Oefentoets Lezen (Fast Fashion) pww1, havo 2

• Nederlands
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 2

Oefentoets Lezen, havo 2

Bij welk tekstverband hoort dit signaalwoord?
inmiddels

1. chronologisch
2. opsommend
3. tegenstellend
4. toelichtend

Bij welk tekstverband hoort dit signaalwoord?
tegenover

1. chronologisch
2. opsommend
3. tegenstellend
4. toelichtend

Bij welk tekstverband hoort dit signaalwoord?
zoals

1. concluderend
2. opsommend
3. tegenstellend
4. toelichtend

Bij welk tekstverband hoort dit signaalwoord?
ten eerste

1. concluderend
2. opsommend
3. tegenstellend
4. toelichtend

Lees tekst 1.

Wat is het onderwerp van de tekst?

1. de kledingindustrie
2. Fast Fashion
3. Free Fashion Challenge
4. Slow Fashion

In alinea 1 staat onder andere een opsommend verband. Aan welk(e) signaalwoord(en) herken je dit tekstverband?

Antwoord:

Aan de signaalwoorden 'en' en 'ook'.

Citeer de kernzin van alinea 2.

Antwoord:

"Fast Fashion is ... groot geworden zijn."

Citeer de kernzin van alinea 3.

Kernzin:

"Fast Fashion bestaat ... het

   straatbeeld ingrijpend veranderd."

‘Fast Fashion maakt het helemaal ingewikkeld, [...].’ (al. 6) Hoe komt dat?

1. Binnen het modesysteem zijn tegengestelde verlangens en processen vertegenwoordigd.
2. De modewereld heeft ruimte gecreëerd voor drie begrippen: snel, veel, goedkoop.
3. Het modesysteem is in de greep van paradoxen geraakt.
4. We kopen steeds sneller mode, maar wat we kopen is ook sneller uit de mode.

Waarom is er geen sprake van duurzaamheid in de klerenkast van de Nederlandse consument, volgens het onderzoek Slow Fashion, duurzaamheid in uw klerenkast? (al. 7)

1. De fabrikanten produceren te veel in minder tijd.
2. We gaan te veel mee met extreem wisselende trends.
3. We gooien veel te veel kleding weg.
4. We kopen jaarlijks bijna dertig stuks kleding.

Aan welke signaalwoorden herken je het tegenstellend verband in alinea 8?

Antwoord:

Toch, Maar, maar 

Wat is de hoofdgedachte van de tekst?

1. Fast Fashion is de naam voor het soort winkelcollecties waarmee H&M, Mango en Zara groot geworden zijn.
2. Fast Fashion is een verschijnsel in de modewereld dat moeilijk uit te bannen is.
3. Het grootste deel van kleding die mensen kopen, eindigt in de prullenmand.
4. Het is voor iedereen aan te bevelen om mee te doen aan de Free Fashion Challenge.

Lees tekst 2. 

Wat is het onderwerp van de tekst?

1. de handigheid van de streepjescode voor supermarkten
2. (de ontwikkeling en toepassingen van) de streepjescode
3. de telefoonapplicatie BoodschApp
4. de zestigste verjaardag van de streepjescode

Leg het verschil uit tussen ‘fysieke’ winkels en virtual shops.

Citeer de kernzin van alinea 5.

Kernzin:

Aan het begin ...  een product is.

In alinea 7 zit een toelichtend verband, een opsommend verband en een chronologisch verband. Schrijf de signaalwoorden uit alinea 7 op die horen bij deze verbanden.

Antwoord:

  toelichtend verband: bijvoorbeeld

  opsommend verband: en

  chronologisch verband: daarna

Hoe ging het maken van de oefentoets?

😒🙁😐🙂😃

Wat wil je nog extra gaan oefenen?