Cette leçon contient 35 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.
Éléments de cette leçon
lessonup.app
Pak je boek, schrift en rekenmachine
log in met je mobiel
Gebruik je eigen naam!
Slide 1 - Diapositive
Planning
Introductie
Verhoudingen
Rekenen aan reacties
Afsluiting
LD 8. Ik kan met de massaverhouding rekenen aan chemische reacties.
Slide 2 - Diapositive
Je kunt:
Uitleggen wat bedoeld wordt met de regel dat ‘stoffen in een vaste massaverhouding met elkaar reageren’.
Zelf, door gebruik te maken van atoommassa’s en een kloppende reactievergelijking, de massaverhouding waarin stoffen met elkaar reageren of reactieproducten ontstaan, berekenen.
Met behulp van het bovenstaande en de ‘wet van behoud van massa’ berekeningen aan reacties uitvoeren waarbij je bijvoorbeeld de massa(‘s) van de beginstof(fen) of reactieproduct(en) berekent.
Planning
Introductie
Verhoudingen
Rekenen aan reacties
Afsluiting
LD 8. Ik kan met de massaverhouding rekenen aan chemische reacties.
Slide 3 - Diapositive
4.3 Rekenen aan reacties
Slide 4 - Diapositive
aantal: 40
Slide 5 - Diapositive
aantal: 40
Hoeveel poedersuiker is nodig voor 60 koekjes?
Slide 6 - Diapositive
Verhouding
Voor 40 koekjes is 100 g poedersuiker nodig.
Voor 60 koekjes is
100 * 1,5 = 150 g poedersuiker nodig
Roomboter voor 60 koekjes:
175 g * 1,5 = 262,5 g roomboter nodig
Hoeveel koekjes je ook maakt, de verhoudingen tussen de ingrediënten moeten gelijk blijven!
4060=1,5
Slide 7 - Diapositive
Slide 8 - Diapositive
Bakpoeder
dinatriumdifosfaat (s) + natriumwaterstofcarbonaat (s)
--> koolstofdioxide (g) + water (g) + natriumfosfaat (s)
Slide 9 - Diapositive
Massaverhouding bij chemische reactie
Massaverhouding van de reactie van bakpoeder:
25 g dinatriumdifosfaat reageert met 21 g natriumwaterstofcarbonaat.
Stel je hebt 2,5 g dinatriumdifosfaat. Hoeveel g natriumwaterstofcarbonaat heb je dan nodig?
Rekenen met verhoudingen, hoe doe je dat?
Met verhoudingstabel
Slide 10 - Diapositive
Willen jullie zelf oefenen of klassikaal?
Slide 11 - Diapositive
natriumwaterstofcarbonaat
natriumwaterstofcarbonaat
Slide 12 - Diapositive
natriumwaterstofcarbonaat
natriumwaterstofcarbonaat
Slide 13 - Diapositive
natriumwaterstofcarbonaat
natriumwaterstofcarbonaat
Slide 14 - Diapositive
natriumwaterstofcarbonaat
natriumwaterstofcarbonaat
Slide 15 - Diapositive
natriumwaterstofcarbonaat
natriumwaterstofcarbonaat
Slide 16 - Diapositive
Slide 17 - Diapositive
Slide 18 - Diapositive
Hoeveel natriumwaterstofcarbonaat is nodig als je 4 g dinatriumdifosfaat hebt?
Massaverhouding van de reactie van bakpoeder: 25 g dinatriumdifosfaat reageert met 21 g natriumwaterstofcarbonaat. Hierbij ontstaat 11 g koolstofdioxide. Hoeveel g koolstofdioxide ontstaat als je 4 g dinatriumdifosfaat hebt en genoeg natriumwaterstofcarbonaat?
Slide 22 - Question ouverte
Maar, hoe kom je aan de massaverhouding?
Slide 23 - Diapositive
Hoe kom je aan de massaverhouding?
Met:
de kloppende reactievergelijking
de molecuulmassa's
en de wet van behoud van massa
Slide 24 - Diapositive
Massaverhouding
Massaverhouding koper en zwavel:
Koper (s) + zwavel (s) --> kopersulfide (s)
Cu (s) + S (s) --> CuS (s)
1 atoom koper reageert met 1 atoom zwavel
de massa van 1 atoom koper = 63,55 u
de massa van 1 atoom zwavel = 32,06 u
Koper en zwavel reageren in de massaverhouding 63,55 : 32,06
Slide 25 - Diapositive
Massaverhouding
Massaverhouding koper en zwavel:
Koper en zwavel reageren in de massaverhouding 63,55 : 32,06
koper
zwavel
kopersulfide
coëfficiënten in RV
1
1
1
massa in u
63,55
32,06
Slide 26 - Diapositive
Massaverhouding
Massaverhouding koper en zwavel:
Koper en zwavel reageren in de massaverhouding 63,55 : 32,06
koper
zwavel
kopersulfide
coëfficiënten in RV
1
1
1
massa in u
63,55
32,06
95,61
Slide 27 - Diapositive
Massaverhouding
Massaverhouding koper en zwavel:
Koper en zwavel reageren in de massaverhouding 63,55 : 32,06
koper
zwavel
kopersulfide
coëfficiënten in RV
1
1
1
massa in u
63,55
32,06
95,61
massa in g
63,55
32,06
95,61
63,55 u is niet gelijk aan 63,55 g, maar we hebben het hier over verhoudingen!
Slide 28 - Diapositive
Nog een voorbeeld
Magnesium en zuurstof vormt magnesiumoxide:
2 Mg (s) + O2 (g) --> 2 MgO (s)
massa 2 Mg = 2 * 24,31 u = 48,62 u
massa 1 O2 = 2 * 16,00 = 32,00 u
de massaverhouding tussen magnesium en zuurstof = 48,62 : 32,00
de massaverhouding tussen magnesium en zuurstof = 3,04 : 2,0
Slide 29 - Diapositive
Slide 30 - Question ouverte
Antwoord
4 kalium atomen reageren met 2 zuurstofatomen
4 kalium = 4 * 39,10 = 156,40 u
2 zuurstof = 2 * 16,00 = 32,00 u
Verhouding van de reactie tussen kalium en zuurstof is 156,40 : 32:00
Slide 31 - Diapositive
Slide 32 - Question ouverte
Verhouding van de reactie tussen kalium en zuurstof is 156,40 : 32:00