3H hoofd- en bijzinnen

3H
grammatica zinsdelen 

Hoofd- en bijzinnen
1 / 14
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

Cette leçon contient 14 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

3H
grammatica zinsdelen 

Hoofd- en bijzinnen

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Vidéo

Hoofd- en bijzinnen

Een zin die bestaat uit meerdere persoonsvormen noemen we een samengestelde zin. 

Een samengestelde zin kan bestaan uit hoofdzinnen en bijzinnen.


In een hoofdzin staan onderwerp en persoonsvorm naast elkaar. Er kan geen ander zinsdeel tussen staan.


Slide 3 - Diapositive

Hoofd- en bijzinnen
Bijzinnen zijn zinnen die niet 'los' kunnen voorkomen.
  • De pv staat meestal achteraan.
  • Tussen pv en ond kunnen wél zinsdelen staan.

De hond verstopte al zijn botten (hoofdzin), omdat hij (ond) ze nog niet wilde (pv) opeten (bijzin).

Slide 4 - Diapositive

Hoofd- en bijzinnen
Nevenschikkende voegwoorden: en, want, maar, of
  • Verbinden twee hoofdzinnen of twee bijzinnen met elkaar.

Onderschikkende voegwoorden: omdat, terwijl, zodra, of enz.
  • Verbinden een hoofdzin en een bijzin met elkaar.

Slide 5 - Diapositive

hoofd- en bijzinnen

1 Het publiek begon te joelen, nadat de scheidsrechter de rode kaart liet zien.

2 Van onze trainer moeten we vroeg naar bed, want morgen spelen we een belangrijke wedstrijd.

3 Roberto wil heel graag surfen, maar hij vindt het nu te koud.

Slide 6 - Diapositive

Oefen hoofd- en bijzinnen

1 Het publiek begon te joelen, nadat de scheidsrechter de rode kaart liet zien.

2 Van onze trainer moeten we vroeg naar bed, want morgen spelen we een belangrijke wedstrijd.

3 Roberto wil heel graag surfen, maar hij vindt het nu te koud.

Slide 7 - Diapositive

Oefen hoofd- en bijzinnen

1 Het publiek |begon |te joelen, nadat de scheidsrechter |de rode kaart |liet | zien.

2 Van onze trainer moeten we vroeg naar bed, want morgen spelen we een belangrijke wedstrijd.

3 Roberto wil heel graag surfen, maar hij vindt het nu te koud.

Slide 8 - Diapositive

Oefen hoofd- en bijzinnen
->zin 2+ 3:  omcirkel het voegwoord en onderstreep de persoonsvorm en het onderwerp --> bepaal hoofdzin/bijzin en onderschikking/nevenschikking


1Het publiek |begon |te joelen, nadat de scheidsrechter |de rode kaart |liet | zien. = hoofdzin + bijzin = onderschikking

2 Van onze trainer moeten we vroeg naar bed, want morgen spelen we een belangrijke wedstrijd.

3 Roberto wil heel graag surfen, maar hij vindt het nu te koud.

Slide 9 - Diapositive

Van onze trainer moeten we vroeg naar bed, want morgen spelen we een belangrijke wedstrijd.
A
HZ + BZ
B
HZ + HZ
C
BZ + BZ
D
BZ + HZ

Slide 10 - Quiz

Roberto vroeg of ik morgen met hem mee wilde surfen.
A
HZ + BZ
B
HZ + HZ
C
BZ + BZ
D
BZ + HZ

Slide 11 - Quiz

Enkelvoudige en samengestelde zinnen
Maak opdracht 4 van je stencil over enkelvoudige en samengestelde zinnen
timer
10:00

Slide 12 - Diapositive

Hoofd- en bijzinnen
Maak opdracht 1 van je stencil over hoofd- en bijzinnen
timer
10:00

Slide 13 - Diapositive

Slide 14 - Lien