Qu'est-ce que LessonUp
Rechercher
Canaux
Connectez-vous
S'inscrire
‹
Revenir à la recherche
Dictionary Part 1
Woordenboek
Lesdoel:
Hoe gebruik ik een woordenboek?
1 / 34
suivant
Slide 1:
Diapositive
Engels
Middelbare school
vmbo b, k
Leerjaar 4
Cette leçon contient
34 diapositives
, avec
quiz interactifs
,
diapositives de texte
et
1 vidéo
.
Commencer la leçon
Partager
Imprimer la leçon
Éléments de cette leçon
Woordenboek
Lesdoel:
Hoe gebruik ik een woordenboek?
Slide 1 - Diapositive
Werken met het woordenboek
Waarom?
Het examen Engels is een leestoets. Bij dit examen mag je een woordenboek gebruiken.
Slide 2 - Diapositive
waarvoor gebruik
je een woordenboek?
Slide 3 - Carte mentale
Slide 4 - Diapositive
Slide 5 - Diapositive
Slide 6 - Diapositive
a) troebel
b) bodemloos
c) helder
Slide 7 - Diapositive
welke is juist?
A
troebel
B
bodemloos
C
helder
Slide 8 - Quiz
a) producten
b) papier
c) afval
Slide 9 - Diapositive
welke is juist?
A
producten
B
papier
C
afval
Slide 10 - Quiz
Het woordenboek
Je vindt in een woordenboek:
wat een woord betekent
hoe je het woord schrijft
of het een de- of het- woord is
wat een uitdrukking betekent.
Slide 11 - Diapositive
Slide 12 - Vidéo
Hoe gebruik je een woordenboek?
De woorden staan op alfabetische volgorde.
Gebruik de gidswoorden boven aan. Deze geven het 1e woord en het laatste woord van die pagina aan en helpen je beter zoeken naar het woord.
Bedenk welke vertaling het meest logisch in de zin is.
Zoek naar de stam van het woord: zie volgende pagina.
Slide 13 - Diapositive
Hoe zijn woorden in het woordenboek geregeld?
A
Op het aantal letters in het woord.
B
Op alfabetische volgorde (A, B, C, D...)
C
Willekeurig
Slide 14 - Quiz
put in the correct order:
y/o/m/d/a/q/j/k
Slide 15 - Question ouverte
Wat zijn na K de drie volgende letters in het alfabet?
A
H- I -J
B
L-M-O
C
P-Q-S
D
L-M-N
Slide 16 - Quiz
Zet de volgende letters in alfabetische volgorde
A
VUW
B
UVW
C
UWV
D
WUV
Slide 17 - Quiz
Waar staan de woorden in alfabetische volgorde?
A
tijdschrift, boek, krant
B
boek, krant ,tijdschrift
C
boek, tijdschrift, krant
D
krant, boek, tijdschrift
Slide 18 - Quiz
groen
zeur
dolk
uitje
juf
school
Slide 19 - Question de remorquage
afzakken
afdaling
afspreken
afbreken
Slide 20 - Question de remorquage
Zet de woorden in de juiste alfabetische volgorde
geweten
generaal
geval
geld
Slide 21 - Question de remorquage
De woorden staan op alfabetische volgorde.
Sleep het juiste woord naar het legen vak.
Troon
Troost
Trouwen
...........
prullenbak
deze woorden horen er niet bij
Toets
Tuintje
Trots
Tulp
Slide 22 - Question de remorquage
Leren begrijpen
De komende slides leggen uit hoe een woord in het woordenboek wordt uitgelegd. Je krijgt namelijk niet alleen de vertaling, maar heel veel informatie.
pea
[pi:] erwt;
be as like as two ~s
op elkaar gelijken als twee druppels water
Slide 23 - Diapositive
Leren begrijpen
pea
[pi:]
erwt;
be as like as two ~s
op elkaar gelijken als twee druppels water
[pi:]
Slide 24 - Diapositive
De vertaling van het woord
pea
[pi:]
erwt
;
be as like as two ~s
op elkaar gelijken als twee druppels water
erwt
Slide 25 - Diapositive
Leren begrijpen
pea
[pi:] erwt;
be as like as two
~s
op elkaar gelijken als twee druppels water
be as like two
Slide 26 - Diapositive
Leren begrijpen
pea
[pi:] erwt;
be as like as two
~s
op elkaar gelijken als twee druppels water
-s-
Slide 27 - Diapositive
Leren begrijpen
pea
[pi:] erwt;
be as like as two ~s
op elkaar lijken als twee druppels water
Slide 28 - Diapositive
Basisvorm
Staat in het woordenboek
Voorbeeld
bij werkwoord: hele werkwoord
lopen
Afgeleide vorm
Staat niet in het woordenboek
Voorbeeld
loop, loopt, liep
Slide 29 - Diapositive
Basisvorm
Staat in het woordenboek
Voorbeeld
bij zelfst. naamwoord: enkelvoud
kind
Afgeleide vorm
Staat niet in het woordenboek
Voorbeeld
kinderen
Slide 30 - Diapositive
Basisvorm
Staat in het woordenboek
Voorbeeld
bij bijv. naamwoord: zonder -e
klein
Afgeleide vorm
Staat niet in het woordenboek
Voorbeeld
kleine
Slide 31 - Diapositive
Stam van het woord
It was
extremely
cold outside. > stam = extreme
She
loved
her new phone. > stam = love
That is
unfair
. > stam = fair
They are
talking
too much. > stam = talk
We
went
home after class > stam = go
Slide 32 - Diapositive
Wat is de stam van het volgende woord:
waiting
Slide 33 - Question ouverte
Wat is de stam van het volgende woord:
walked
Slide 34 - Question ouverte
Plus de leçons comme celle-ci
Dictionary Part 1
27 days ago
- Leçon avec
34 diapositives
Engels
Middelbare school
vmbo b, k
Leerjaar 4
woordenboek gebruiken
6 days ago
- Leçon avec
40 diapositives
Engels
Middelbare school
vmbo b, k
Leerjaar 1,3
woordenboek gebruiken
2 days ago
- Leçon avec
40 diapositives
Engels
Middelbare school
vmbo b, k
Leerjaar 1,3
woordenboek gebruiken
September 2023
- Leçon avec
40 diapositives
Engels
Middelbare school
vmbo b, k
Leerjaar 1,3
woordenboek gebruiken
May 2022
- Leçon avec
44 diapositives
Engels
Middelbare school
vmbo b, k
Leerjaar 1,3
woordenboek gebruiken
December 2024
- Leçon avec
40 diapositives
Engels
Middelbare school
vmbo b, k
Leerjaar 1,3
woordenboek gebruiken
December 2024
- Leçon avec
40 diapositives
Engels
Middelbare school
vmbo b, k
Leerjaar 1,3
Lesson 20-Woordenboek gebruiken
October 2024
- Leçon avec
35 diapositives
Engels
Middelbare school
vmbo b, k
Leerjaar 1,3