HC GB 1.2 India als trots van het Britse Rijk







1.2 India als trots van het Britse Rijk
1 / 36
suivant
Slide 1: Diapositive
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

Cette leçon contient 36 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

Éléments de cette leçon







1.2 India als trots van het Britse Rijk

Slide 1 - Diapositive

Leerdoelen
  • Je kunt uitleggen dat het Britse handelsmonopolie in India voordelen had voor de Britse handelaren, maar ook voor de Indiase bevolking en de Indiase vorsten.
  • Je kunt de Britse handelswijze in India in de 17e eeuw, met factorijen en handelsposten , beschrijven en verklaren
  • Je kunt uitleggen waarom het Verdrag van Allahabad het einde betekende van de invloed van de Mogolvorsten op het bestuur van India.

Slide 2 - Diapositive

Sir Robert Clive (toekomstig gouverneur van Brits- India) ontmoet Mir Jafar (koning van de Bengalen) na afloop van de Slag bij Plassey

Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Diapositive

India voor Britse bezetting

Slide 5 - Diapositive

Waardoor werd India in de 19e eeuw de belangrijkste kolonie binnen het Britse Rijk (1765-1885)?
Na de onafhankelijkheid van de Verenigde Staten verschoof het zwaartepunt van het Britse rijk naar India. Sinds het begin van de 17e eeuw had de East India Company hier factorijen van waaruit zij handel dreef met de Mogol-vorsten.

Slide 6 - Diapositive

Het ontstaan van Brits India
  • ±75% van India was in handen van de Mogols.
  • De vorsten van deze dynastie regeerden India sinds het begin van de 16e eeuw.
  • Aan het begin van de 17e eeuw vestigden zich handelaren van De Republiek, Portugal en Engeland zich aan de kust van India

Slide 7 - Diapositive

Handel met Europa
  • De mogulvorsten vonden het prima dat de handelaren zich aan de kust van India vestigden: immers meer handelaren betekende meer handel en meer winst (ook voor de Mogulvorsten).
  • Ruwe katoen en zijde waren populair bij de Europeanen, net als bewerkte stoffen en tapijten 
  • Deze producten werden geruild tegen producten waar de Indiërs behoefte aan hadden, zoals goud, zilver en porselein.

Slide 8 - Diapositive

Monopolie voor de East India Company
  • Britten kwamen niet om te heersen over India maar om handel te drijven
  • Om effectief te handelen richten de Britten de East India Company (EIC) op in 1600. Deze handelscompagnie was vergelijkbaar met de VOC uit de Republiek.
  • Beiden compagnieën hadden, namens hun land, het monopolie op handel met Azië.
  • Britse handelaren die wilden handeldrijven met India waren dus verplicht om zich aan te sluiten bij de EIC.

Slide 9 - Diapositive

  • Een derde overeenkomst met de VOC, is dat beide compagnieën het recht hadden om geweld te gebruiken om hun handel te beschermen. 
  • De EIC streefde naar handelsmonopolies in India.
  • De Mogolvorst Djehangir beloofde de Engelsen een handelsmonopolie voor alle handel met het Mogol-rijk.

Slide 10 - Diapositive

factorij 
Factorij

Slide 11 - Diapositive

Waardoor werd India in de 19e eeuw de belangrijkste kolonie binnen het Britse Rijk (1765-1885)?
Samenvatting: Toen de positie van deze vorsten verzwakte, breidde de East India Company haar macht over India uit. Het Verdrag van Allahabad in 1765 betekende het begin van het Britse rijk in India. Al snel heerste de East India Company over een groot deel van het Indiase subcontinent en was het innen van belasting een belangrijke inkomstenbron.


Slide 12 - Diapositive

Het Verdrag van Allahabad (1765)
  • Gedurende de 18e eeuw verminderde macht van de Mogolvorsten in India. De Mogolvorsten verloren hun greep op de lokale vorsten in de verschillende provincies. Deze lokale vorsten gingen steeds meer hun eigen gang en sloten zelf handelsverdragen.
  • De EIC  verdedigde met militairen de Britse (handels)belangen in India. De Slag van Buxar  vormde een belangrijke aanleiding voor het Verdrag van Allahabad

Slide 13 - Diapositive

Het Verdrag van Allahabad (1765)
  • In 1765 werd de Mogolvorst Shah Alam II gedwongen, door Robert Clive, het Verdrag van Allahabad te tekenen. Hierin stond dat de East India Company (EIC) voortaan de belastingen zou in innen de veroverde provincies, en niet langer de Mogolvorst. 
  • De EIC gebruikte de belastingopbrengsten om het leger te bekostigen en om handelsinvesteringen doen en om deze populaire handelsproducten (indigo, katoen, opium en thee) sneller te verkrijgen.

