1.2 Waarom koop je dat? Deel 2

• Economie
• Middelbare school
• vmbo k, t
• Leerjaar 2

	Vak: Economie Hoofdstuk: 1.2 Waarom koop je dat? Deel 2
1.	Lesopening
2.	Lesdoel + leergebiedoverstijgende doelen
3.	Arrangementen
4.	Instructie
5.	Begeleid inoefenen
6.	Zelfstandig werken
7.	Evaluatie

1. Lesopening

Pak je boek van economie op tafel en laat deze nog dicht op tafel liggen. 

Huiswerk controle:

1.2 opdracht 16 t/m 22

2. Lesdoel & leergebiedoverstijgende doelen

Aan het eind van deze les:

-Waarom er reclame gemaakt wordt.

-Je kunt met een percentage een getal uitrekenen. 

3. Arrangementen

- Verdiept: kijk of je zelfstandig aan de slag kunt of dat je mee wil doen aan de instructie na het benoemen van de lesdoelen en het lezen van de theorie. 

n.v.t.

- Basis: doe mee aan de mini-check. Alles goed? Zelfstandig aan de slag. Niet alles goed? Instructie volgen, daarna aan de slag. 

Jessica, Niek, Jaysen, Jochem, Jamie, Krystian & Gijs

- Intensief: doe mee aan de mini-check. Instructie volgen, kom aan de groepstafel zitten. 

n.v.t.

Verdiept arrangement:

Verdiept: n.v.t.

Huiswerk noteren + maken:

les: 1.2 deel 2

blz: 14 & 15

opdr: 23 t/m 28

Mini-check

Leerlingen in het basis en intensief arrangement doen mee met de mini-check. 

Welk nut kan reclame hebben voor consumenten?

In een winkel staan schoenen van € 69. Je krijgt er nu 35% korting op. Bereken het bedrag van de korting.

In een winkel staan schoenen van € 69. Je krijgt er nu 35% korting op. Welk bedrag moet je nu betalen?

Wie maakt wat:

3 vragen goed? Ga zelfstandig aan de slag:

les 1.2, opdracht 23 t/m 28, blz. 14 & 15

De rest doet mee met de instructie.

4. Instructie

Lees en kijk mee naar de volgende dia. 

Reclame

Alles wat winkeliers en fabrikanten doen om de aandacht op hun product te richten. 

Het doel is om jou of klanten over te halen om het product te gaan kopen. 

Reclame

Reclame

Korting berekenen

Stap 1: Maak van procent een komma getal --> ÷ 100. 

Voorbeeld: 50% ÷ 100 = 0,5 

                        75% ÷ 100 = 0,75

Stap 2: Vermenigvuldig (x) het komma getal met het totaal. 

Voorbeeld: 0,5 x €3,50 = €1,75

                        0,75 x €3,50 = €2,63

Manier 1

Te berekenen aantal of bedrag = procent ÷ 100 x totaal

Korting berekenen

Stap 1: zet de gegevens die je weet op de goede plek in de verhoudingstabel. 

Stap 2: ga eerst terug naar 1%, daarna bereken je de korting. 

Manier 2

Zet het in een verhoudingstabel

Korting			75%
Bedrag	€50,-		€............

Het totale bedrag = 100%

Korting berekenen

Stap 1: zet de gegevens die je weet op de goede plek in de verhoudingstabel. 

Stap 2: ga eerst terug naar 1%, daarna bereken je de korting. 

Manier 2

Zet het in een verhoudingstabel

Korting	100%	1%	75%
Bedrag	€50,-	0,5	€25,-

Het totale bedrag = 100%

5. Begeleid inoefenen

Wie kan zelfstandig aan de slag (basis)?

Jessica, Niek, Jaysen, Jochem, Jamie, Krystian & Gijs: jullie gaan zelfstandig les 1.2, opdracht 23 t/m 28 maken op blz. 14 & 15. Lees goed de stukjes tekst. 

Wie heeft nog extra instructie/leeshulp nodig (intensief)?

Had je alle vragen van de mini-check fout?  Wij maken samen opdracht 26.

6. Zelfstandig werken

Je leest de blauwe & groene stukjes tekst op bladzijde 14 & 15. Hierna maak je opdracht 23 t/m 28 op blz. 14 en 15

Ben je klaar?

Dan kijk je het werk na en verbeter je waar nodig. 

Hierna maak je de rekenopdrachten 6 t/m 11 op blz. 34

 

7. Evaluatie

Hoe ging de les?

Heb je nog vragen of vind je nog iets lastig? 

Lesdoelen: 

-Waarom er reclame gemaakt wordt?

-Je kunt met een percentage een getal uitrekenen?

8. Huiswerk en toetsen

Huiswerk:

Woensdag 13 september

1.2 opdracht 23 t/m 28

Toetsen:

Geen