Cette leçon contient 18 diapositives, avec diapositives de texte et 1 vidéo.
La durée de la leçon est: 50 min
Éléments de cette leçon
2.4. De productie van behang
Slide 1 - Diapositive
Terugblik
Slide 2 - Diapositive
WAT IS WAT?
Slide 3 - Diapositive
2.4. De productie van behang
Slide 4 - Diapositive
WAT IS WAT?
Slide 5 - Diapositive
Aan het eind van deze paragraaf kun je:
benoemen wat er nodig is voor betaalde productie.
benoemen wat productiefactoren zijn en een voorbeeld noemen
uitleggen wat kapitaalgoederen zijn en hoe bedrijven deze verschaffen.
Wat gaan we leren?
Slide 6 - Diapositive
Kapitaal = Hulpmiddelen bij de productie in bedrijven (Kapitaalgoederen).
Arbeid = Het werken van mensen.
Natuur = Alles wat niet door mensen is gemaakt, zoals zonlicht, regenwater, grondstoffen uit de bodem.
Productiefactoren
Slide 7 - Diapositive
Er zijn twee soorten van produceren, waarvan één betaalde productie is.
Betaalde productie: Dat is iets wat bedrijven doen of maken tegen betaling.
Voorbeelden: Eten in een restaurant, een pizza bestellen, naar de kapper gaan etc.
Produceren
Slide 8 - Diapositive
Kapitaal = Hulpmiddelen bij de productie in bedrijven (Kapitaalgoederen).
Arbeid = Het werken van mensen.
Natuur = Alles wat niet door mensen is gemaakt, zoals zonlicht, regenwater, grondstoffen uit de bodem.
Ondernemerschap
Productiefactoren
Slide 9 - Diapositive
Kapitaalgoederen zijn goederen die je nodig hebt om te kunnen produceren.
Bijvoorbeeld: Machines, gebouw, robots, voertuigen, etc.
Kapitaalgoederen
Slide 10 - Diapositive
Investeren
Het kopen van kapitaalgoederen door bedrijven noemen we investeren!
Een bedrijf die bijvoorbeeld wilt uitbreidenen meer producten wilt produceren moet nieuwe machines erbij kopen dus investeren.
Investeren
Slide 11 - Diapositive
Slide 12 - Vidéo
VRAGEN?
Slide 13 - Diapositive
OPDRACHTEN
Maak de opdrachten H2.4 (1 t/m 7) op je chromebook Klaar? Ga dan aan de slag met de rekentrainer op pagina 68.
Alles wat je hier doet, hoef je thuis minder te doen!
Heb je vragen? Steek je hand op dan loop ik bij je langs.
Slide 14 - Diapositive
Gatentekst
1) _______ is iets doen of maken tegen betaling, bijvoorbeeld door bedrijven. Hiervoor zijn 2) _______ nodig. Dit zijn de middelen die nodig zijn om te produceren. Dit zijn kapitaal, arbeid en natuur (KAN, KANO). 3) _______ zijn machines, gebouwen, gereedschappen en grondstoffen die nodig zijn om iets te maken. 4) _______ is de tijd en de inzet van mensen die iets maken of doen. 5) _______ zijn de natuurlijke hulpbronnen die gebruikt worden om iets te maken, zoals olie, gas, hout en water. 6) _______zijn goederen die nodig zijn om te kunnen produceren, zoals machines en gebouwen. 7) _______betekent het aanschaffen van kapitaalgoederen om zo meer productie mogelijk te maken en inkomsten te vergroten.
Vul in in de tekst!
Investeren
Natuur
Kapitaal
Betaald produceren
Kapitaalgoederen
Arbeid
Productiefactoren
Slide 15 - Diapositive
Gatentekst
BETAALD PRODUCEREN is iets doen of maken tegen betaling, bijvoorbeeld door bedrijven. Hiervoor zijn PRODUCTIEFACTOREN nodig. Dit zijn de middelen die nodig zijn om te produceren. Dit zijn kapitaal, arbeid en natuur (KAN, KANO). KAPITAAL zijn machines, gebouwen, gereedschappen en grondstoffen die nodig zijn om iets te maken. ARBEID is de tijd en de inzet van mensen die iets maken of doen. NATUUR zijn de natuurlijke hulpbronnen die gebruikt worden om iets te maken, zoals olie, gas, hout en water. KAPITAALGOEDEREN zijn goederen die nodig zijn om te kunnen produceren, zoals machines en gebouwen. INVESTEREN betekent het aanschaffen van kapitaalgoederen om zo meer productie mogelijk te maken en inkomsten te vergroten.
Slide 16 - Diapositive
Huiswerk voor de volgende les:
Maken alle opgaven van hoofdstuk 2.4 op je chromebook inclusief rekentrainer en test jezelf.