4.3 + 4.4 Soorten brandstoffen en milieugevolgen

Hoofdstuk 4: Brandstoffen
§4.3 - Soorten brandstoffen
§4.4 - Milieugevolgen

1 / 18
suivant
Slide 1: Diapositive
ScheikundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

Cette leçon contient 18 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Hoofdstuk 4: Brandstoffen
§4.3 - Soorten brandstoffen
§4.4 - Milieugevolgen

Slide 1 - Diapositive

Herhaling
Bij verbranding ontstaan de oxiden van de atomen die in de (brand)stof zaten

  • Volledige verbranding
  • Onvolledige verbranding



Slide 2 - Diapositive

Herhaling

Slide 3 - Diapositive

Geef de reactievergelijking van de volledige verbranding van methaan (CH4).

Slide 4 - Question ouverte

Geef de kloppende reactievergelijking van de volledige verbranding van C4H8S

Slide 5 - Question ouverte

Leerdoelen §4.3
Je leert over fossiele brandstoffen.
Je leert over biobrandstoffen.
Je leert over waterstof als brandstof.
Je leert over het natuurlijk/versterkt broeikaseffect.
Je leert over zure regen.

Slide 6 - Diapositive

Lesdoelen
Na deze les kan je...
  1. Het verschil tussen het natuurlijke en het versterkte broeikaseffect uitleggen.
  2. Het verschil tussen een fossiele brandstof en een biobrandstof uitleggen.
  3. Het verschil tussen de snelle en de trage koolstofkringloop uitleggen.

Slide 7 - Diapositive

Slide 8 - Diapositive

De koolstof-kringloop

Slide 9 - Diapositive

Slide 10 - Vidéo

Welke brandstof hoort in de trage koolstofkringloop?
A
Aardgas
B
Bio-ethanol
C
Waterstof
D
Glucose

Slide 11 - Quiz

Welke brandstof hoort in de snelle koolstofkringloop?
A
Steenkool
B
Bio-ethanol
C
Aardgas
D
Waterstof

Slide 12 - Quiz

Broeikaseffect
In de atmosfeer bevinden zich broeikasgassen.
De 2 belangrijkste zijn water (H2O) en koolstofdioxide (CO2)

Broeikasgassen kunnen infrarode straling (warmte) absorberen. (vasthouden)

Slide 13 - Diapositive

Broeikaseffect
Als er teveel broeikasgassen vrijkomen op aarde ontstaat er een versterkt broeikaseffect.

Dit wordt voornamelijk door CO2 veroorzaakt. 

Slide 14 - Diapositive

Is het broeikaseffect altijd slecht?
A
ja, want hoe minder opwarming van de aarde hoe beter
B
nee, zonder natuurlijk broeikaseffect zou het hier te koud zijn
C
broeikasgassen zijn giftig en dat is slecht voor de gezondheid
D
geen idee kunnen we daar een keer les over krijgen?

Slide 15 - Quiz

Welk van de volgende uitspraken over het broeikaseffect is/zijn waar
A
Het broeikaseffect wordt veroorzaakt door chloorgas
B
Het broeikaseffect is nodig om leven te laten ontstaan op een planeet
C
Het versterkt broeikaseffect ontstaat door koolstofmonoxide
D
verbranden van fossiele brandstoffen zorgt voor versterkt broeikaseffect

Slide 16 - Quiz

Wat is het verschil tussen het natuurlijke en het versterkte broeikaseffect?

Slide 17 - Question ouverte

Groeps-
opdracht
10 minuten!

Klaar = door
met opgave
27, 29, 31 en
39 (HW)

Slide 18 - Diapositive