Kelkbladeren > beschermen de bloem als die nog in knop zit
Nectarkliertjes maken nectar > zoete vloeistof > lokt insecten
Stamper > vrouwelijk deel van de bloem > voor voortplanting
Meeldraden > mannelijke delen van de bloem > voor voortplanting
Slide 2 - Diapositive
10.5 Voortplanting van planten
Meeldraden en stampers
Meeldraden - bestaan uit een helmdraad en helmknop - maken stuifmeelkorrels > mannelijke voortplantingscellen - stuifmeelkorrels samen noem je stuifmeel
Stamper - bestaat uit de stempel, stijl en vruchtbeginsel (dikke onderkant) - hierin zitten zaadbeginsels > bevatten eicellen (1 eicel in ieder zaadbeginsel) - eicellen zijn vrouwelijke voortplantingscellen
Stuifmeelkorrel + eicel = (bevrucht) zaadje
Slide 3 - Diapositive
10.5 Voortplanting van planten
Wat? Maken 10.5 – Opdracht 1 t/m 8
Hoe? Blz. 106 t/m 109
Hulp? Eerst overleggen met buur, daarna docent vragen.
Tijd? 20 minuten
Uitkomst? Opdracht 1 t/m 8 is af. Niet af? Rest is huiswerk.
Klaar? Samenvatting dikgedrukte woorden maken (lijst)
Slide 4 - Diapositive
10.5 Voortplanting van planten
Leerdoel(en) van deze les:
Je kunt beschrijven hoe de bestuiving bij insectenbloemen en windbloemen gaat
Je kunt uitleggen hoe een stuifmeelkorrel een eicel bevrucht
Je kunt uitleggen hoe na bevruchting vruchten en zaden ontstaan
Slide 5 - Diapositive
10.5 Voortplanting van planten
Hoe komen stuifmeelkorrels op de stamper?
Insectenbloemen > insecten vervoeren stuifmeel - insecten komen op bloem af > bloem geurt, bloem fel gekleurd is of bloem nectar bevat - stuifmeel plakt aan insect vast en insect gaat naar volgende bloem - stuifmeelkorrels blijven plakken op stamper van volgende bloem
Windbloemen > stuifmeelkorrels van windbloemen zijn heel klein en licht - bij windbloemen neemt de wind stuifmeel mee - windbloemen zijn klein en hebben geen geur - meeldraden en stampers hangen ver uit de bloem
Slide 6 - Diapositive
10.5 Voortplanting van planten
Wat gebeurd er na de bestuiving?
Stuifmeelkorrel groeit naar eicel toe
stuifmeelkorrel beland op stamper
er groeit een buisje uit > de stuifmeelbuis
kern van stuifmeelkorrel gaat tijdens groeien van stuifmeelbuis mee naar vruchtbeginsel
stuifmeelbuis eindigt in het zaadbeginsel bij een eicel
kern van stuifmeelkorrel dringt eicel binnen
kern van stuifmeelkorrel versmelt met kern eicel > bevruchting
er ontstaat een zaadje
Slide 7 - Diapositive
10.5 Voortplanting van planten
Er ontstaan vruchten met zaden
Bloemen verschrompelen - kroonbladeren verkleuren, verschrompelen en vallen af - bij veel vruchten blijven kelkbladeren zitten
Zaadbeginsel wordt zaad - bevruchte eicel ontwikkelt zich tot kiem > kiem is het jonge plantje wat in het zaad zit - terwijl kiem groeit ontwikkelt rest van zaadbeginsel zich tot zaad - zaad bestaat uit een kiem en twee zaadlobben met reservevoedsel - de kiem gebruikt het reserve voedsel tijdens het ontkiemen > als jonge plantje uit zaadje komt
Het vruchtbeginsel wordt vrucht - het vruchtbeginsel gaat groeien en verandert in een vrucht - alle vruchten hebben één of meer zaden - voortplanting is pas klaar als zaden op een plek komen waar ze kunnen ontkiemen en uitgroeien tot nieuwe plant
Slide 8 - Diapositive
10.5 Voortplanting van planten
Wat? Maken 10.5 – Opdracht 9 t/m 20
Hoe? Blz. 110 t/m 115
Hulp? Eerst overleggen met buur, daarna docent vragen.
Tijd? 20 minuten
Uitkomst? Opdracht 9 t/m 20 is af. Niet af? Rest is huiswerk.
Klaar? Samenvatting dikgedrukte woorden maken (lijst)
Slide 9 - Diapositive
10.5 Voortplanting van planten
Leerdoel(en) van deze les:
Je kunt uitleggen hoe een zaadje gebouwd is en hoe een nieuw plantje uit een zaadje groeit
Je kunt beschrijven hoe planten ontstaan zonder dat er bevruchting is geweest
Slide 10 - Diapositive
10.5 Voortplanting van planten
Hoe groeit uit een zaadje een nieuwe plant?
De kiem en de ontkieming - bevruchte eicel ontwikkelt zich tot kiem - de kiem is jong plantje in het zaadje - om zaadje zit een zaadhuid > beschermt de kiem - kiem zit tussen twee zaadlobben > bevatten voedingsstoffen - na voldoende water en warmte begint het ontkiemen van de plant
Slide 11 - Diapositive
10.5 Voortplanting van planten
Hoe groeit uit een zaadje een nieuwe plant?
Slide 12 - Diapositive
10.5 Voortplanting van planten
Wat gebeurt er in een plantenleven?
Levenscyclus van een plant:
Zaden ontkiemen er groeit een nieuwe plant in het voorjaar
Jong plantje wordt volwassen plant
Volwassen plant krijgt bloemen
Uit bloemen ontstaan zaden
Zaden worden verspreid en in het nieuwe voorjaar gaan ze ontkiemen
Slide 13 - Diapositive
10.5 Voortplanting van planten
Hoe gaat voortplanting zonder bevruchting?
Voortplanting met bevruchting - geslachtelijke voortplanting - zaden
Knollen > verdikte stengels die onder de grond groeien - knollen krijgen uitlopers, hieruit groeien nieuwe planten, bijv. aardappel
Bollen > stukje stengel onder de grond met korte, dikke bladeren - in de dikke bladeren zit reservevoedsel > rokken - tussen de rokken ontstaan klisters > deze groeien uit tot nieuwe bollen uit nieuwe bollen kunnen nieuwe planten groeien, bijv. uien en tulpen
Uitlopers > sommige planten maken lange stengels boven de grond - aan deze lange stengels komen wortels waaruit nieuwe planten groeien
Slide 15 - Diapositive
10.5 Voortplanting van planten
Wat? Maken 10.5 – Opdracht 21 t/m 29
Hoe? Blz. 115 t/m 119
Hulp? Eerst overleggen met buur, daarna docent vragen.
Tijd? 20 minuten
Uitkomst? Opdracht 21 t/m 29 is af. Niet af? Rest is huiswerk.
Klaar? Samenvatting dikgedrukte woorden maken (lijst)