2BK - Theme words Theme 6

Hello everyone! 


We gaan vandaag bezig met de Theme words van Theme 6!

Die gaan over het verschil tussen Britse en Amerikaanse woorden. -->


1 / 19
suivant
Slide 1: Diapositive
EngelsMiddelbare schoolvmbo b, k, tLeerjaar 2

Cette leçon contient 19 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Hello everyone! 


We gaan vandaag bezig met de Theme words van Theme 6!

Die gaan over het verschil tussen Britse en Amerikaanse woorden. -->


Slide 1 - Diapositive

Brits en Amerikaans
67 landen op de wereld hebben Engels als officiele taal.

Al die mensen kunnen elkaar verstaan als ze Engels spreken, maar
ieder land heeft wel zijn eigen uitspraak, en zijn eigen woorden.

Wij gaan nu bezig met woorden die van elkaar verschillen in Amerika en Engeland,

Bijvoorbeeld -->

Slide 2 - Diapositive

Op de volgende slide zie je een aantal bekende voorbeelden

----------->

Slide 3 - Diapositive

British

Lift (lift)
Sweets (snoep)
Autumn (herfst)
Trainers (gympies)
Underground (metro)
Mad (gek)
Film (film)
Colour (kleur)
American

Elevator
Candy
Fall
Sneakers
Subway
Crazy
Movie
Color

Slide 4 - Diapositive

Gebruik voor de volgende opdracht je tekstboek op blz. 85


Joël, Storm, Iwan en Jens:
Tekstboek blz. 95-96

Slide 5 - Diapositive

Sleep de Amerikaanse en Britse woorden bij elkaar

Links staan de Amerikaanse woorden
Rechts staan de Britse woorden

Slide 6 - Diapositive

Trousers
Sweets
Trainers
Post
Jumper
Film
Lift
Garden
Football
Crisps
Mail
Pants
Sneakers
Soccer
Sweater
Yard
Movie
Fries
Elevator
Candy

Slide 7 - Question de remorquage

Wat is het Amerikaanse woord voor dit? --->

Slide 8 - Question ouverte

Wat is het Britse woord voor dit? --->

Slide 9 - Question ouverte

Wat is het Amerikaanse woord voor dit? --->

Slide 10 - Question ouverte

Wat is het Britse
woord voor dit? --->

Slide 11 - Question ouverte

Wat is het Amerikaanse woord voor dit? --->

Slide 12 - Question ouverte

Wat is het Britse woord voor dit? --->

Slide 13 - Question ouverte

Wat is het Amerikaanse woord voor dit? --->

Slide 14 - Question ouverte

Wat is het Britse woord voor dit? --->

Slide 15 - Question ouverte

Wat is het Amerikaanse woord voor dit? --->

Slide 16 - Question ouverte

Wat is het Britse woord voor dit? --->

Slide 17 - Question ouverte

Ken je vooral de Britse woorden of de Amerikaanse woorden?
A
Britse
B
Amerikaanse
C
Beide wel
D
Ik ken ze beide niet echt

Slide 18 - Quiz

Goed gedaan!
Dit is het einde van je les!

Huiswerk: 
Maken: opdracht 3+4 van Theme 6.

Leren:
Vocabuary A+B


Slide 19 - Diapositive