Slide 14 - Diapositive

Slide 15 - Diapositive

Het Verdrag van Allahabad (1765)

  • De invloed  (en de macht) van de Britten op het binnenland van India nam sterk toe.
  • India werd steeds belangrijker binnen het Britse Rijk. Het Verdag van Allahabad was het formele begin van het Britse Rijk.
  • India werd indirect bestuurd vanuit Engeland. Dat hield in dat een EIC het land bestuurde namens het moederland.

Slide 16 - Diapositive

Uitbreiding EIC en Britse invloed

Slide 17 - Diapositive

Brits India in  1909.
Roze zijn Britse provincies (dus direct onder Brits bestuur) en geel zijn kleine vorstendommen (dus indirect onder Brits bestuur)

Slide 18 - Diapositive

Verdrag van Allahabad
Oorzaken
Gevolgen
V.S. wordt onafhankelijk van Engeland
Suikerplantages op Jamaica en Barbados zijn niet meer winstgevend
Mogolvorsten verliezen macht aan de lokale vorsten
Verhouding tussen Engeland en India veranderd. Engeland gaat India koloniseren.
Engeland wil meer grip krijgen op binnenlandse handel in India

Slide 19 - Question de remorquage

Deel 2: India onder Brits bestuur

  • Je kunt het verband tussen de Industriële Revolutie in Groot- Brittannië en de opkomst van het modern imperialisme uitleggen.
  • Je kunt verklaren waarom in 1857 de Grote Indiase Opstand tegen het Britse gezag uitbrak en je kunt benoemen welke gevolgen deze opstand kreeg.
  • Je kunt het belang van de opening van het Suezkanaal voor de Britse handel uitleggen.
  • Je kunt de motieven voor de oprichting van het Indian National Congres benoemen.

Slide 20 - Diapositive

Slide 21 - Diapositive

Welke beeldelementen laten zien dat de Britten de Indiase bevolking overheersen.
- Benoem 2 elementen.

Slide 22 - Question ouverte

Britse normen en waarden in India
  • In de eerste periode waren Britten vooral geïnteresseerd in de culturen van India. Er waren veel gemengde huwelijken bijvoorbeeld. 
  • In Groot-Brittannië begonnen mensen zich hier druk over te maken: de eigen (superieure) cultuur moest gaan overheersen.

Slide 23 - Diapositive

Britse normen en waarden in India

  • Gebruiken die in strijd waren, of in strijd leken, met deze Britse samenleving moesten verdwijnen, zoals de zogenaamde weduweverbanding, de zogenaamde sati.
  • Dit hield in dat de weduwe van een vooraanstaande man ook (levend) werd gecremeerd, tegelijk met haar man. In de ogen van de Britten barbaars maar in India al een eeuwenoud gebruik bij de Hindoes.

Slide 24 - Diapositive

De Grote Indiase opstand
  • Toen het in 1857 toch tot een opstand kwam onder ontevreden Indiase soldaten sloegen de Britten deze hard neer.  
  • In India was een middenklasse ontstaan die een Engelse scholing had gehad. Velen werkten voor EIC als bestuurder of tussenhandelaar. De leveranciers hadden baat bij een goede verhouding met de Britten.
  • Toch was er ook onvrede bij de Indiërs, vooral als religieuze gewoontes door de Britten ter discussie werden gesteld. Soms kwamen de Indiërs dan in opstand.  Deze opstanden werden snel neergeslagen.

Slide 25 - Diapositive

De Grote Indiase opstand
  • In 1857 brak er een grote opstand uit die begon het Brits- Indische leger, ook de reden waarom de opstand niet snel kon worden neergeslagen. De opstand begon immers in het leger, maar breidde zich snel uit tot een volksopstand. In enkele weken tijd werd in grote delen van India het Britse koloniale gezag weggevaagd.
  • Aanleiding:  Schietoefeningen met een nieuw geweer, om het laden van het geweer makkelijker te maken werden de kogels ingevet.
  • Het gerucht ging dat de kogels waren ingevet met koeien-/ varkensvet
  • Een groep soldaten weigerde om die reden om de onderdelen in gebruik te nemen. Britse officieren waren woedend over de ongehoorzaamheid en veroordeelden de weigeraars tot jarenlange dwangarbeid.


