Betoog en presentatie 4 lessen

Periode 3
Betoog en presenteren
1 / 36
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMBOStudiejaar 2

Cette leçon contient 36 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 3 vidéos.

Éléments de cette leçon

Periode 3
Betoog en presenteren

Slide 1 - Diapositive

Planning
Les 1: Uitleg betoog (examen!!)- nadenken over argumenten
Les 2: Maken eigen betoog
Les 3: Prompt maken- betoog genereren-kritisch evalueren
Les 4: Eigen betoog/ AI-Betoog als bewijsmateriaal inleveren met kritische evaluatie!
Volgende lessen: Presenteren voorbereiden

Slide 2 - Diapositive

Les 1 Hoe maak ik een betoog?

Slide 3 - Diapositive

Wat is een betoog?
- overtuigende tekst
- eigen mening presenteren

Slide 4 - Diapositive

1. Voor het schrijven

Bedenk welke kant je op wil gaan
Zoek/lees de bronnen

Zorg dus dat je alle informatie al op een rijtje hebt, voordat je gaat schrijven
Bedenk je standpunt!!!

Slide 5 - Diapositive

Met verschillende argumenten onderbouw je je standpunt met als doel de lezer te overtuigen

Slide 6 - Diapositive

Structuur

Slide 7 - Diapositive

Structuur betoog
  • Inleiding:         - onderwerp introduceren + aandacht lezer trekken
                                  - formuleer de vraagstelling/het standpunt
  • Middenstuk:  - argument voor
                                  - argument voor
                                  - argument voor (afhankelijk van opdracht)
                                  - tegenargument + weerlegging
  • Slot:                   - samenvatting + conclusie

Slide 8 - Diapositive

Titel
Zorg ervoor dat de titel aanspreekt, nieuwsgierig maakt en aansluit bij de tekst. 

               Daarom is het vaak makkelijker om je titel pas aan het eind te verzinnen!

Slide 9 - Diapositive

INLEIDING
  1. - Stel een of meer directe vragen / retorische vraag
  2. - Uitdagende openingszin
  3. - Aanleiding voor het betoog (actualiteit)
  4. - Anekdote
  5. - Persoonlijke ervaring
  6. - Definitie of omschrijving: introductie van het onderwerp
  7. - Eindigen met je standpunt
Begin hier niet direct mee.
Start eerst met de kern, dan de inleiding en uiteindelijk het slot.

Slide 10 - Diapositive

Slide 11 - Vidéo

Slide 12 - Vidéo

Weerlegging

Een argument dat laat zien dat een argument zwak of onwaar is noemen we een weerlegging.

                                                                      Voorbeeld:

Het is fijn dat de aarde opwarmt, want dan kunnen we in ons eigen land lekker veel zonnen (argument voor). Maar de kans dat je huidkanker krijgt, wordt daardoor wel een stuk groter (argument tegen). Als je je echter genoeg insmeert met zonnebrandolie en niet te lang in de zon blijft,  is er niets aan de hand (weerlegging).

Slide 13 - Diapositive

SLOT
  • Herhaling van de stelling
  • Samenvatting (kortom, zoals we zagen, zoals is gebleken)
  • Conclusie (al met al, dus, derhalve, daarom, concluderend, hieruit volgt)
  • Aanbeveling of advies (de oplossing zou zijn als, mijn advies is)
  • Toekomstverwachting


  1. Je mag ook een combinatie maken!
  2. Niet: enkel de samenvatting van de argumentatie

Slide 14 - Diapositive

SLOT (vervolg)
Je kunt kiezen voor een 'uitsmijter' als laatste zin, zodat jouw tekst beter blijft hangen bij de lezer.
Doe dit alleen als je zin ook echt geschikt is, dus ergens op slaat!

Slide 15 - Diapositive

2. Tijdens het schrijven
Denk aan:

 Hoofdletters/kleine letters
Spelling
Interpunctie
Alinea's 

Slide 16 - Diapositive

Slide 17 - Vidéo

3. Afronden
Nog eens goed doorlezen

Alle argumenten op de juiste plek?
Goed gebruik gemaakt van signaalwoorden?
Heeft elk argument een eigen alinea?
Spelling/interpunctie?
Aantal woorden?

Slide 18 - Diapositive

Een betoog heeft als tekstdoel:
A
Informeren
B
Amuseren
C
Overtuigen
D
Activeren

Slide 19 - Quiz

Het zal mij verbazen als dit jaar de carnavalsoptocht in Den Bosch doorgaat. [Er wordt namelijk een erg harde wind voorspeld.]
A
Standpunt
B
Argument

Slide 20 - Quiz

Marcus is duidelijk te veel bezig geweest met de beest uithangen; nu heeft hij een flinke studievertraging opgelopen!

Wat is het argument in bovenstaande argumentatie?
A
Marcus heeft een flinke studievertraging opgelopen.
B
Marcus is duidelijk te veel bezig geweest met de beest uithangen.

