3.1 Getallen

• Wiskunde
• Middelbare school
• vmbo b, k
• Leerjaar 1

Getallen

Doelen van deze les:

Welke waarde heeft het cijfer 6 in het getal 6032

1. 6
2. 60
3. 600
4. 6000

Welke waarde heeft het cijfer 3 in het getal 6032

1. 3
2. 30
3. 300
4. 3000

Welke waarde heeft het cijfer 2 in het getal 6032

1. 2
2. 20
3. 200
4. 2000

Welke waarde heeft het cijfer 1 in het getal 1023678

1. 1
2. 1000
3. 100000
4. 1000000

Welke waarde heeft het cijfer 3 in het getal 1023678

1. 3
2. 300
3. 3000
4. 30000

Welke waarde heeft het cijfer 2 in het getal 1023678

1. 2
2. 200
3. 2000
4. 20000

Zet de getallen in volgorde van klein naar groot.

35

305

350

3005

1

3

4

2

0,5 en 0,8 : welk getal is meer waard

1. 0,5
2. 0,8

welk getal is meer waard? 0,22 of 2,2

1. 0,22
2. 2,2

welk getal is kleiner? 5,005 of 5,050

1. 5,005
2. 5,050

welk getal is kleiner? 0,25 of 0,15

1. 0,15
2. 0,25

deze ken je nog?

Schrijf goed op en gebruik de symbolen:

Bekijk dan samen met je buurman/vrouw.

0,5 ...........0,8

0,25.............0,15

2,70...........2,68

0,6...............0,5

1,2..............1,28

0,48.................0,480

2,345.............2,34

Ik kan nu grote getallen uitspreken ...

Einde uitleg...

En ga actief aan de slag met...

Ga naar lesmateriaal en maak 

3.1 Getallen

blz. 92 t/m 94

Huiswerk voor de volgende les!!!