V3a taalverzorging herhaling 1 t/m 3

1 / 27
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

Cette leçon contient 27 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

10 minuten lezen

Slide 2 - Diapositive

Programma
  1. 10 minuten lezen
  2. Herhalen lesstof TV1, 2, 3
  3. Afmaken Kahoot werkwoordspelling
  4. Afsluiting en vooruitblik- Toets TV1-2-3

Slide 3 - Diapositive

Leerdoelen
TV1: Regels van spelling
  • Je weet het belang van goede spelling;
  • Je kent de juiste naslagwerken  ter controle van spelling;
  • Je weet dat de spelling van woorden ook bepaald wordt door etymologie (waar komt het woord vandaan) en analogie (hoe spellen we vergelijkbare woorden)

Slide 4 - Diapositive

Als je kijkt naar hoe je vergelijkbare woorden spelt, dan kijk je naar de ... van een woord.
A
etymologie
B
analogie

Slide 5 - Quiz

In welk naslagwerk kun je het beste zoeken als je wilt weten wanneer je een tussen-n schrijft en wanneer niet?
A
woordenboeken
B
handboeken spelling en stijl
C
woordenlijsten

Slide 6 - Quiz

TV2; Leerdoel:
Waar moet je goed op letten als je een spellingcontrole in bijvoorbeeld Word gebruikt?

Slide 7 - Question ouverte

Leg uit welke fout er gemaakt wordt en waarom de spellingcontrole het niet als fout herkent.

Maar twintig procent van de aanwezigen stemden voor.

Slide 8 - Question ouverte

Leg uit welke fout er gemaakt wordt en waarom de spellingcontrole het niet als fout herkent.

In het verleden bleek hij de beste lange afstandsloper te zijn.

Slide 9 - Question ouverte

Leerdoelen
TV3: Stijlfiguren
  • Je weet wat stijlfiguren zijn;
  • Je kunt stijlfiguren in een tekst herkennen en benoemen ;
  • Je kunt het effect van het gebruik van stijlfiguren uitleggen
  • Je kunt zelf passende stijlfiguren in een tekst gebruiken

Slide 10 - Diapositive

Tot welke categorie behoort het stijlfiguur understatement?
A
herhalingen en opsommingen
B
overdrijvingen en nuanceringen
C
tegenstelling en ontkenningen
D
spot

Slide 11 - Quiz

Tot welke categorie behoort het stijlfiguur ironie?
A
herhalingen en opsommingen
B
overdrijvingen en nuanceringen
C
tegenstelling en ontkenningen
D
spot

Slide 12 - Quiz

Tot welke categorie behoort het stijlfiguur litotes?
A
herhalingen en opsommingen
B
overdrijvingen en nuanceringen
C
tegenstelling en ontkenningen
D
spot

Slide 13 - Quiz

Tot welke categorie behoort het stijlfiguur anafoor?
A
herhalingen en opsommingen
B
overdrijvingen en nuanceringen
C
tegenstelling en ontkenningen
D
spot

Slide 14 - Quiz

Welk stijlfiguur?

Achter raam na raam na raam sluiten gordijnen en gaan lampen aan.
A
understatement
B
repetitio
C
anafoor
D
hyperbool

Slide 15 - Quiz

Welk stijlfiguur?

Steunden ze elkaar wel door dik en dun?
A
antithese
B
retorische vraag
C
anticlimax
D
chiasme

Slide 16 - Quiz

Welk stijlfiguur?

Er is wel een enkeling die Justin Bieber kent.
A
understatement
B
repetitio
C
anafoor
D
hyperbool

Slide 17 - Quiz

Welk stijlfiguur?

Hebben ze hier weleens van op tijd rijden gehoord?
A
litotes
B
retorische vraag
C
ironie
D
chiasme

Slide 18 - Quiz

Welk stijlfiguur?

Het weer in Nederland is niet om over naar huis te schrijven: het regent zo’n 364 dagen per jaar.
A
understatement
B
hyperbool
C
ironie
D
eufemisme

Slide 19 - Quiz

Welk stijlfiguur?

Hij is gezond in hoofd, lijf en leden.
A
repetitio
B
tricolon
C
litotes
D
anticlimax

Slide 20 - Quiz

Welk stijlfiguur?

Denkend aan de dood kan ik niet slapen,
En niet slapend denk ik aan de dood.
A
litotes
B
retorische vraag
C
anticlimax
D
chiasme

Slide 21 - Quiz

Welk stijlfiguur?

Een tolerante samenleving mag intolerantie niet tolereren.
A
litotes
B
hyperbool
C
chiasme
D
paradox

Slide 22 - Quiz

Welk stijlfiguur?

Hij woont daar niet onaardig.
A
litotes
B
hyperbool
C
chiasme
D
paradox

Slide 23 - Quiz

Welk stijlfiguur?

De dwaaste mens is tegelijkertijd ook de wijste.
A
litotes
B
hyperbool
C
paradox
D
chiasme

Slide 24 - Quiz

Welk stijlfiguur?

Het was een gigantisch grote bom... De klok telde af... drie... twee... een... Er gebeurde niets.
A
repetitio
B
tricolon
C
litotes
D
anticlimax

Slide 25 - Quiz

Afsluiting en vooruitblik
Toets TV1-3: morgen 5 november
  • leerwerk:  34-45 in Kern
  • Meenemen: pen en leesboek

Slide 26 - Diapositive

V3a taalverzorging herhaling 1 t/m 3

Slide 27 - Diapositive