen kleur. We noemen dat een niet kleur. Waarom is wit geen kleur?
A
Omdat wit alle kleuren weerkaatst.
B
Omdat wit alle kleuren opneemt.
C
Omdat wit alleen rood licht weerkaatst.
D
Omdat wit alleen groen weerkaatst.

Slide 9 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

De primaire kleuren vormen de basis voor alle kleuren. Je kunt ze niet zelf mengen. Welke kleuren zijn primair?
A
Paars, oranje en groen
B
Rood, blauw en geel
C
Rood, paars en oranje
D
Blauw, geel en groen

Slide 10 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Als je twee primaire kleuren mengt krijg je secundaire kleuren. Welke 3 kleuren zijn secundair?
A
Paars, oranje en groen
B
Rood, blauw en geel
C
Rood, paars en oranje
D
Blauw, geel en groen

Slide 11 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Pastelkleuren

Slide 12 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Harmonieuze kleuren
Het liefst gebruik je kleuren die elkaar aanvullen, die dicht bij elkaar liggen. 


Slide 13 - Diapositive

In een kleurencirkel kun je heel goed zien wat kleuren doen ten opzichte van elkaar. Geven ze rust of spanning. Vullen ze elkaar aan of geven ze contrast . Even heel kort wat je al geleerd hebt op de kleuterschool. Er zijn drie primaire kleurenrood, blauw en geel. Die kleuren zijn primair omdat ze niet ontstaan door het mengen van kleuren. In de cirkel vormen ze het driehoekje in het hart. Dan zijn er de secundaire kleuren. Die ontstaan door het mengen van twee primaire kleuren paars, oranje en groen.  En de tertiaire kleuren die ontstaan door het mengen van een primaire met een secundaire kleur.

Contrast Combineer je kleuren die tegenover elkaar op de kleurencirkel liggen, zoals blauw en oranje, dan werk je met contrast. Contrasterende kleuren zorgen voor spanning en dynamiek. Om de balans te bewaren kan je echter voor één hoofdkleur gaan en werken met subtiele kleuraccenten. Contrast kan je ook bekomen door lichte en donkere kleuren te mengen of koude met warme tinten te combineren. Of wat dacht je bijvoorbeeld van een combinatie van fris waterblauw met chocoladebruin?  
Harmonie Als je kleuren mixt die iets gemeenschappelijks hebben of die in dezelfde lijn liggen  dan krijg je harmoniërende kleuren. Kies bijvoorbeeld voor kleuren die dezelfde intensiteit hebben, die dicht bij elkaar op de kleurencirkel liggen of die uit dezelfde kleurenfamilie komen. Zo zijn rood en oranje of blauw en turkoois een winnend duo. Wil je het nog wat interessanter maken dan kan je twee verschillende harmoniërende kleurenreeksen gebruiken of zorgen voor tegengestelde accenten. Combineer bijvoorbeeld een warme kleurenfamilie met koele accenten, of omgekeerd!
Toon op toon Om een mooi effect te bekomen is het niet altijd nodig met verschillende kleuren te werken. Ook toon op toon tinten kunnen verrassend zijn. Toon op toon zorgt voor harmonie, kalmte en rust. Hoe dichter de tinten bij elkaar liggen, hoe subtieler het resultaat.
Ton sur ton
Verschillende tinten van één kleur

Slide 14 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wit is een kleur
A
Juist
B
Onjuist

Slide 15 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Rood zie je omdat die wordt gereflecteerd
A
Juist
B
Onjuist

Slide 16 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Zwart is geen kleur
A
Juist
B
Onjuist

Slide 17 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

kleur - kleur
Kleurcontrasten

Slide 18 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

kleur tegen kleur
Er is gebruik gemaakt van zuivere, in dit geval primaire, kleuren, dus een kleur tegen kleur contrast

Slide 19 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Licht- donker contrast

Het licht – donker contrast spreekt  voor zich. De sterkste combinatie is bijvoorbeeld geel en donker blauw maar ook andere kleuren kunnen een licht – donker contrast geven.

Meestal valt bij dit contrast de lichte kleur meer op.

Slide 20 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Warme en koude kleuren
warme kleuren:
  • zijn warm en gezellig 
  • lijken dichterbij
  • vormen een contrast met koude kleuren 

koude kleuren:
  • zijn koel en rustig 
  • lijken verder weg
  • vormen een contrast met warme kleuren 

    Slide 21 - Diapositive

    Cet élément n'a pas d'instructions

    Kleur tegen kleur contrast
    Licht donker contrast
    Koud warm contrast

    Slide 22 - Diapositive

    Cet élément n'a pas d'instructions

    Complementair contrast

    Slide 23 - Diapositive

    Cet élément n'a pas d'instructions

    Complementaire kleuren versterken elkaar.

    Slide 24 - Diapositive

    Cet élément n'a pas d'instructions

    Simultaancontrast
    Met het
    simultaancontrast wordt bedoeld dat het oog bij een bepaalde kleur altijd
    tegelijkertijd de complementaire kleur erbij probeert te zoeken. de ondertoon kleur beinvloed de opliggende kleur


    Slide 25 - Diapositive

    Cet élément n'a pas d'instructions

    kwaliteitscontrast
    Het kwaliteitscontrast is ook vrij eenvoudig. Het gaat
    hier om de zuiverheid van de kleur. Geel kan heel fel zijn maar ook heel dof.
    Dit hangt af van hoeveel wit of zwart er aan de kleur is toegevoegd. Een doffe
    tegenover een felle kleur geeft een kwaliteitscontrast.

    Slide 26 - Diapositive

    Cet élément n'a pas d'instructions

    Kwantiteitscontrast
    kwantiteit = hoeveelheid.

    als je van de ene kleur meer ziet dan van de andere, dan spreek je over een kwantiteitscontrast.

    Slide 27 - Diapositive

    Cet élément n'a pas d'instructions

    Slide 28 - Vidéo

    Cet élément n'a pas d'instructions

    opdracht: 4 Jaargetijden
    CollageLandschap in Kleurcontrasten
    Deel een  bladzijde van je Dummy in 4 gelijke delen.
    Gebruik gekleurd papier voor de achtergrond (knippen/plakken)
    en voor ieder seizoen een ander kleur contrast
    Teken met potlood 4 x dezelfde voorstelling in een ander seizoen.
    Links boven: Lente
    Rechts boven: Zomer
    Links onder: Herfst
    Rechts onder: Winter

    Slide 29 - Diapositive

    Cet élément n'a pas d'instructions

    opdracht: 4 Jaargetijden
    Landschap in Kleurcontrasten
    Gebruik voor ieder seizoen een ander kleur contrast;
    Je gebruikt gekleurd papier voor de achtergrond. (knippen/plakken)
    gebruik voor de voorgrond (kleur)potlood en/of verf

    Links boven: Lente; Complementair contrast
    Rechts boven: Zomer : Koud-Warm contrast
    Links onder: Herfst; Kleur-tegen Kleur contrast
    Rechts onder: Winter; Kwaliteits contrast

    Slide 30 - Diapositive

    Cet élément n'a pas d'instructions

    Slide 31 - Diapositive

    Cet élément n'a pas d'instructions

    Slide 32 - Diapositive

    Cet élément n'a pas d'instructions

    Slide 33 - Diapositive

    Cet élément n'a pas d'instructions