Cellen kgt

Organen en cellen
Cellen
Bronnen:
Malmberg methode Biologie en verzorging voor jou
Biologiepagina.nl
Bioplek.org
Biologieweb.nl
e.a. 
1 / 30
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolvmboLeerjaar 1

Cette leçon contient 30 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Organen en cellen
Cellen
Bronnen:
Malmberg methode Biologie en verzorging voor jou
Biologiepagina.nl
Bioplek.org
Biologieweb.nl
e.a. 

Slide 1 - Diapositive


Alle cellen in je lichaam hebben dezelfde vorm
timer
0:20
A
ja
B
nee
C
dat verschilt per persoon
D
bij een mens wel, bij een dier niet

Slide 2 - Quiz


Cellen
timer
0:20
A
zijn in werkelijkheid platte 'dingen'
B
lijken een beetje op een zakje met wat vocht.
C
zijn groter dan organen
D
zijn helemaal lege 'dingen'

Slide 3 - Quiz

Organen bestaan uit cellen. Een cel is heel erg klein. De cellen zijn de bouwstenen van je organen.

Door een microscoop kun je cellen bekijken. Ze lijken plat maar dat zijn ze in werkelijkheid niet. Er zijn verschillenden vormen, het lijken net zakje die gevuld zijn met water. 
rode bloedcel
Vorm: rond
Kan makkelijk door bloedvat
zenuwcel
Vorm: met lange uitlopers
Kan makkelijk contact maken met verschillende cellen
Soorten cellen
Botcel
Spiercel

Slide 4 - Diapositive

De vorm van de cel heeft te maken met de functie van de cel. 

Cellen kun je bekijken door een microscoop te gebruiken.

De cellen lijken dan plat in de afbeelding maar jij weet inmiddels dat dit in werkelijkheid niet het geval is. 
rode bloedcel
Vorm: rond
Kan makkelijk door bloedvat
zenuwcel
Vorm: met lange uitlopers
Kan makkelijk contact maken met verschillende cellen
Soorten cellen
Botcel
Spiercel

Slide 5 - Diapositive

Verschillen tussen plantencellen en cellen van dieren.
Alle cellen hebben een celmembraam, een celkern en cytoplasma. 
Bladgroenkorrels, celwand en grote vacuolen komen alleen voor in plantencellen.

dierlijke cel
plantencel

Slide 6 - Diapositive

Wat is een cel?
timer
1:00

Slide 7 - Question ouverte


Wat is de plantencel?
timer
0:20
A
1
B
2
C
3
D
4

Slide 8 - Quiz


Wat heeft een plantencel wel
wat een dierlijke cel niet heeft?
timer
0:20
A
celkern
B
cytoplasma
C
celmembraan
D
bladgroenkorrels

Slide 9 - Quiz

Dit weet je nu
1.  Je kunt vertellen en uitleggen wat een orgaan is en voorbeelden geven

2.  Je kunt vertellen en uitleggen wat een orgaanstelsel is en voorbeelden geven

3.  Je kunt vertellen en uitleggen wat een cel is en voorbeelden geven

4. Je kent het verschil tussen een plantencel en een dierlijke cel

5.  Je kunt van een torso de belangrijkste organen aanwijzen en benoemen





Slide 10 - Diapositive

Wat heb je geleerd vandaag?

Slide 11 - Question ouverte

Organen en cellen
Bronnen:
Malmberg methode Biologie en verzorging voor jou
Biologiepagina.nl
Bioplek.org
Biologieweb.nl
e.a. 

Slide 12 - Diapositive

Lesdoelen
Na deze les kunnen de leerlingen
  • de definitie van mitose benoemen
  • de reden waarom mitose plaatsvindt benoemen
  • na het bekijken van een filmpje de celdeling beschrijven
  • na het maken van de opdracht de fasen benoemen

Slide 13 - Diapositive

De mens
  • is opgebouwd door heleboel cellen
  • maken altijd nieuwe lichaamscellen
  • groeien

Slide 14 - Diapositive

Wat is mitose?
Gewone celdeling, waardoor twee dochter cellen van een moedercel ontstaan.

Slide 15 - Diapositive

Mitose
  • kerndeling
  • celdeling
  • plasmagroei
  • een moedercel
  • twee dochtercellen

Slide 16 - Diapositive

Slide 17 - Diapositive

Slide 18 - Vidéo

wat is de juiste volgorde?
A
mitose - celdeling - celstrekking - plasmagroei
B
celdeling - mitose - celstrekking - plasmagroei
C
mitose - celdeling - plasmagroei - celstrekking
D
celdeling - mitose - plasmagroei - celstrekking

Slide 19 - Quiz

Mitose
Meiose

Slide 20 - Question de remorquage

Elke gewone lichaamscel bevat
A
23 Chromosomen
B
34 Chromosomen
C
46 Chromosomen
D
92 Chromosomen

Slide 21 - Quiz

Hoeveel chromosomen heeft een menselijke cel?

Slide 22 - Question ouverte

Waar zitten de chromosomen in?

Slide 23 - Question ouverte

Wanneer kun je chromosomen zien?

Slide 24 - Question ouverte

Hoeveel paar chromosomen heeft de mens?

Slide 25 - Question ouverte

Welke cellen hebben geen paren chromosomen maar enkele chromosomen in de celkern?
A
Geslachtscellen
B
Lichaamscellen

Slide 26 - Quiz

Bij de mitose (=gewone celdeling) ontstaan nieuwe cellen die..........
A
Een ander aantal chromosomen heeft
B
Het zelfde aantal chromosomen heeft

Slide 27 - Quiz


Wat is juist?
A
1 celkern 2 genen
B
1 cel 2 chromosomen
C
3 DNA 4 gen
D
3 Chromosomen 4 DNA

Slide 28 - Quiz

Hebben plantencellen ook DNA?
A
Ja
B
Nee

Slide 29 - Quiz

Waar bestaan chromosomen uit?
A
Celplasma
B
DNA

Slide 30 - Quiz