H3: nakijken Lezen H3 (2 en 6), inzage repetitie, maken 7 en 8

• Nederlands
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 2

Lezen H3 

Lesdoelen

Lezen:

Je weet hoe een tekst is opgebouwd.

Je kunt signaalwoorden en verbanden  van opsomming, tegenstelling en voorbeeld herkennen.

Je kunt een zelf een kernzin formuleren.

Reflectie:

Je weet wat je goed en wat je fout hebt gedaan op de repetitie van H2.

Maken opdracht 2 (Lezen H3)

Opdracht 2 (Lezen H3) blz. 139

1.  Eigen antwoord (wat was jouw voorspelling?)
2.  x
3.  De lezer nieuwsgierig maken.
4.  Vragen stellen en het onderwerp aankondigen.
5.  a ze - insecten | b Dat - zin ervoor | c die - kakkerlakken        | d ze - kakkerlakken | e ze - de poppen van de zijdevlinder
6.  a Waar - b Waar - c Waar

Opdracht 2 (Lezen H3) blz. 139

7. Als de vraag naar insecten groeit, zal de prijs dalen.

8. Ze zien er allebei smerig uit.

9. Een vogelspin

10. Hij bedoelt hiermee dat hij niet zomaar alles eet.

Bespreken opdracht 6 (Lezen H3)

Opdracht 6 (Lezen H3) blz. 145

en - uitspraak-opsomming

ten eerste - uitspraak-opsomming

en - uitspraak-opsomming

daarnaast - uitspraak-opsomming

zoals - uitspraak-voorbeeld

maar - uitspraak-tegenstelling

 

Opdracht 6 (Lezen H3) blz. 145

3. Primaten laten hun tanden niet zien als ze boos zijn en onze mimiek laat zien dat we niet dreigen.

4. Eigen antwoord.

 

Lezen H3: opdracht 7 (blz. 145)

Huiswerk

Lezen H3: 7, 8 en 9

S.o. Lezen H3

Indeling van een tekst

Tekstdoelen, -soorten en -vormen

Manieren van inleiden en afsluiten

Onderwerp

Hoofdgedachte

Kernzinnen, hoofd- en bijzaken

Zins- en alineaverbanden (signaalwoorden+ drie verbanden H3)