argumentatie beoordelen

Klopt dit?

Alle mensen zijn sterfelijk
Socrates is sterfelijk
Dus Socrates is een mens

1 / 18
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

Cette leçon contient 18 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Klopt dit?

Alle mensen zijn sterfelijk
Socrates is sterfelijk
Dus Socrates is een mens

Slide 1 - Diapositive

Hoe klopt het wel?
Alle mensen zijn sterfelijk
Socrates is een mens
Dus Socrates is sterfelijk

Slide 2 - Diapositive

Het onderwerp vandaag:
Het beoordelen van de argumentatie in een tekst

Je kijkt of de argumenten waar of aannemelijk zijn
Je kijkt of het verband tussen standpunt en argument logisch is.



Slide 3 - Diapositive

Een geldige redenering
Als p het geval is, dan is Q het geval
P is het geval 
Dus Q is het geval

Zoek het tegenvoorbeeld!
  

Slide 4 - Diapositive

Geldig of ongeldig?
Als het buspersoneel staakt, rijden er geen bussen
Er rijden geen bussen
Dus, het buspersoneel staakt

Slide 5 - Diapositive

Geldig of ongeldig?
Als je met je telefoon in je hand fietst, krijg je een boete
Ik fiets niet met mijn telefoon in mijn hand.
Dus, ik krijg geen boete.

Slide 6 - Diapositive

Bij het beoordelen van argumentatie kijk je naar:
1. Inhoud 
- zijn de argumenten waar of aannemelijk
- is het verband tussen argumenten en standpunt aanvaardbaar)
2. Volledigheid (mist er een hokje in het hokjesschema)
3. Geloofwaardigheid (betrouwbaarheid vd bron)

Slide 7 - Diapositive

Terugblik theorie
Standpunten
Argumenten
Redeneringen
Argumentatiestructuren
Drogredenen…

Slide 8 - Diapositive

Lees alinea 1. Wat is het standpunt van de Nationale Academie voor Media & Maatschappij inzake mobieltjes.

Slide 9 - Question ouverte

Welke vier argumenten noemt de schrijver?

Slide 10 - Question ouverte

Slide 11 - Diapositive

Van welk type redenering is hier sprake?
A
Een redenering van kenmerken
B
Een redenering van overeenkomsten
C
Een redenering van voor- en nadelen
D
Een redenering van voorbeelden

Slide 12 - Quiz

Welke argumenten worden in alinea 2 gegeven voor het volgende standpunt.

'Niet verwonderlijk dat stemmen opgingen om mobieltjes te verbieden op school.'

Slide 13 - Question ouverte

Lees nu de tekst helemaal en geef aan wat van toepassing is (vraag 21).
In stoorzenders geeft de auteur.
A
goede argumenten en weerlegt tegenargumenten weerlegt tegenargumenten
B
geen goede argumenten
C
betwistbaar is, want geen goede argumenten en geen afdoende weerlegging
D
de argumenten zijn wel goed, maar de tegenargumenten worden niet weerlegt

Slide 14 - Quiz

Welke drogreden vind je in:
'Een mobieltje is als een geslachtsorgaan: je hebt het altijd bij je, maar je moet het niet altijd tevoorschijn halen.'

Slide 15 - Question ouverte

Wat is waar (en leg uit waarom!)
A
De auteur geeft voldoende argumenten
B
De auteur onderbouwt argumenten voldoende
C
De auteur weerlegt de tegenargumenten
D
De auteur is deskundig en heeft geen belang

Slide 16 - Quiz

onderbouwing
Toelichting 
a en b: Ritsema geeft voldoende argumenten die ze ook onderbouwt (zie alinea 3 t/m 9) 
c Ritsema noemt de tegenargumenten (zie vraag 2), maar doet geen enkele poging ze te weerleggen.
d: Ritsema is columnist, maar niet iemand die in het onderwijs werkzaam is.
De auteur heeft geen belang bij haar mening. = waar

Slide 17 - Diapositive

Huiswerk
Maak de rest van de vragen van opdracht 13

Slide 18 - Diapositive