Pluriforme samenleving

Samenvatting pluriforme samenleving tot nu toe..
1 / 31
suivant
Slide 1: Diapositive
MaatschappijleerMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

Cette leçon contient 31 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Samenvatting pluriforme samenleving tot nu toe..

Slide 1 - Diapositive

Cultuur
Alle normen, waarden en gewoontes van een groep mensen. 

De typische Nederlander bestaat niet. 

Slide 2 - Diapositive

Voorbeelden van waarden, normen en gewoontes
Waarden
Eerlijkheid, sportiviteit, respect (gedrag wat waardevol is).
Normen 
Rekening houden met anderen (leefregels).
Gewoontes 
In de zomervakantie een baantje hebben, eten om zes uur 's avonds (wat voor jou gewoon is).

Slide 3 - Diapositive

Dus cultuur is...
Alle normen, waarden en gewoontes van een groep mensen

Slide 4 - Diapositive

Kenmerken Nederlandse cultuur

Slide 5 - Carte mentale

Opstaan voor een oudere in de bus.
A
Norm
B
Waarde
C
Gewoonte

Slide 6 - Quiz

Stoppen voor een rood stoplicht.
A
Norm
B
Waarde
C
Gewoonte

Slide 7 - Quiz

Een ander accepteren.
A
Norm
B
Waarde
C
Gewoonte

Slide 8 - Quiz


Binnen een cultuur heb je subculturen
Wat is een subcultuur?

Slide 9 - Diapositive

Subculturen 

Kleine cultuur binnen een grotere cultuur. Een kleine groep mensen. Bijvoorbeeld: skaters, gothics etc.

De grotere cultuur heet de dominante cultuur.


 

Slide 10 - Diapositive

Pluriforme samenleving
Een samenleving met allerlei culturen, zoals in Nederland.
Je kunt ook zeggen multiculturele samenleving.

Slide 11 - Diapositive

Een klein groepje mensen met dezelfde normen en waarden binnen een cultuur heet...

Slide 12 - Question ouverte

Wat is een ander woord voor multiculturele samenleving?

Slide 13 - Question ouverte

Subculturen

Slide 14 - Carte mentale

Vooroordelen en stereotypen
Zonder dat je iemand kent, heb je vaak meteen een beeld of oordeel. Als zo’n beeld niet op feiten is gebaseerd, noem je dat een vooroordeel. (= oordeel vooraf)

Vooroordelen ontstaan vaak doordat we stereotype beelden over bepaalde groepen hebben. (= vooroordeel over een hele groep)




Slide 15 - Diapositive

Discriminatie
Het anders behandelen op grond van iets dat niet van belang is. 

Voorbeeld: een vrouw krijgt minder salaris voor hetzelfde werk als een man.



Slide 16 - Diapositive

Op welke gebieden kan discriminatie plaatsvinden?

Slide 17 - Carte mentale

Belgen zijn dom.
A
Vooroordeel
B
Discriminatie
C
Stereotype
D
Feit

Slide 18 - Quiz

Er zitten 25 leerlingen in de klas.
A
Vooroordeel
B
Discriminatie
C
Stereotype
D
Feit

Slide 19 - Quiz

Jaap is lui en haalt daarom slechte cijfers.
A
Vooroordeel
B
Discriminatie
C
Stereotype
D
Feit

Slide 20 - Quiz

Ik vind vrouwen minder waard.
A
Vooroordeel
B
Discriminatie
C
Stereotype
D
Feit

Slide 21 - Quiz

Ik geef vrouwen geen hand omdat ik ze minder waard vind.
A
Vooroordeel
B
Discriminatie
C
Stereotype
D
Feit

Slide 22 - Quiz

Tolerantie
Tolerant zijn betekent dat je er geen probleem mee hebt dat mensen anders zijn of andere normen en waarden hebben dan jij. 

Slide 23 - Diapositive

Migratie naar Nederland
Door de tijd heen kwamen mensen om verschillende redenen naar Nederland. 
Migratie = verhuizen
Immigratie = Nederland  binnen komen
Emigratie = Nederland verlaten (Exit)

Slide 24 - Diapositive

Gastarbeider
Vluchteling
Voormalig kolonie
Turkije
Indonesië
Irak
Marokko
Suriname

Slide 25 - Question de remorquage

Wat is een asielzoeker?

Slide 26 - Question ouverte

Integratie, segregatie en assimilatie.

Integratie = nieuwkomers passen zich gedeeltelijk aan.
Segregatie= cultuurgroepen leven gescheiden.
Assimilatie = nieuwkomers passen zich volledig aan.

Slide 27 - Diapositive

Integratie betekent dat nieuwkomers:
A
zich helemaal aanpassen aan de Nederlandse cultuur.
B
zich gedeeltelijk aanpassen aan de Nederlandse cultuur.
C
zich helemaal niet aanpassen aan de Nederlandse cultuur.
D
geen Nederlands hoeven te leren.

Slide 28 - Quiz

Bij integratie hoort dat Nederlanders:
A
andere subculturen afwijzen
B
hun eigen cultuur opgeven
C
hun wetten aan nieuwkomers aanpassen
D
andere culturen accepteren

Slide 29 - Quiz

Leg uit waarom assimilatie het tegenovergesteld is van segregatie?

Slide 30 - Question ouverte

Als mensen naar een ander land                     , moeten zij zich                      aan de cultuur dat land. Als nieuwkomers zich aanpassen, maar ook hun eigen cultuur houden, noemen we dat                     . Soms zijn er problemen. De komst van nieuwkomers leidt tot veel 
                    . En nieuwkomers hebben andere                      en normen dan mensen die hier langer wonen. Daardoor ontstaan soms  
verhuizen
integratie
aanpassen
spanningen
waarden
veranderingen

Slide 31 - Question de remorquage