Oefentoets zonder antwoorden

1 / 18
suivant
Slide 1: Diapositive
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 2

Cette leçon contient 18 diapositives, avec diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Diapositive

Vraag
Een patiënt krijgt gedurende zes dagen 2 keer per dag 50 mg morfine voorgeschreven. Op de afdeling zijn tabletten van 25 mg per tablet. 


Hoeveel tabletten heb je in totaal nodig? 



Slide 3 - Diapositive

Vraag
Indi weegt 20 kg en krijgt antibiotica voorgeschreven in een dosering van 20.000 IE/kg/24 uur in 10 gelijke doses.
Hoeveel IE geef je per dosis?   

Slide 4 - Diapositive

Vraag
Voorschrift voor een patiënt van 100 kg is 5 mg/kg.
 Gebruik ampullen met 15 mg/ml, hoeveel ml moet je spuiten?

Slide 5 - Diapositive

Vraag
Je moet een cliënt 20 IE Actrapid injecteren. Je hebt ampullen van 100 IE per ml.  


Hoeveel ml injecteer je? 



Slide 6 - Diapositive

Vraag
Een patient heeft een longembolie en moet daarvoor bloedverdunners toegediend krijgen. De dosering is 100 IE/kg. Mevr. Snel weegt 60 kg. 


A. Hoeveel IE moet je injecteren? 

B. Je beschikt over ampullen van 10.000 IE/ml. Hoeveel ml 
moet je injecteren?  



Slide 7 - Diapositive

Vraag
De arts schrijft 50 mg pethidine intramusculair voor. Je hebt de beschikking over een pethidineoplossing van 10%.   

  
A: Hoeveel mg/ml is 10%? 
  
B: Hoeveel ml moet je injecteren?  



Slide 8 - Diapositive

Vraag
Een patiënt moet 800 ml sondevoeding toegediend krijgen met behulp van een voedingspomp. De sondevoeding moet binnen 12 uur toegediend worden. 

   
Op hoeveel ml/uur stel je de voedingspomp in? 


Slide 9 - Diapositive

Vraag
Op een zuurstofcilinder van 2 liter, zie je 120 bar staan. 

De druk was 150 bar.  

Hoeveel liter zuurstof is gebruikt? 


Slide 10 - Diapositive

Vraag
Mevrouw Jansen gaat boodschappen doen en heeft een zuurstoftankje van 2 liter die ze mee kan nemen. De manometer staat op 150 bar.

Mevrouw gebruikt 2 liter zuurstof
 per minuut.  
Voor hoeveel minuten heeft mv o2?

Slide 11 - Diapositive

Vraag
Klaas gaat naar het ziekenhuis en neemt een 10 liter cilinder mee. Hij gaat maximaal 2u van huis. Hij verbruikt 5 liter zuurstof per minuut

Wat is het minimum aantal bar in de 10 liter fles dat veilig is voor 2 uur?





Slide 12 - Diapositive

Vraag
Je hebt een zuurstofcilinder van 10 liter met een druk van 150 bar. 
Als je gedurende 6 uur 4 liter O2/ min geeft hoeveel liter zuurstof is er daarna nog over? 

Slide 13 - Diapositive

Vraag
Mevr. Wouters heeft hevige chronische pijnen in de terminale fase van haar ziekteproces. De arts schrijft 5 mg morfine subcutaan voor. Je beschikt over 1 ml ampullen van 10 mg/ml.  

  
A: Hoeveel ml dien je per gift toe?  
  
B: Mevr krijgt 4 giften per dag, hoeveel ampullen heb je in totaal nodig per 24u? 



Slide 14 - Diapositive

Vraag
Dhr Winters krijgt 100 mcg fentanyl intraveneus voor acute pijnklachten. Je beschikt over 1 mg opgelost in 10 ml. Hoeveel ml. geef je?

Formule: 1000mcg=1mg (:1000)

Slide 15 - Diapositive

Vraag

Op een medicatiesticker staat dat er een oplossing in zit van 
6 ml van 0,5%. 

Hoeveel mg werkzame stof zit er in de spuit?  

Slide 16 - Diapositive

Vraag


Op de afdeling heb je een zoutoplossing van 40% op voorraad. Je moet 500ml zoutoplossing maken van 30%. Wat is de uitkomst en hoeveel ml moet je nog toevoegen?

Slide 17 - Diapositive

Slide 18 - Diapositive