Toets H8.1-3 Klas 3 AK Kwetsbare Planeet

AK Een kwetsbare planeet H8.1 8.2 8.3

SUCCES !

  • Als je op een afbeelding klikt krijg je een vergroting
1 / 33
suivant
Slide 1: Diapositive
AardrijkskundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

Cette leçon contient 33 diapositives, avec quiz interactifs et diapositive de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

AK Een kwetsbare planeet H8.1 8.2 8.3

SUCCES !

  • Als je op een afbeelding klikt krijg je een vergroting

Slide 1 - Diapositive

Zet in volgorde van lage naar hoge ecologische voetafdruk
België
Qatar
India
China

Slide 2 - Question de remorquage

Wat is niet een onderdeel van de ecologische voetafdruk?
A
voedsel
B
afval
C
energie
D
inkomen

Slide 3 - Quiz

Het verbouwen van de ingredienten voor bijvoorbeeld chocopasta kost                                           En het transport ervan kost                        . 

Op deze manier kun je van                                uitrekenen hoeveel ruimte daarvoor nodig is. Deze berekening heet de                                        voetafdruk. 

Als we de ruimte eerlijk over alle mensen zouden verdelen, heeft elke bewoner                         hectare beschikbaar. Het probleem is dat we nu per mens                            hecatare gebruiken! 

De aarde is te                       voor alle mensen die erop wonen.


Sleep de woorden naar de juiste plek
klein
2,8
1,7
Ecologische
producten
energie
ruimte

Slide 4 - Question de remorquage

Sleep de opmerkingen naar de juiste kolom. Je moet alles op de juiste plek slepen om 1 punt te verdienen.
Juist
Onjuist
Je voetafdruk wordt groter als je vaker per vliegtuig reist.
Je voetafdruk wordt kleiner als je minder vlees eet.
Meer televisie kijken heeft geen invloed op je voetafdruk.
Vaak en lang douchen zorgt voor een grotere voetafdruk.

Slide 5 - Question de remorquage

Waarom is leven op aarde niet mogelijk zonder broeikaseffect?

Slide 6 - Question ouverte

Hoe komt het dat fossiele brandstoffen opraken?
A
Het duurt miljoenen jaren om te maken
B
Het is veel te duur
C
We kunnen ze niet meer vinden
D
Ze zijn veel te ouderwets

Slide 7 - Quiz

Geef een omschrijving van het begrip 'duurzaam'

Slide 8 - Question ouverte

In welke landen hebben de grootste voetafdruk?
A
Westerse landen
B
Ontwikkelingslanden
C
Aziatische landen
D
Zuid-Amerikaanse landen

Slide 9 - Quiz

Welke 5 factoren zorgen ervoor dat er leven op aarde mogelijk is?

Slide 10 - Question ouverte

Hoe kun je de term 'ecologische voetafdruk' het beste omschrijven?
A
De ecologische voetafdruk zegt iets over hoeveel jij van de aarde gebruikt
B
De ecologische voetafdruk gaat over hoeveel ruimte jij inneemt
C
De ecologische voetafdruk heeft alleen te maken met het gebruik van het landoppervlak
D
De ecologische voetafdruk zegt iets over de bevolkingsdichtheid in een land

Slide 11 - Quiz

3 soorten migrantie
Politieke migratie
Economische migratie
Sociale migratie

Slide 12 - Question de remorquage

Welke fase van het transitiemodel?
A
2
B
3
C
4
D
5

Slide 13 - Quiz

Welke fase van het transitiemodel?
A
2
B
3
C
4
D
5

Slide 14 - Quiz

De wereldbevolking zal waarschijnlijk niet verder groeien dan 11 miljard omdat?
A
De natuur dan hard zal ingrijpen met veel natuurrampen
B
Het aantal kinderen dat erbij komt niet langer meer groeit
C
We kunnen niet meer mensen voeden,dus hongersnood en doden

Slide 15 - Quiz

Als de wereld bevolking toch 11 miljard wordt dan komt dat doordat:
A
Er toch meer kinderen worden geboren
B
omdat mensen ouder worden

Slide 16 - Quiz

Twee beweringen
1. De wereldbevolking neemt absoluut gezien nog steeds toe
2. De relatieve groei van de wereldbevolking neemt af
A
beide beweringen zijn juist
B
beide beweringen zijn onjuist
C
bewering 1 is juist, 2 onjuist
D
bewering 1 is onjuist, 2 juist

Slide 17 - Quiz

De wereldbevolking neemt toe.

