Quiz Rekenen 2F en 3F

Quiz rekenen 
Kies je team
1 / 43
suivant
Slide 1: Diapositive
RekenenMBOStudiejaar 1,2

Cette leçon contient 43 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Quiz rekenen 
Kies je team

Slide 1 - Diapositive

2 x (2,90 x 1,10 ) =
A
6,38
B
5,90
C
3,19
D
6

Slide 2 - Quiz

Wat staat op nummer 1 van de rekenregels?
A
Wortels en machten
B
Haakjes
C
Optellen en aftrekken
D
Delen en vermenigvuldigen

Slide 3 - Quiz

GROTE GETALLEN

Slide 4 - Diapositive

De topvoetballer verdient € 3,6 miljoen in 2 jaar. Hoeveel verdient hij per maand?
A
15.000
B
1,8 miljoen
C
150.000
D
180.000

Slide 5 - Quiz

Grote getallen
Schrijf met alleen cijfers:
zevenenveertigduizendhonderdelf
A
47.011
B
4711
C
470.111
D
47.111

Slide 6 - Quiz

1345 - 451 + 155 =
A
1050
B
1051
C
1049
D
949

Slide 7 - Quiz

1,4 - 3,2 =
A
2
B
- 1,8
C
- 2
D
- 2,2

Slide 8 - Quiz

800 : 0,4 =
A
20
B
200
C
2
D
2000

Slide 9 - Quiz

12,2 + -13,3 =
A
- 1,1
B
1,1
C
0,1
D
- 2,1

Slide 10 - Quiz

Wat betekent het volgende symbool?

>
A
Kleiner dan
B
Groter dan
C
Gelijk aan
D
Niks

Slide 11 - Quiz

-22 + -25 =
A
47
B
- 47
C
- 53
D
53

Slide 12 - Quiz

30 x 0,4 =
A
12
B
1,2
C
120
D
-12

Slide 13 - Quiz

1,4 : 0,2 =
A
- 7
B
7
C
0,7
D
1,7

Slide 14 - Quiz

1,4 x 0,5 =
A
7
B
0,7
C
- 7
D
70

Slide 15 - Quiz

Wat is de waarde van het cijfer 2 in het getal 216.567
A
2
B
1.000
C
200.000
D
200

Slide 16 - Quiz

Schrijf het getal in cijfers.
drie miljard twaalfmiljoen zeshonderdtwaalf duizend drie
A
3.012.612.003
B
3126123000
C
30.012.612.003
D
3.000.12.612

Slide 17 - Quiz

74 + 255 + 26 + 145 + 205 =
A
702
B
805
C
699
D
705

Slide 18 - Quiz

427 – 198 + 48 + 63 =
A
440
B
339
C
340
D
350

Slide 19 - Quiz

Rond af op 2 decimalen.
2,489
A
2,40
B
2,49
C
2,50
D
2,48

Slide 20 - Quiz

Rond af op hele euro's
29,434
A
30
B
29,0
C
29,5
D
29

Slide 21 - Quiz

0,036 : 0,0004 =

Slide 22 - Question ouverte

216 : 8 =

Slide 23 - Question ouverte

56,2 + 15,9 + 35,99 + 23,8 =

Slide 24 - Question ouverte

1,79 × 1,09

Slide 25 - Question ouverte

0,05 × 25 000 =

Slide 26 - Question ouverte

Het metriek stelsel - lengte

Slide 27 - Diapositive

zet de lengte maten in de goede volgorde van groot naar klein
km
hm
dam
m
dm
cm
mm

Slide 28 - Question de remorquage

Hoe bereken je de oppervlakte?
A
lengte x breedte
B
lengte x breedte x hoogte
C
alle zijden bij elkaar optellen
D
lengte + breedte

Slide 29 - Quiz

Wat is de oppervlakte van dit weiland?
A
30m3
B
35m
C
35m2
D
300m2

Slide 30 - Quiz

Wat is de inhoud van deze kubus?
A
1 dm3
B
1 dm2
C
1 m3
D
1 liter

Slide 31 - Quiz


Wat is de omtrek in cm?
A
120 mm
B
210 mm
C
12 cm
D
21 cm

Slide 32 - Quiz

Welke figuren zijn vlakke figuren?
A
2, 7, 8
B
1, 3, 4, 5
C
1,3,8
D
geen

Slide 33 - Quiz

Dit vlakke figuur heeft 4 zijden, alle zijden zijn even lang en de hoeken zijn niet recht.
A
Vierkant
B
Ruit
C
Rechthoek
D
Vlieger

Slide 34 - Quiz

Rechthoek
Cirkel
Cilinder
Kegel
Kubus

Slide 35 - Question de remorquage

Welke figuur staat hier
afgebeeld? --->
A
Bol
B
Cirkel
C
Cilinder
D
Pyramide

Slide 36 - Quiz

1 kwartaal = 
1 uur
Koppel de juiste tijdseenheden !
1 eeuw =
1 jaar =
3 maanden
100 jaar
52 weken
3 600 sec

Slide 37 - Question de remorquage

Sleep de juiste breuken naar elkaar.
4
6
3
9
12
6
6
4
1   2
    4
2
 1  
 3
2
3

Slide 38 - Question de remorquage

Hoeveel procent is 1/4?
A
20%
B
50%
C
25%
D
40%

Slide 39 - Quiz

Hoeveel procent is 50 van 250?
A
0,2 %
B
20 %
C
1,6 %
D
160 %

Slide 40 - Quiz

Cirkeldiagram
Staaf diagram
Lijndiagram
Steel-bladdiagram

Slide 41 - Question de remorquage

Slide 42 - Diapositive

Fijne Vakantie!!!

Slide 43 - Diapositive