Slide 21 - Quiz

[Het Nederlands verloedert] want jongeren gebruiken steeds meer Engelse woorden als spam, hacken, gamen, cool, relaxed en chill.
A
Argument
B
Standpunt

Slide 22 - Quiz

Wat doet een schrijver als hij als tekstdoel OVERTUIGEN heeft?
A
Hij legt uit en geeft vooral feiten.
B
Hij probeert je een mening te geven met argumenten.
C
Hij probeert je te overtuigen iets te gaan doen.
D
Hij schrijft een tekst die je voor de gezelligheid kunt lezen.

Slide 23 - Quiz

Ik denk niet dat de PVV veel stemmen zal krijgen bij de verkiezingen, want ik denk dat veel kiezers erg tevreden zijn over het beleid van premier Rutte.

Wat is het standpunt in bovenstaande argumentatie?
A
Ik denk niet dat de PVV veel stemmen zal krijgen bij de verkiezingen
B
Ik denk dat veel kiezers erg tevreden zijn over het beleid van premier Rutte

Slide 24 - Quiz

Als je een tegenargument weerlegt, dan ontkracht je het gegeven tegenargument en zeg je dus dat het tegenargument niet klopt.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 25 - Quiz

Even samenvatten
  • een betoog heeft als tekstdoel overtuigen
  • een betoog schrijf je naar aanleiding van een standpunt/stelling
  • een standpunt is een zin waarover je van mening kunt verschillen    
  • je gebruikt in een betoog argumenten(redenen) om je mening duidelijk te maken

Slide 26 - Diapositive

Hoe verzin je zelf een standpunt?


  • Standpunt is kort en krachtig
  • Een standpunt is zo eenvoudig mogelijk
  • Er mag geen ontkenning in staan
  • Je moet iets verzinnen waar mensen het oneens over kunnen zijn
  • Er mag geen argument in het standpunt staan

Slide 27 - Diapositive

Opdracht
Bedenk een standpunt/stelling en bedenk daar 3 voorargumenten, 1 tegenargument en 1 weerlegging bij. 

Let op: Je hoeft het betoog nog niet volledig te schrijven. Zorg dat je deze stelling en deze argumenten in een schema opslaat. Volgende les heb je dit nodig!

Slide 28 - Diapositive

Les 2 Betoog
Vorige les heb je een standpunt bedacht en voor-/tegenargumenten.  

Vandaag:
- Maak een betoog a.h.v. jouw standpunt en argumenten. Je hebt hier 30 minuten de tijd voor. 
Houd je aan de structuur van een betoog
timer
30:00

Slide 29 - Diapositive

Structuur betoog
  • Inleiding:         - onderwerp introduceren + aandacht lezer trekken
                                  - formuleer de vraagstelling/het standpunt
  • Middenstuk:  - argument voor
                                  - argument voor
                                  - argument voor (afhankelijk van opdracht)
                                  - tegenargument + weerlegging
  • Slot:                   - samenvatting + conclusie
timer
30:00

Slide 30 - Diapositive

Feedbackopdracht
- Wissel jouw betoog uit met een medestudent
- Kijk kritisch naar het gekregen betoog
- Klopt de opbouw van het betoog?
- Is het echt een standpunt?
-Zijn het betrouwbare argumenten?
- Wordt het tegenargument weerlegd?
- Klopt de conclusie?
- Hoe zit het met de schrijfstijl/spelling/grammatica?


timer
10:00

Slide 31 - Diapositive

Les 3 Stap 1:
Ga naar AI (microsoft Copilot/chat gpt) en maak een goede prompt bij jouw stelling en genereer een betoog. Een prompt is eigenlijk de opdracht voor AI. Die moet je dus heel duidelijk formuleren. 

Slide 32 - Diapositive

Stap 2:
- Je hebt nu een betoog gegenereerd.
Nu moet je de inhoud gaan beoordelen en vergelijken. Welke argumenten gebruikt AI? Welke argumenten had jij bedacht? Komt dit overeen? Waarom wel/niet? Hoe zit het met de schrijfstijl? Hoe zit het met de opbouw? Ben kritisch op jezelf, maar vooral ook op AI!!!! Schrijf je bevindingen op! Dit heb je ook nodig voor je presentatie.

Slide 33 - Diapositive

Stappenplan
- Prompt schrijven
- Betoog genereren
-- Kritisch beoordelen van betoog en vergelijken met jouw argumenten op schrift (wat deed AI goed, wat deed jij goed/niet goed? Opbouw, schrijfstijl?  Moest je veel aanpassen? etc. )
- BETOOG MET KRITISCHE VERGELIJKING INLEVEREN IN TEAMS


Slide 34 - Diapositive

Voorbereiden Presentatie Les 4
Overtuigend
Minimaal 4 min, max 6 min
(helft tijd betoog, helft tijd kritische evaluatie op betoog AI)
Niet voorlezen, steekwoorden toegestaan
Ppt mag, ter ondersteuning
Filmpje mag, valt buiten spreektijd. Max 1 min


Slide 35 - Diapositive

Inhoud presentatie
- Jouw betoog (stelling- argumenten- conclusie)
- Kritische blik op gegenereerd betoog  AI

Slide 36 - Diapositive