Gaat het hier over relatieve groei of absolute groei? En waaraan zie je dat?
A
relatieve groei, je kunt de bevolkingsgroei aflezen in miljoenen.
B
relatieve groei, je kunt de bevolkingsgroei aflezen in percentages.
C
absolute groei, je kunt de bevolkingsgroei aflezen in miljoenen.
D
absolute groei, je kunt de bevolkingsgroei aflezen in percentages.

Slide 18 - Quiz

In welke fase van het demografisch transitie model zit dit land in 2016?
A
Fase 1
B
Fase 2
C
Fase 3
D
Fase 4

Slide 19 - Quiz

Bekijk de leeftijdsdiagram van dit land. Welke ontwikkeling zie je?
A
Land in ontwikkeling; veel geboorten, minder sterfgevallen
B
Een ontwikkeld land; minder/weinig geboorten, veel sterfgevallen
C
Ontwikkelingsland; veel geboorten, veel sterfte

Slide 20 - Quiz

Een bevolkingsprognose is
A
een voorspelling van de groei van de bevolking
B
een overzicht van de groei van de bevolking
C
de berekende verwachte ontwikkeling van de bevolking
D
de ontwikkeling van de immigratie en emigratie in een land

Slide 21 - Quiz

Je ziet:
A
Vergrijzing
B
Ontgroening
C
Aftakeling
D
Verzuiling

Slide 22 - Quiz

Op welke plek in het demografisch transitiemodel horen deze bevolkingspiramides

Slide 23 - Question de remorquage

Een land waar vergrijzing hoog is zit in fase 5 van het demografisch transitiemodel
A
Goed
B
Fout

Slide 24 - Quiz

Landen met een hoog vruchtbaarheidscijfer hebben een piramide als bevolkingsdiagram
A
goed
B
fout

Slide 25 - Quiz

Waardoor is het vruchtbaarheidscijfer afgenomen
A
vrouwen zijn minder vruchtbaar
B
mannen zijn minder vruchtbaar
C
vrouwen krijgen eerder kinderen
D
vrouwen krijgen later kinderen

Slide 26 - Quiz

Waar is de gemiddelde bevolkingsgroei het hoogst?
A
Australië
B
Azië
C
Zuid-Amerika
D
Afrika

Slide 27 - Quiz

Geef het verband tussen urbanisatiegraad en ontwikkeling van een land.

Slide 28 - Question ouverte

Koppel de tekstjes en foto's aan de juiste
manier van voedsel verbouwen.
Biologisch    
Schaalvergroting


.
Intensivering
Dit vind ik zelf
het beste idee!
Goed voor dieren, slecht voor de voetafdruk
Gigantische bedrijven zijn efficiënter

Slide 29 - Question de remorquage

Voedselcrisis =
A
ruzie over voedsel
B
teveel aan voedsel en dalende prijzen
C
allemaal fout
D
tekorten aan voedsel en stijgende prijzen

Slide 30 - Quiz

Duurzame energiebronnen zijn energiebronnen die nooit opraken.
A
Waar
B
Niet Waar

Slide 31 - Quiz

Hoe komt het dat er voedsel te korten ontstaan? Noem de 4 oorzaken.

Slide 32 - Question ouverte

Wat zijn 3 gevolgen van meer voedsel produceren?
A
regenwoud kappen, vervoeren van voedsel , meer plastic afval
B
Meer overstromingen, meer neerslag, minder ijskappen
C
regenwoud kappen, minder dieren, minder plastic afval

Slide 33 - Quiz