Taaldidactiek

Taal en rekendidactiek
1 / 16
suivant
Slide 1: Diapositive
WelzijnMBOStudiejaar 2

Cette leçon contient 16 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Taal en rekendidactiek

Slide 1 - Diapositive

Voorkennis activeren n.a.v. vorige les
* Noem eens voorbeelden hoe je woordenschat kan vergroten
* Wat is het belang van een grote woordenschat?
* noem een voorbeeld van een activiteit waarbij je de woordenschat vergroot



Slide 2 - Diapositive

Heeft leren schrijven nog zin?
Ja
Nee

Slide 3 - Sondage

Waarom moet je een leerling in groep 1 en 2 nog niet met een pen letters laten schrijven?
A
De leerling is er motorisch nog niet aan toe en zal de handeling verkrampt uitvoeren.
B
De leerling kent de letters nog niet en weet dus ook niet wat hij schrijft.
C
De leerling kan de vorm van een letter nog niet herkennen en reproduceren.
D
De leerling moet eerst oefenen om met beide handen tegelijk dezelfde gebaren uit te voeren.

Slide 4 - Quiz

Waarom moet je bij aanvankelijk schrijven niet de opdracht geven keurig op de lijntjes te blijven?
A
Als leerlingen leren schrijven maken ze te grote letters om op de lijntjes te kunnen blijven.
B
Een leerling kan zich niet op twee dingen tegelijk concentreren: én op de letters én op de lijntjes.
C
Dan worden de letters onregelmatig en dat zorgt later voor een onregelmatig en daardoor slecht leesbaar handschrift.
D
Lijntjes zijn in het computertijdperk verdwenen, dus hoeven ze het ook niet te leren.

Slide 5 - Quiz

In welke volgorde moeten de stappen aan de leerlingen aangeboden worden?
A
aanraken – kijken – overtrekken – zelf schrijven
B
kijken – aanraken – overtrekken – zelf schrijven
C
kijken – overtrekken – aanraken – zelf schrijven
D
aanraken – overtrekken – kijken – zelf schrijven

Slide 6 - Quiz

Wat hoort niet bij een goede schrijfhouding?
A
Beide onderarmen rusten op tafel.
B
Een juiste pengreep.
C
Een stoel en tafel die op de juiste hoogte zijn afgesteld..
D
Voorovergebogen houding over de tafel.

Slide 7 - Quiz

Slide 8 - Vidéo

Wat valt je op in de aanpak van deze schrijfles?

Slide 9 - Diapositive

Leren schrijven
Bij het leren schrijven zijn drie fasen te onderscheiden:

fase 1: voorbereidend schrijven;
fase 2: aanvankelijk schrijven;
fase 3: voortgezet schrijven.


Slide 10 - Diapositive

Slide 11 - Vidéo

Begeleiden
-Groep 1 ,2 geen schrijfonderwijs . Dwing kleuters niet te schrijven, ze zijn er motorisch nog niet aan toe. 
- Schrijven kinderen iets fout op bij hun spontane schrijven? Corrigeer dit dan niet. Het gaat om het proces.
- Let op dat kinderen potlood op de juiste wijze vasthouden.

Slide 12 - Diapositive

Leren schrijven fase 2: aanvankelijk schrijven
Het gaat dus om het aanleren van hoe je letters, cijfers, combinaties van letters, leestekens en hoofdletters schrijft.
Vier stappen
Leren schrijven gaat via de stappen: kijken, aanraken, overtrekken en zelf schrijven.

Slide 13 - Diapositive

Leren schrijven fase 3: voortgezet schrijven
Bij voortgezet schrijven werken de leerlingen aan:

- Het automatiseren van hun schrijven
- Het verder inoefenen van verbonden schrift, losse schrift of blokschrift;
-Het schrijven van cijfers en leestekens
-Het leren schrijven met hulp van andere belijningen dan ze gewend zijn;
-Schrijven van lange woorden en zinnen;
-Kennismaken met temposchrijven.





Slide 14 - Diapositive

Volgende les
Hoeken en geletterdheid

Slide 15 - Diapositive

Eisen waarmee je het handschrift goed kunt beoordelen:

- de schrijflijn is overal even dik, zonder haperingen en vloeiend
- letters (ook hoofdletters) zijn goed van vorm
- letterverbindingen zijn juist;
- letters, woorden en zinnen staan op de grondlijn;
- letters (ook hoofdletters) zijn even groot (romp-, lus-, stokverhouding);
- letters staan in dezelfde richting;
- afstanden tussen letters en woorden zijn gelijk;
- sprake van een duidelijk tekstblok met ruimte boven, onder, links en rechts;
- cijfers zijn op de juiste manier geschreven;
- cijfers zijn even groot.









Slide 16 - Diapositive