Natuur > les 4 > Zintuigen dieren

Kerndoel 41
De leerlingen leren over de bouw van planten, dieren en mensen en over de vorm en functie van hun onderdelen.
1 / 34
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieBasisschoolGroep 4,5

Cette leçon contient 34 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Kerndoel 41
De leerlingen leren over de bouw van planten, dieren en mensen en over de vorm en functie van hun onderdelen.

Slide 1 - Diapositive

Welkom in de les
- Open op je iPad de lessonup app 
- Log in met de code.

Slide 2 - Diapositive

Je leert vandaag:
  • welke dieren goed kunnen ruiken of zien;
  • welke dieren goed kunnen horen of voelen. 

Slide 3 - Diapositive

Welke zintuigen heb je ook alweer?

Slide 4 - Carte mentale

Zintuigen bij dieren
We gaan vandaag kijken hoe dieren hun zintuigen inzetten. 

Slide 5 - Diapositive

Slide 6 - Diapositive

Wat ruik ik?
Honden hebben een heel goede neus.
Hoe langer de neus, hoe beter hij werkt.
Honden ruiken een miljoen keer beter dan mensen. 
Daarom helpen ze vaak bij de douane met het controleren van koffers.
Politiehonden kunnen misdadigers opsporen door een geurspoor. 

Slide 7 - Diapositive

Neus op steeltjes
Ook zonder neus kun je ruiken.
Vlinders kunnen met hun voelsprieten op wel drie kilometer afstand geuren ruiken! 

Slide 8 - Diapositive

Wat ruikt mijn tong?
Slangen kunnen ook goed ruiken.
Dat doen zij met hun tong.
Doordat die twee punten heeft, gaat dat heel goed. 

Slide 9 - Diapositive

Zet de honden in de goede volgorde. 
Hond 1 heeft de beste neus. Hond 3 de slechtste. 
1
2
3

Slide 10 - Question de remorquage

Slide 11 - Diapositive

Rood of groen?
De ogen van honden werken iets minder goed dan die van de meeste mensen; ze zijn kleurenblind.
Ze zien wel kleuren, maar het verschil tussen groen en rood zien ze niet.
Er zijn wel meer dieren kleurenblind.
Sommige mensen ook. 

Slide 12 - Diapositive

Ik zie, ik zie ...
Zie jij iets in de cirkel?
Als je niets ziet, dan ben je misschien wel kleurenblind.
Als je een 5 ziet, dan ben je niet kleurenblind. 

Slide 13 - Diapositive

Opzij
De ogen van zebra's en paarden zitten aan de zijkant van hun hoofd.
Zij zien geen diepte, maar kunnen wel ver rondkijken. 

Slide 14 - Diapositive

Voorkant
Roofvogels hebben heel goede ogen.
Hun ogen zitten voor op hun kop.
Zij kunnen daardoor diepte zien, wat handig is tijdens het jagen. 

Slide 15 - Diapositive

Bovenop
Bij kikkers zitten hun ogen bovenop hun kop.
Soms steken alleen hun ogen boven het water uit. 

Slide 16 - Diapositive

Filmpje: (3.02 min)
Welk dier ziet het beste? 

Kunnen zien met je ogen is erg belangrijk, omdat je op die manier bijvoorbeeld eten kunt vinden en je vijanden aan ziet komen. De meeste dieren kunnen met hun ogen geen kleuren zien, alleen grijze tinten. Maar welk dier ziet er het beste?

Slide 17 - Diapositive

Slide 18 - Vidéo

Slide 19 - Diapositive

Op de tast
Regenwormen leven in het donker. Zij doen bijna alles op de tast. 
Zij voelen wanneer er een mol aan komt dat de grond gaat trillen. Dan moeten ze snel wegwezen! 

Slide 20 - Diapositive

Filmpje: (1.48 min)
Regenworm 

Elk korreltje grond op de wereld gaat minimaal één keer door de darm van dit diertje. De regenworm.

Slide 21 - Diapositive

Slide 22 - Vidéo

Paardenpraat
Paarden onderzoeken met hun lippen vaak nieuwe dingen.
Steentjes in hun voer eten ze niet op.
Ze 'praten' door elkaar met hun lippen aan te raken. 

Slide 23 - Diapositive

Kussens met nagels
Katten hebben heel gevoelige voetzolen. Het is de enige plek waar geen vacht zit. Een kat ontdekt iets nieuws vaak door eerst zijn pootje uit te steken. Als het goed voelt, ruikt hij eraan. 

Slide 24 - Diapositive

Dat zit wel snor!
Om mosselen en oesters op de zeebodem te zoeken gebruiken walrussen hun snor. Ze voelen met hun snorharen het verschil tussen schelpen en zand. Dat is erg handig, want in de zee is het zo donker dat je bijna niets ziet! 

Slide 25 - Diapositive

Slide 26 - Diapositive

Wat hoor ik?
Honden hebben betere oren dan wij. Zij kunnen geluiden van verder weg horen en zij kunnen meer geluiden horen. 
Zij kunnen ook hogere toonhoogtes dan mensen horen. Als je op een hondenfluitje blaast merk je dat pas. Jij hoort dan niets, maar je hond komt wel naar je toe. Hij hoort dat fluitje namelijk wel! 

Slide 27 - Diapositive

Laag
Walvissen kunnen heel lage tonen horen. Zij maken zelf ook lage geluiden. Ze kunnen elkaar wel op duizenden kilometers afstand horen. Doordat er veel meer moterschepen op zee zijn, kunnen walvissen elkaar niet altijd meer goed verstaan. 

Slide 28 - Diapositive

Heel hoog!
Roofvogels, zoals uilen, kunnen heel hoge tonen horen. Dat is handig omdat muizen en andere knaagdieren waar uilen op jagen, hoge geluiden maken. Uilen kunnen zelfs een muis onder de sneeuw horen rennen, zo goed zijn zijn oren! 

Slide 29 - Diapositive

Zet in de goede volgorde. Wie de laagste toonhoogtes hoort moet bij 1. Wie de hoogste geluiden hoort bij 3. 
1
2
3

Slide 30 - Question de remorquage

Evaluatie

Slide 31 - Diapositive

Noem een dier dat goed kan horen.

Slide 32 - Carte mentale

Vertel in een zin waar deze les over ging.

Slide 33 - Carte mentale

Bedankt voor je inzet in de les.
Als de bel gaat: 
  • Schuif je stoel aan
  • Ruim je spullen op en neem ze mee
  • Verlaat het lokaal rustig

Slide 34 - Diapositive