1 Het is dit najaar buitengewoon warm, deze temperatuur hoort bij de zomer.
2 In de Hongerwinter werd het uiterste bereikt, mensen hadden geen eten meer.
3 De sfeer tussen die twee jongens is relaxt, ze hebben hun ruzie bijgelegd.
4 De leraar probeert het conflict in de klas met praten op te lossen.
5 Zo af en toe leest Hamid een boek.