Talent klas 1, herhaling 1.8 en 2.8

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo b, k
• Leerjaar 1

Talent klas 1, herhaling 1.8 en 2.8

Werkwoorden

Werkwoorden zijn woorden die je kunt 'doen'

Je kunt er een ik/hij/wij-rijtje van maken

Ik help

hij helpt

wij helpen

Stam

Het hele werkwoord -en

koken - kok

lopen - lop

helpen - help

reizen - reiz

schrijven - schrijv

Werkwoorden t.t.

In de t.t zijn er 3 persoonsvormen mogelijk:

hele ww                                    ik-vorm                                    ik-vorm + t

wij helpen                                ik help                                       jij helpt         

zij helpen                                 help jij?                                     hij/zij helpt   

jullie helpen                            help ik?                                     helpt hij?

helpen wij?                              help!                                           het helpt                      

Wat is de stam van 'vergeten'

wat is de stam van 'kijken'?

Wat is de stam van 'klappen'?

De stam is hetzelfde als de ik-vorm

1. waar
2. niet waar
3. soms wel, soms niet

Vul in met het werkwoord 'lopen'
ik ................ jij ..................
................ jij hij ..................

Vul in met het werkwoord 'drijven'
ik ................ jij ..................
................ jij hij ..................

Vul in met het werkwoord 'blozen'
ik ................ jij ..................
................ jij hij ..................

Ik ........... mijn hond een kunstje. (leren)

1. ler
2. leer
3. leert
4. leren

Mijn zus ........ de uitleg niet. (snappen)

1. snapp
2. snap
3. snapt
4. snappen

Ik .......... dat niet leuk! (vinden)

1. vind
2. vint
3. vindt
4. vin

................... jij dat leuk? (vinden)

1. vind
2. vindt
3. vint
4. vin

De buurman ................. dat ook niet leuk! (vinden)

1. vind
2. vint
3. vindt
4. vinden

............. jouw broer dat leuk? (vinden)

1. vind
2. vint
3. vindt
4. vinden

Hoofdletters

- begin van de zin

- namen

Let op:

's Morgens ..........

Punt

Aan het eind van een gewone zin.

Uitroepteken

- Als je iets roept.

- Als je iets duidelijk wilt zeggen.

Kom gauw kijken!

Laat me los!

Vraagteken

Staat aan het eind van een vraagzin.

Ga je mee?

Wat vind jij een mooie kleur?

Komma

- bij een opsomming

Op tafel liggen mijn boeken, mijn mobiel en mijn sleutels.

- vóór woorden zoals: want, maar en omdat

Ik lag gisteren laat in bed, want ik ging Sint Maarten lopen. 

Dicteewoorden blz. 58

applaudisseren

de carrière

het compliment

noteren

origineel

de paragraaf

populair

zelfverzekerd

Dicteewoorden blz. 119

accepteren

de alinea

bezorgd

gevoelig

de liniaal

twijfelen

voorbereiden

de vriendschap

Zelf oefenen (kies uit)

- test jezelf 1.8

- test jezelf 2.8

- dicteewoorden oefenen (blz. 68 en 119)

- versterk jezelf: werkwoordspelling

- versterk jezelf: leestekens