Leesvaardigheid 3.1

• Nederlands
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 3

Leesvaardigheid

Pak je module, schrift en pen

Je start zelfstandig en in stilte met de startopdracht.

Waarom kan de lyrisch ik de ander nog wel missen?

Vorige week

Leesvaardigheid

Deze week

Leesvaardigheid (afronden)

Nakijken (zelfstandig via SOM)

Vooruitblik

Lees je boek tijdig uit

'Ik zwaaide naar een man omdat ik dacht dat hij naar mij zwaaide. Maar kennelijk zwaaide hij naar een andere vrouw. Om uit de gênante situatie te ontsnappen, hield ik mijn hand omhoog, een taxi stopte en bracht me naar het vliegveld. Ik sta nu in Polen aan het begin van een nieuw leven.'

Je leest en analyseert de zakelijke teksten

Je leest je boek rond een thema

Je verbindt de bronnen aan je boek en jezelf

Je maakt een bouwplan door te weten, te zien en te imiteren: inleiding, kern en slot.

Schrijf de tekst. Let op de woordkeuze, de zinsbouw en de spelling. Per alinea een deelonderwerp.

Lees je artikel na afloop kritisch door. Laat je tekst ook lezen door een ouder of een vriend(in).

Een leerling heeft vooral veel subjectieve informatie gebruikt. Welk tekstdoel heeft de geschreven tekst vermoedelijk?

Op welke plek in een tekst verwacht jij de volgende functies van tekstdelen?

1) Vraagstelling

2) Anekdote

3) Aanleiding

Welke functie heeft het volgende fragment in een tekst? (p. 14)

De docenten in klas 3 op het Bornego College geven aan dat ze ervaren dat de leerlingen de boeken uit het aanbod veelal aanschaffen én dat de verhalen met aandacht worden gelezen.

Welke 4 signaalwoorden met bijbehorend tekstverband herken jij in in het volgende fragment? (p. 15)

Nog waardevoller is het lezen van literatuur voor je verbeeldingskracht. Zo helpt het lezen van boeken om je fantasie te prikkelen, mits je boeken van zekere kwaliteit leest.

Volgende week: toetsvoorbereiding

Deze week de laatste twee teksten afronden