Lidwoorden en Zelfstandig naamwoorden

Lidwoorden en Zelfstandig naamwoorden
1 / 11
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

Cette leçon contient 11 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Lidwoorden en Zelfstandig naamwoorden

Slide 1 - Diapositive

Doelen
Je weet welke lidwoorden er zijn en kan deze aanwijzen.
Je weet het verschil tussen een onbepaald lidwoord en bepaald lidwoord.
Je kunt een zelfstandig naamwoord aanwijzen in de zin.

Slide 2 - Diapositive

Slide 3 - Diapositive

Lidwoord
Geen lidwoord
De
Het
Een
Voor
Ik
Doen

Slide 4 - Question de remorquage

Lidwoorden (lw)
de, het, een
- hoort bij een zn
Vb: De meisjes hebben een nieuwe tas gekocht.

Slide 5 - Diapositive

Bepaald of onbepaald?
bepaald lidwoord (blw)
de, het
onbepaald lidwoord (olw)
een
Ik heb een film gekeken. > staat niet vast welke film
Ik heb de film gekeken.  > staat wel vast welke film

Slide 6 - Diapositive

bepaald lidwoord
onbepaald lidwoord
geen lidwoord
een
de
het
in
op
bij
dit
deze

Slide 7 - Question de remorquage

Slide 8 - Diapositive

Zelfstandig naamwoorden (zn)
mensen, dieren, dingen, planten, gevoelens, namen
- heeft enkelvoud en meervoud
- je kunt er een verkleinwoord van maken
- je kunt er de, het of een voor zetten

Slide 9 - Diapositive

Zelfstandig naamwoord
Op school doen we regelmatig spelletjes tijdens de les.

Slide 10 - Diapositive

lidwoord
zelfstandig naamwoord
werkwoord
zelfstandig naamwoord
werkwoord

Slide 11 - Question de remorquage