Slide 26 - Diapositive

De Grote Indiase opstand
  • Hierop sloegen Indiaase soldaten aan het muiten. Ze vermoorden hun Britse officieren en trokken op naar Delhi. Onderweg werden vele Europeanen vermoord door de opstandelingen.
  • De opstand sloeg over naar andere legerregimenten en ontwikkelde zich snel tot een volksopstand tegen de EIC.
  • In enkele weken tijd werd de macht van de Britten in Noord- India weggevaagd.
  • Het kostte de Britten ruim een jaar om de opstand neer te slaan.

Slide 27 - Diapositive

Einde aan de Mogol- dynastie
  • In 1858 sloegen de Britten de Grote Indiase Opstand neer. De Indiërs waren onderling te verdeeld om een sterke eenheid te vormen tegen de Britten.
  • De opstand maakte wel duidelijk dat de manier van besturen door de EIC niet voldeed. Er werd besloten dat India onder direct bestuur van de Britse regering kwam te staan.
  • De EIC bleef wel de dagelijkse gang van zaken in India regelen, maar had geen macht meer.
  • Het kleine beetje macht dat de Mogolvorst nog had werd nu ook door de Britten overgenomen, dit was het definitieve einde van de Mogol- dynastie.

Slide 28 - Diapositive

Einde aan de Mogol- dynastie
  • Het Brits- Indische leger werd gereorganiseerd, Britse officieren moesten erop letten dat er niet teveel manschappen uit een bepaalde regio, of met een bepaald geloof, in een legeronderdeel zaten.
  • Het Britse gezag werd strenger, waardoor er nog minder ruimte kwam voor de Indiase gewoontes en gebruiken.

  • Deze ontwikkelingen passen binnen het modern imperialisme dat West- Europa in zijn greep had.
  • De status van Groot-Brittannië zorgde ervoor dat andere West- Europese volken  steeds meer koloniën en  macht over de kolonie wilden en verkregen.

Slide 29 - Diapositive

India wordt grondstoffenleverancier én afzetmarkt

  • Begin Industriele Revolutie verandert rol van India.
  • India wordt leverancier van grondstoffen ipv eindproducten.
  • Omvorming van India tot plantagekolonie -> katoen, maar ook andere (niet-inheemse) gewassen zoals tabak.
  • Grondstoffen worden in GB verwerkt tot eindproducten en (deels) in India weer verkocht.
  • GB bepaalt hoeveelheid en omvang van productie.
  • Verslechtert de concurrentie positie van Indiase nijverheid en zorgt regelmatig voor hongersnood

Slide 30 - Diapositive

Slide 31 - Diapositive

Bestuur van Brits-Indië
Dit was mogelijk omdat de duizend Britten werden ondersteund door een miljoen Indiërs. De Britten gebruikte de plaatselijke vorsten en machthebbers. De normale Indiér zag slechts zelden een Brit. 

Voor controle van het rijk en bescherming van de handel werd de Royal Navy ingezet. 
  • suez kanaal gaat open 1869 (niet meer om Afrika heen varen)
  • zeereizen ging sneller door de vervanging van zeilschepen door stoomschepen

  • Ook werd de controle over India groter door de aanleg van het spoorwegennetwerk.

Slide 32 - Diapositive

Indiërs willen deelnemen aan het bestuur
  • ‘Verengelsing’ van India: Engels steeds meer voertaal, Brits onderwijs, Brits rechtsysteem etc. 
  • Indische bovenlaag wordt steeds ‘Britser’ -> willen gaandeweg ook invloed in het bestuur.
  • Britten willen vooral Indiers ‘opvoeden’ maar geen macht delen (alles voor, niets door het volk?)
  • Oprichting Indian National Congress: poging van hoogopgeleide Indiërs om (beperkte) invloed te krijgen in het bestuur.
  • Opvallend: samenwerking tussen Indiërs uit alle delen van India.
  • Britten zien INC als bedreiging: zijn bang dat ze alle macht in India willen.
  • Uitbreiding Britse koloniale macht nog steeds prioriteit.

Slide 33 - Diapositive

1876
1832
1857
Vanaf 1700
1765
Zeventiende eeuw
De Britten handelen via Bania's met het binnenland van India en blijven zelf in hun factorijen aan de kust
Centrale macht van de Mogolvorsten in India wordt steeds minder
Het verdrag van Allahabad. De machtsverhouding tussen Engeland en India verandert. 
Parlementaire toespraak van William Wilberforce. Britten gaan steeds meer lokale gebruiken verbieden
Kroning van Koningin Victoria als keizerin van Brits-Indië
De Grote Indiase Opstand

Slide 34 - Question de remorquage

Slide 35 - Vidéo

Slide 36 - Vidéo