Beroepsprofiel 1 Onderwijs assistenten

Fysieke veiligheid betekent
A
Kind voelt zich mentaal veilig
B
Veilige ruimte om te ontwikkelen, zonder gevaren
C
Kinderen groeien gezond op
1 / 14
suivant
Slide 1: Quiz
OnderwijsassistentenMBOStudiejaar 1

Cette leçon contient 14 diapositives, avec quiz interactifs et diapositive de texte.

Éléments de cette leçon

Fysieke veiligheid betekent
A
Kind voelt zich mentaal veilig
B
Veilige ruimte om te ontwikkelen, zonder gevaren
C
Kinderen groeien gezond op

Slide 1 - Quiz

Noem de 7 fundamenten van ontwikkeling

Slide 2 - Question ouverte

Interactie betekent

Slide 3 - Question ouverte

Verschillen tussen jongens en meisjes

Slide 4 - Carte mentale

Zelfbesef betekent
Zelfwaardering betekent
Zelfvertrouwen betekent
Zelfkennis betekent
Vertrouwen in je eigen kunnen
Eigen 'ik' met kenmerken
Van uiterlijke kenmerken naar eigenschappen
Beschrijving die iemand van zichzelf geeft

Slide 5 - Question de remorquage

Zelfwaardering ontstaat door
A
Overtreffen van een ander
B
Door eigen waardering
C
Sociale vergelijking
D
Complimenten ontvangen

Slide 6 - Quiz

Een kind voelt dat er altijd iemand is die hem/haar beschermt, dat is...
A
Fysieke veiligheid
B
Emotionele veiligheid

Slide 7 - Quiz

Wat zijn kenmerken van een uitnodigende en uitdagende omgeving?

Slide 8 - Question ouverte

Waarom is interactie belangrijk voor een kind?

Slide 9 - Diapositive

Welke drie ontwikkelingsgebieden komen aan bod bij ontwikkelingsgericht werken?

Slide 10 - Question ouverte

Wat is het verschil tussen ontwikkelingsgericht en programmagericht werken?

Slide 11 - Question ouverte

Wat is de zone van de naaste ontwikkeling?
A
De ontwikkeling waar het kind zich op dat moment bevindt.
B
Vaardigheden die het kind nog niet zonder hulp kan uitvoeren

Slide 12 - Quiz

Voorbeelden van thematisch werken

Slide 13 - Carte mentale

Het doel van een georganiseerde activiteit is
A
Bevorderen van de ontwikkeling
B
Positieve interacties bevorderen
C
Betrekken van nieuwe of teruggetrokken kinderen in een groep
D
Het heeft geen doel

Slide 14 - Quiz