Woord - twee woorden

Een woord dat uit twee woorden bestaat
Spelling
1 / 11
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvmboLeerjaar 1

Cette leçon contient 11 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 15 min

Éléments de cette leçon

Een woord dat uit twee woorden bestaat
Spelling

Slide 1 - Diapositive

Leerdoelen
  • Je kunt van twee woorden één woord maken
  • Je spelt deze woorden correct

Slide 2 - Diapositive


Noteer een woord dat uit twee woorden bestaat

Slide 3 - Question ouverte

Slide 4 - Vidéo

huisdeur
tafellaken
hand + doek

Slide 5 - Diapositive

Sleep een woord naar een ander woord om een goed woord te maken.
toestel
gel
dier
schaal
fles
stel
hand
oven
drink
foto
huis
bank

Slide 6 - Question de remorquage

Maak een woord met raam + ...

Slide 7 - Carte mentale

Maak een woord met 
... + rek

Slide 8 - Carte mentale

Terugkijken
  • Je kunt van twee woorden één woord maken
  • Je spelt deze woorden correct

Slide 9 - Diapositive

Nodig: post-its, kaartjes of papier en een pen

Je noteert op elk kaartje een woord. Zorg dat je minstens 10 woorden hebt.

Leg jouw kaartjes naast die van een medeleerling.
Van welke twee woorden kun je één woord maken? Maak zoveel mogelijk combinaties. Let op de spelling!
Zelf woorden maken

Slide 10 - Diapositive


Noteer je meest bijzondere woord van de vorige opdracht.

Slide 11 - Question ouverte