Klas 3 week 49 les 1 2021





Lesdoelen (buts)
aan het begin van de les:

Uitbreiding woordenschat


Wat ga je doen?
Ga naar

SlimStampen chapitre 3 
Voca B
- Je leert woorden die te maken hebben met reizen, vervoermiddelen, vervoer en milieu
1 / 17
suivant
Slide 1: Diapositive
FransMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1,2

Cette leçon contient 17 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon





Lesdoelen (buts)
aan het begin van de les:

Uitbreiding woordenschat


Wat ga je doen?
Ga naar

SlimStampen chapitre 3 
Voca B
- Je leert woorden die te maken hebben met reizen, vervoermiddelen, vervoer en milieu

Slide 1 - Diapositive

Lesdoelen/buts
Aan het eind van de les:
- Weet ik wat de bedoeling is t.a.v. de inleveropdracht voor cijfer d.d. 21 januari 2022
- Heb ik SPV geoefend 








Slide 2 - Diapositive

Qu'est-ce qu'on va faire?
We gaan in groepjes vragen stellen en antwoorden geven waarin je informatie over jezelf geeft.


Slide 3 - Diapositive

Welkom!
Log je in?
Voornaam + eerste letter achternaam
Doe actief mee!

Slide 4 - Diapositive

choisir = kiezen
Hoe zeg je: hij kiest

Slide 5 - Question ouverte

réfléchir = nadenken
Hoe zeg je: wij denken na

Slide 6 - Question ouverte

réussir = slagen
Hoe zeg je: u slaagt

Slide 7 - Question ouverte

invullen = remplir
Hoe zeg je: zij (mnl.) vullen in

Slide 8 - Question ouverte

groeien = grandir
hoe zeg je: jij groeit

Slide 9 - Question ouverte

Qu'est-ce qu'on va faire?
We gaan kijken naar een instructiefilmpje over het vervoegen van werkwoorden op -ir in de passé composé

Maak aantekeningen!

Daarna gaan we de kennis toepassen

Slide 10 - Diapositive

Slide 11 - Lien

vullen = remplir
Hoe zeg je: jij hebt gevuld

Slide 12 - Question ouverte

blozen = rougir
Hoe zeg je: hij heeft gebloosd

Slide 13 - Question ouverte

nadenken = réfléchir
Hoe zeg je: jullie hebben nagedacht

Slide 14 - Question ouverte

WW op -ir

kiezen = choisir
eindigen = finir
nadenken = réfléchir
slagen = réussir
(in)vullen = remplir
groeien = grandir
blozen = rougir

Slide 15 - Diapositive

Qu'est-ce qu'on va faire?
Je gaat samen met een klasgenoot verder werken aan een opdracht van Francofolies chapitre 2

Slide 16 - Diapositive

Zelfstandig aan de slag met weektaak

In stilte werken zolang de timer loopt.
timer
20:00

Slide 17 - Diapositive