Stijlfiguren

1 / 28
suivant
Slide 1: Vidéo
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

Cette leçon contient 28 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 7 vidéos.

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Vidéo

Stijlfiguren!

Slide 2 - Diapositive

Slide 3 - Vidéo

Slide 4 - Vidéo

Slide 5 - Vidéo

Slide 6 - Vidéo

Vandaag:
Hyperbool
Eufemisme
Understatement

Slide 7 - Diapositive

Slide 8 - Vidéo

De stijlfiguren van vandaag
Tegenstelling
Opsomming
Climax
Anti-climax

Slide 9 - Diapositive

Stijlfiguren
bloeiende bloesem
ronde bal
ronde cirkel
gratis cadeau
nieuwe aanwinst

Slide 10 - Diapositive

Wat is dan nu een onomatopee?

Slide 11 - Diapositive

Slide 12 - Vidéo

Opdracht:
Schrijf op wat wordt bedoeld met een hyperbool en een eufemisme.

Slide 13 - Diapositive

Welk stijlfiguur wordt hier gebruikt?
Mijn hoofd knalt uit elkaar van de pijn.
A
Overdrijving
B
Hyperbool
C
Understatement
D
Eufemisme

Slide 14 - Quiz

Welk stijlfiguur wordt hier gebruikt?
De miljardair deed minnetjes over zijn nederig stulpje.
A
Overdrijving
B
Hyperbool
C
Understatement
D
Eufemisme

Slide 15 - Quiz

Welk stijlfiguur wordt hier gebruikt?
Overgrootvader is na een kort ziekbed heengegaan.
A
Overdrijving
B
Hyperbool
C
Eufemisme
D
Understatement

Slide 16 - Quiz

Hoe heet het stijlfiguur waarbij je geluiden in woorden opschrijft?
A
Anamatapee
B
Onematopee
C
Animatiepee
D
Onomatopee

Slide 17 - Quiz

Van welk stijlfiguur wordt hier gebruik gemaakt?
Hij brak mijn hart toen hij het uit maakte.
A
Sarcasme
B
Ironie
C
Hyperbool
D
Herhaling

Slide 18 - Quiz

Van welk stijlfiguur wordt hier gebruik gemaakt?
Wij blijven voor eeuwig en altijd bij elkaar.
A
Onomatopee
B
Eufemisme
C
Tautologie
D
Understatement

Slide 19 - Quiz

Van welk stijlfiguur wordt hier gebruik gemaakt?
Hij heeft iets te diep in het glaasje gekeken.
A
Eufemisme
B
Understatement
C
Ironie
D
Onomatopee

Slide 20 - Quiz

Van welk stijlfiguur wordt hier gebruik gemaakt?
De bal rolt goed over het groene gras.
A
Tautologie
B
Pleonasme
C
Understatement
D
Eufemisme

Slide 21 - Quiz

Van welk stijlfiguur wordt hier gebruik gemaakt?
"Ik heb nieuwe schoentjes gekocht." zegt de man met schoenmaat 52.
A
Eufemisme
B
Understatement
C
Pleonasme
D
Tautologie

Slide 22 - Quiz

Van welk stijlfiguur wordt hier gebruik gemaakt?
Wat fijn dat je mijn telefoon hebt laten vallen." zegt het meisje boos.
A
Sarcasme
B
Hyperbool
C
Ironie
D
Herhaling

Slide 23 - Quiz

Van welk stijlfiguur wordt hier gebruik gemaakt?
"Natuurlijk mag je tijdens de uitleg naar de wc." Zegt de docent met een glimlach.
A
Sarcasme
B
Hyperbool
C
Ironie
D
Understatement

Slide 24 - Quiz

Van welk stijlfiguur is hier sprake:
Piet laat zijn hond uit, omdat de hond van Piet anders in huis poept.
A
Hyperbool
B
Pleonasme
C
Tautologie
D
Herhaling

Slide 25 - Quiz

In welke zin staat een Hyperbool?
A
Peter wordt gek van de jeuk.
B
Peter moet een kleine boodschap.
C
Toen Peter klaar was met het overschrijven van de Bijbel, zei hij: "Ach, een kleine moeite."
D
Peter heeft erge honger.

Slide 26 - Quiz

In welke zin staat een Understatement?
A
Peter wordt gek van de jeuk.
B
Peter moet een kleine boodschap.
C
Toen Peter klaar was met het overschrijven van de Bijbel, zei hij: "Ach, een kleine moeite."
D
Peter sterft van de honger.

Slide 27 - Quiz

In welke zin staat een eufemisme?
A
Peter wordt gek van de jeuk.
B
Peter moet een kleine boodschap.
C
Toen Peter klaar was met het overschrijven van de Bijbel, zei hij: "Ach, een kleine moeite."
D
Peter sterft van de honger.

Slide 28 - Quiz