Medisch rekenen deel 2 (H)

• Verpleging en verzorging
• MBO
• Studiejaar 1,2

Oefentoets medisch rekenen 1

oefenen

Casus 1

Injecteren; insuline s.c.

Aanwezig: 10 ml flacon Actrapid 100 IE/ml
Voorschrift: 3x per dag 18 IE Actrapid per keer

1. Bereken hoeveel ml je per keer moet injecteren.

Casus 3

Injecteren

Aanwezig: 10 ampullen van 2 ml Vitamine B-complex 10 mg/ml
Voorschrift: 1x per week een injectie i.m. met 15 mg Vitamine B-complex

1. Bereken hoeveel ml je per keer moet injecteren.

Aanwezig: 10 ampullen van 2 ml Vitamine B-complex 10 mg/ml
Voorschrift: 1x per week een injectie i.m. met 15 mg Vitamine B-complex

2. De arts verhoogd de dosis naar 20 mg per injectie. Bereken hoeveel ml je per keer moet injecteren.

Casus 4

Injecteren

Aanwezig: 20 ampullen van 4 ml Benzylpenicilline van 500.000 IE/ml.
Voorschrift: 3 x per dag 1.500.000 IE Benzylpenicilline
(Een ampul mag je maar één keer gebruiken)

1. Hoeveel ml geef je per keer?

Aanwezig: 20 ampullen van 4 ml Benzylpenicilline van 500.000 IE/ml.
Voorschrift: 3 x per dag 1.500.000 IE Benzylpenicilline
(Een ampul mag je maar één keer gebruiken)

2. Voor hoeveel dagen is er medicatie in voorraad?

Casus 5

Sondevoeding

Aanwezig: 10 zakken sondevoeding van 0,5 liter
Voorschrift: 1 liter sondevoeding per 24 uur

1. Hoeveel ml sondevoeding krijgt de zorgvrager per uur?

Aanwezig: 10 zakken sondevoeding van 0,5 liter
Voorschrift: 1 liter sondevoeding per 24 uur
De zorgvrager gaat 2 hele dagen naar huis.

3. Hoeveel zakken sondevoeding moet de zorgvrager meenemen?

Casus 6

Sondevoeding

Aanwezig: 14 flessen sondevoeding van 500 ml
Voorschrift: 750 ml sondevoeding per dag, verdeeld over 3 gelijke porties

1. Hoeveel ml geef je per portie?

Einde van de proeftoets

Dank voor je inzet!