Rekenen 3F
1 / 37
Éléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Slide 2 - Vidéo
2 x (2,90 x 1,10 ) =
A
6,38
B
5,90
C
3,19
D
6
Slide 3 - Quiz
Wat staat op nummer 1 van de rekenregels?
A
Wortels en machten
B
Haakjes
C
Optellen en aftrekken
D
Delen en vermenigvuldigen
Slide 4 - Quiz
Slide 5 - Diapositive
De topvoetballer verdient € 3,6 miljoen in 2 jaar. Hoeveel verdient hij per maand?
A
15.000
B
1,8 miljoen
C
150.000
D
180.000
Slide 6 - Quiz
Grote getallen
Schrijf met alleen cijfers:
zevenenveertigduizendhonderdelf
Schrijf met alleen cijfers:
zevenenveertigduizendhonderdelf
A
47.011
B
4711
C
470.111
D
47.111
Slide 7 - Quiz
Slide 8 - Diapositive
1345 - 451 + 155 =
A
1050
B
1051
C
1049
D
949
Slide 9 - Quiz
1,4 - 3,2 =
A
2
B
- 1,8
C
- 2
D
- 2,2
Slide 10 - Quiz
800 : 0,4 =
A
20
B
200
C
2
D
2000
Slide 11 - Quiz
12,2 + -13,3 =
A
- 1,1
B
1,1
C
0,1
D
- 2,1
Slide 12 - Quiz
Wat betekent het volgende symbool?
>
>
A
Kleiner dan
B
Groter dan
C
Gelijk aan
D
Niks
Slide 13 - Quiz
-22 + -25 =
A
47
B
- 47
C
- 53
D
53
Slide 14 - Quiz
30 x 0,4 =
A
12
B
1,2
C
120
D
-12
Slide 15 - Quiz
1,4 : 0,2 =
A
- 7
B
7
C
0,7
D
1,7
Slide 16 - Quiz
1,4 x 0,5 =
A
7
B
0,7
C
- 7
D
70
Slide 17 - Quiz
Slide 18 - Diapositive
zet de lengte maten in de goede volgorde van groot naar klein
km
hm
dam
m
dm
cm
mm
Slide 19 - Question de remorquage
Hoe bereken je de oppervlakte?
A
lengte x breedte
B
lengte x breedte x hoogte
C
alle zijden bij elkaar optellen
D
lengte + breedte
Slide 20 - Quiz
Wat is de oppervlakte van dit weiland?
A
30m3
B
35m
C
35m2
D
300m2
Slide 21 - Quiz
Wat is de inhoud van deze kubus?
A
1 dm3
B
1 dm2
C
1 m3
D
1 liter
Slide 22 - Quiz
Wat is de omtrek in cm?
A
120 mm
B
210 mm
C
12 cm
D
21 cm
Slide 23 - Quiz
Slide 24 - Vidéo
Slide 25 - Diapositive
Welke figuren zijn vlakke figuren?
A
2, 7, 8
B
1, 3, 4, 5
C
1,3,8
D
geen
Slide 26 - Quiz
Dit vlakke figuur heeft 4 zijden, alle zijden zijn even lang en de hoeken zijn niet recht.
A
Vierkant
B
Ruit
C
Rechthoek
D
Vlieger
Slide 27 - Quiz
Rechthoek
Cirkel
Cilinder
Kegel
Kubus
Slide 28 - Question de remorquage
Welke figuur staat hier
afgebeeld? --->
afgebeeld? --->
A
Bol
B
Cirkel
C
Cilinder
D
Pyramide
Slide 29 - Quiz
1 kwartaal =
1 uur
Koppel de juiste tijdseenheden !
1 eeuw =
1 jaar =
3 maanden
100 jaar
52 weken
3 600 sec
Slide 30 - Question de remorquage
Slide 31 - Diapositive
1/2 + 3/4 =
A
1,25
B
1
C
0,75
D
0,5
Slide 32 - Quiz
Sleep de juiste breuken naar elkaar.
4
6
3
9
12
6
6
4
1 2
4
2
1
3
2
3
Slide 33 - Question de remorquage
Hoeveel procent is 1/4?
A
20%
B
50%
C
25%
D
40%
Slide 34 - Quiz
Hoeveel procent is 50 van 250?
A
0,2 %
B
20 %
C
1,6 %
D
160 %
Slide 35 - Quiz
Cirkeldiagram
Staaf diagram
Lijndiagram
Steel-bladdiagram
Slide 36 - Question de remorquage
Welke stelling is waar?
A
Tabellen en diagrammen zijn hetzelfde
B
Tabellen en diagrammen zijn niet hetzelfde
