GC OR 9 les 5

Engels les 5
1 / 22
suivant
Slide 1: Diapositive
EngelsMBOStudiejaar 1

Cette leçon contient 22 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 120 min

Éléments de cette leçon

Engels les 5

Slide 1 - Diapositive

Lesdoelen
Aan het eind van de les kun je een Engelse zin maken, in de juiste volgorde

Aan het eind van de les kun je feiten over jouw geloof of cultuur in het Engels opschrijven


Slide 2 - Diapositive

Planning
Nieuwe woorden
Spel
Zinnen maken
Schrijven
Nakijken

Slide 3 - Diapositive

Nieuwe woorden
Culture - cultuur                                   Religion - religie
Faith - geloof                                         Tradition - traditie
Vasten - fasting                                    Belief - overtuiging
Ritual - ritueel                                        Pray - bidden
Community - gemeenschap           Story - verhaal
Symbol - symbool                                Place - plaats
God - god                                                 Values - waarden

Slide 4 - Diapositive

Spel: woordzoeker
Maak groepjes van 3 en ga bij elkaar zitten
Ieder groepje pakt één pen, één laptop en één blaadje

Verdeel rollen:
- één persoon zet strepen in de woordzoeker
- één persoon zoekt mee via de laptop
- één persoon schrijft de Nederlandse vertaling op

Slide 5 - Diapositive

Slide 6 - Diapositive

Volgorde van een zin
Je merkt het niet als je praat, maar zinnen hebben altijd dezelfde volgorde van woorden:

He eats breakfast in the kitchen every morning.
She reads a book in the garden every weekend.
They watch movies at the cinema on fridays.


Slide 7 - Diapositive

Volgorde van een zin
Wie | doet | wat | waar | wanneer
 

Onderwerp | werkwoord | lv of mv | plaats | tijd

I | teach | English | at Graafschap College | every Wednesday

Slide 8 - Diapositive

Welke zin staat in de goede volgorde?
A
In the Netherlands we live
B
We live in the Netherlands

Slide 9 - Quiz

Welke zin staat in de goede volgorde?
A
My mother is Dutch
B
Dutch is my mother

Slide 10 - Quiz

Welke zin staat in de goede volgorde?
A
She brown hair
B
She has brown hair

Slide 11 - Quiz

Welke zin staat in de goede volgorde?
A
He works 5 days a week
B
5 days a week he works

Slide 12 - Quiz

Zet de zin in de goede volgorde:
a movie - watch - They - every Friday

Slide 13 - Question ouverte

Slide 14 - Lien

Present simple
Bij feiten en regelmatigheden

walk, read, talk, listen, pray
walks, reads, talks, listens, prays

Wanneer komt er een s achter het werkwoord?

Slide 15 - Diapositive

Schrijven
We hebben nieuwe woorden over cultuur en geloof geleerd 

We weten nu hoe je zinnen maakt in het Engels

En we weten ook dat je de present simple moet gebruiken bij feiten

Slide 16 - Diapositive

Schrijven
Je gaat 3 feiten opschrijven over jouw cultuur of geloof. 

Het zijn feiten, dus je schrijft ze in de present simple.  

Gebruik woorden uit de woordzoeker.

Jullie hebben hier  10 minuten de tijd voor.

Slide 17 - Diapositive

Voorbeelden
"My family goes to church every Sunday."
Mijn familie gaat elke zondag naar de kerk.
"My family fasts during Ramadan."
Mijn familie vast tijdens de Ramadan.
"We decorate our house during Christmas."
Wij versieren ons huis tijdens Kerstmis.
"They believe in many gods in my culture."
In mijn cultuur geloven ze in veel goden.


Slide 18 - Diapositive

Nakijken
  • Ga weer in jouw groepje bij elkaar zitten. 
  • Jullie gaan één voor één een zin oplezen. Kijk daarna naar de checklist om te bepalen of de zin goed is geschreven.
  • Als je een fout ziet/hoort, omcirkel je de fout.
  • Overleg samen hoe je de zin moet verbeteren. Schrijf de zin daarna opnieuw op zodat die klopt.
  • Jullie hebben 15 minuten de tijd.




Slide 19 - Diapositive

Checklist
  1. Is de volgorde van de woorden goed?
  2. Snap je wat er bedoeld wordt met de zin?
  3. Zijn de nieuwe woorden uit de les goed gebruikt?
  4. Beginnen de zinnen met een hoofdletter en eindigen ze met een punt?

Slide 20 - Diapositive

Nakijken
Jullie hebben de zinnen van elkaar nagekeken in groepjes

Ieder groepje leest één zin voor die jullie verbeterd hebben 

De klas gaat de zin vertalen naar het Nederlands - begrijpen ze wat er met de zin wordt bedoeld?




Slide 21 - Diapositive

Aan het eind van de les kun je een Engelse zin maken, in de juiste volgorde

Aan het eind van de les kun je feiten over jouw geloof of cultuur in het Engels opschrijven

Slide 22 - Carte mentale