Les 11 Een Nederlander in Vlaanderen

Les 11 Een Nederlander in Vlaanderen
1 / 36
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsSecundair onderwijs

Cette leçon contient 36 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Les 11 Een Nederlander in Vlaanderen

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Diapositive

Groot verschil?
1. Waarin verschillen Nederlanders nu eigenlijk van Vlamingen? Kan je voorbeelden geven?
pg. 140

Slide 3 - Diapositive

Welke verschillen worden hier aangekaard?

Slide 4 - Diapositive

Verschillen uit cartoons
A Nederlanders zijn opvallender, extravaganter. Ze hebben ook een andere uitspraak.
B (West-)Vlamingen spreken veel dialecten en zijn daar trots op.
C Nederlanders begrijpen niet altijd wat Vlamingen zeggen.
D Woorden krijgen een andere betekenis in Nederland en Vlaanderen.

Slide 5 - Diapositive

Godfried Bomans, een groot Nederlands schrijver, wist het in de jaren zeventig al: een Vlaming is geen
Nederlander. Maar waarin verschillen ze dan van elkaar?

Slide 6 - Diapositive

JIGSAW
Boeken toe!

Slide 7 - Diapositive

Lees de vragen.
Waarom veranderde de titel van het programma al na enkele dagen?
Waarom vergelijkt Bomans een Vlaming en Nederlander met een kraai en een raaf?

Slide 8 - Diapositive

JIGSAW
Wisselen!

Slide 9 - Diapositive

Lees de tekst.

Slide 10 - Diapositive

Beantwoord de vragen.

Slide 11 - Diapositive

Slide 12 - Diapositive

2. Vooroordelen
pg. 141

Slide 13 - Diapositive

Oefentoets
Is er dan inderdaad een taalverschil tussen een Vlaming en een Nederlander? Annelies Bontjes, een
correspondente van het Nederlandse dagblad Trouw, verkent voor het Radio 1-programma Nieuwe feiten ons land.
Ze brengt na tien maanden verslag uit bij Lieven Vandenhaute over hoe zij het ervaart om als Nederlander tussen
de Vlamingen te leven en welke taalverschillen ze daarbij ondervindt.

Slide 14 - Diapositive

Beluister het fragment en beantwoord de vragen.
 

a. Annelies Bontjes woont inmiddels tien maanden in Vlaanderen. Welke invloed heeft dit op haar taal? (1 punt)
b. Is haar Nederlands een middel tot verbinden geworden? Hoezo? (2 punten)
c. Welke twee opmerkelijke feiten stelde ze vast als ze Vlamingen onder elkaar hoorde praten? (2 punten)
d. Verklaar: ‘Dit geeft de ziel van de Vlaming weer’. (1 punt)
e. Bestaat er dan geen tussentaal in Nederland? (1 punt)

Slide 15 - Diapositive

Slide 16 - Diapositive

Slide 17 - Diapositive

Vlamingen houden dus van hun dialect en willen dit te allen tijde spreken, beschermen, behouden. Nederlanders
hebben geen tussentaal of kennen althans niet dezelfde gevoeligheden als Vlaming

Slide 18 - Diapositive

JIGSAW
Boeken toe!

Slide 19 - Diapositive

Lees de vragen.
a. Waarom hebben Vlamingen de reflex om te zeggen: ‘Die Hollanders moeten ons niet komen vertellen hoe
het zit’? 
b. Een woordkeuze om iets te benoemen zegt vaak veel over hoe men over iets denkt. Zo vinden veel Nederlanders het Vlaams schattig, lieflijk, beleefd … Welk vooroordeel schuilt daarachter?

Slide 20 - Diapositive

JIGSAW
Wisselen!

Slide 21 - Diapositive

Lees de tekst.

Slide 22 - Diapositive

Beantwoord de vragen

Slide 23 - Diapositive

Slide 24 - Diapositive

JIGSAW
Boeken toe!

Slide 25 - Diapositive

Lees de vragen.

c.  Welke vooroordelen hebben Vlamingen over het Nederlands-Nederlands?
d Waarop kan de luidheid van de Nederlanders duiden?

Slide 26 - Diapositive

JIGSAW
Wisselen!

Slide 27 - Diapositive

Lees de tekst.

Slide 28 - Diapositive

Beantwoord de vragen

Slide 29 - Diapositive

Slide 30 - Diapositive

Hoe noem jij dit?

Slide 31 - Question ouverte

Hoe noem jij dit?

Slide 32 - Question ouverte

Bekijk de dialectenkaarten op pg. 143

Slide 33 - Diapositive

Welk duidelijk verschil stel je vast als je de woordvarianten in Nederland vergelijkt met die in
Vlaanderen?

Slide 34 - Question ouverte

Ander taaltje?
Nederlanders spreken dus anders dan Vlamingen. Kunnen we dan spreken van twee aparte talen?

Leestoets

Slide 35 - Diapositive

Hoekenwerk
Enkele verschillen in woordenschat onder de loep!

Slide 36 - Diapositive