methodisch werken jaar 2

organisatie en uitvoering van activiteiten bij 0-4 jarigen
METHODISCH WERKEN 
1 / 25
suivant
Slide 1: Diapositive
Pedagogisch werkMBOStudiejaar 2

Cette leçon contient 25 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

organisatie en uitvoering van activiteiten bij 0-4 jarigen
METHODISCH WERKEN 

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

organisatie en uitvoering van activiteiten bij 0-4 jarigen
METHODISCH WERKEN 

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Aan het einde van deze les...
  1. Heb je kennis van de ontwikkelingsgebieden en welke activiteiten daarbij horen!
  2. Kun je benoemen hoe je de taalontwikkeling kunt stimuleren. 

Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

herhaling: welke woorden/zinnen horen bij ontwikkelingsgericht werken?

Slide 4 - Carte mentale

Cet élément n'a pas d'instructions

ontwikkelingsgericht werken is een grondhouding en bestaat uit 3 belangrijke punten:

1. je stelt de interesses, behoeften en ontwikkeling van kinderen centraal  
2. je biedt het kind kansen en uitdagingen   
3.  Zorgt dat kind zich emotioneel vrij en vertrouwd voelt. 

Slide 5 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

De verschillende ontwikkelingsgebieden en bijbehorende activiteiten:

Slide 6 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

ontwikkelingsgebieden
activiteiten:
lichamelijke ontwikkeling
rollen, lopen, dansen, springen, balanceren
cognitieve ontwikkeling
denken, taalontwikkeling
persoonlijke ontwikkeling
ontwikkeling van zelfbesef, beeldende ontwikkeling
sociale ontwikkeling
verbondenheid, rekening met elkaar houden
emotionele ontwikkeling
ontwikkeling van gevoelens e en basisveiligheid
grove/fijne motoriek
ontwikkeling van empathie

Slide 7 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

welke van de volgende punten hoort NIET bij de lichamelijke ontwikkeling:
A
grove motoriek
B
fijne motoriek
C
zintuigelijke motoriek
D
expressieve en beeldende ontwikkeling

Slide 8 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

wat hoort NIET bij de cognitieve ontwikkeling:
A
denken
B
activiteiten met begrijpen en benoemen, ordenen en meten.
C
taalontwikkeling
D
activiteiten waarin vertrouwen in jezelf en anderen gestimuleerd wordt.

Slide 9 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions


Stel je voor: Je bent PW'er en een ouder komt naar je toe en vraagt zich af hoe ze de taalontwikkeling van haar kind van 3 jaar kan stimuleren. Wat zeg je?

Slide 10 - Carte mentale

Cet élément n'a pas d'instructions

je kunt de taalontwikkeling stimuleren door:

  • benoemen (taalstimulerende interactie)
  • praten
  • zingen
  • voorlezen

Slide 11 - Diapositive

Taalstimulerende interactie;  ​ 
Je verwoordt al je handelingen ​ 
Je laat ook zien wat je bedoeld  ​ 
 ​ 
Interactie tussen kinderen bevorderen: ​ 
Hoe doe je dat?  ​ 
Kind komt naar je toe en zegt: maaike doet pijn. Wat zeg je dan?  ​ 
Laat het kind het zelf oplossen maar help wel waar nodig.  ​ 
 ​ 
Voorbeeld: ​ 
Vraag maar aan Yenthe of je mee mag spelen ​ 
Zeg maar tegen bas dat jij die auto had ​ 
Vertel maar Evita, wat je plannetje is: boriss en Sanne willen dat wel horen, toch?  ​ 
 ​ 
Lezen en voorlezen ​ 
https://www.youtube.com/watch?v=WAc1Be8XU_c ​ 
 ​ 
Vertelkastje ​ 
 https://www.youtube.com/watch?v=17
 ​ 

Taalstimulerende interactie:

  • Je verwoordt al je handelingen ​EN laat zien wat je bedoeld  

Slide 12 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Bedenk een concreet voorbeeld van taalstimulerende interactie:

Slide 13 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

2. Taalontwikkeling stimuleren door praten:
Belangrijk: je stimuleert het kind niet alleen dingen naar jou uit te spreken maar ook onderling.   


Slide 14 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoe bevorder je de interactie tussen kinderen? ​
Kind komt naar je toe en zegt: maaike doet pijn. Wat zeg/doe je dan? ​

Slide 15 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

je kunt de taalontwikkeling stimuleren door:

  • benoemen (taalstimulerende interactie)
  • praten
  • zingen
  • VOORLEZEN... filmpje kijken van 5 minuten!

Slide 16 - Diapositive

Taalstimulerende interactie;  ​ 
Je verwoordt al je handelingen ​ 
Je laat ook zien wat je bedoeld  ​ 
 ​ 
Interactie tussen kinderen bevorderen: ​ 
Hoe doe je dat?  ​ 
Kind komt naar je toe en zegt: maaike doet pijn. Wat zeg je dan?  ​ 
Laat het kind het zelf oplossen maar help wel waar nodig.  ​ 
 ​ 
Voorbeeld: ​ 
Vraag maar aan Yenthe of je mee mag spelen ​ 
Zeg maar tegen bas dat jij die auto had ​ 
Vertel maar Evita, wat je plannetje is: boriss en Sanne willen dat wel horen, toch?  ​ 
 ​ 
Lezen en voorlezen ​ 
https://www.youtube.com/watch?v=WAc1Be8XU_c ​ 
 ​ 
Vertelkastje ​ 
 https://www.youtube.com/watch?v=17
 ​ 

5

Slide 17 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

00:20
je ziet dat de kinderen plaatjes van het boek in handen hebben. Wat zou het doel hiervan zijn?

Slide 18 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

02:06
Hoe maakt de ped.medewerker gebruik van mimiek? (lichaamstaal, gebaren). Hoe reageren de kinderen hierop?

Slide 19 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

03:32
Wijkt ze soms van de tekst af door er zelf er iets bij te bedenken? Is dat goed of juist niet vind jij?

Slide 20 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

04:22
Wat vind je van de intonatie (toonhoogte/stemgeluid) in de stem van de ped.medewerker?

Slide 21 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

04:57
Bijna niets is zo goed voor de taalontwikkeling als lezen! Noem eens 3 redenen waarom lezen goed is voor een kind:

Slide 22 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Waarom noemen we het eigenlijk geen vadertaal?
De allereerste taalontwikkeling begint al in de baarmoeder. In de moederschoot. Zodra het gehoor van de foetus is ontwikkeld, luistert hij al naar het ritme van zijn moederstaal.

Slide 23 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

maak de zin af: ik denk dat het belangrijkste wat ik vandaag geleerd heb, was...

Slide 24 - Carte mentale

Cet élément n'a pas d'instructions


Wie was aanwezig vandaag? Vul je naam in:

Slide 25 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions