02_11_video_la_cocina

En la cocina
Clase de escuchar
1 / 22
suivant
Slide 1: Diapositive
SpaansMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 2

Cette leçon contient 22 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

En la cocina
Clase de escuchar

Slide 1 - Diapositive

Objetivo de la clase
Ik kan in een video door te kijken en luisteren woorden herkennen uit mijn leerstof en hier vragen over beantwoorden. 

Slide 2 - Diapositive

Video: La comida
We gaan naar een video kijken over een meisje die een tour geeft door haar keuken. Jullie beantwoorden op je laptop meerkeuze vragen over de video. 

Slide 3 - Diapositive

13

Slide 4 - Vidéo

Woordenlijst uit video

La comida                               tomar 
La manzana                            La lechuga
La naranja                                La papa
El pescado                               El té
La sal
La fruta
El huevo
El pescado
La verdura
El agua
La carne
El jugo de manzana






Hoeveel woorden kan je nu vertalen?? 

Slide 5 - Diapositive

00:19
Wat betekent: 'la comida'?
A
de keuken
B
het eten
C
eten
D
de koelkast

Slide 6 - Quiz

00:51
"En la cocina hay fruta, verdura y carne"
A
In de keuken vind je fruit, groente en vlees
B
In de keuken vind je fruit, brood en water
C
In de keuken vind je fruit, groente en bonen
D
In de keuken vind je fruit, kaas en water

Slide 7 - Quiz

01:06
Hun favoriete fruit is: manzana y naranja. Wat zijn dat?
A
appel en banaan
B
peer en mango
C
banaan en kiwi
D
appel en sinaasappel

Slide 8 - Quiz

01:16
"Lechuga para la ensalada". Wat is 'lechuga'?
A
groente
B
salade
C
sla
D
melk

Slide 9 - Quiz

01:25
Wat is vis in het Spaans?
A
sardina
B
pescado
C
camarones
D
mar

Slide 10 - Quiz

01:49
Wat zijn 'eieren' in het Spaans?
A
pan
B
eggos
C
verduras
D
huevos

Slide 11 - Quiz

02:17
Wat is 'water' in het Spaans?
A
agua
B
leche
C
vino
D
arroz

Slide 12 - Quiz

02:21
Wat is 'jugo de manzana'?
A
wijn
B
j'us
C
appelsap
D
limonade

Slide 13 - Quiz

02:37
hoe zeg je: thee drinken
A
comer té
B
tomar té
C
lavar té
D
cortar té

Slide 14 - Quiz

03:08
Wat zijn: papas?
A
vader
B
aardappelen
C
wortels
D
paprika

Slide 15 - Quiz

03:37
Wat het 'zout' in het Spaans?
A
sal
B
pimienta
C
azúcar
D
cilantro

Slide 16 - Quiz

03:47
Wat betekent: fruta y verdura?
A
fruit en groente
B
fruit en eieren
C
fruit en kaas
D
fruit en vlees

Slide 17 - Quiz

03:52
Wat is 'pescado'?
A
ham
B
groente
C
vlees
D
vis

Slide 18 - Quiz

Woordenlijst uit video

La comida                               tomar 
La manzana                            La lechuga
La naranja                                La papa
El pescado                               El té
La sal
La fruta
El huevo
El pescado
La verdura
El agua
La carne
El jugo de manzana


Vertaling

Het eten                     drinken
De appel                     de sla
De sinaasappel.      De aardappel
De vis                           De thee
Het zout  
Het fruit
Het ei
De vis
De groente
Het water
Het vlees
Het appelsap

Slide 19 - Diapositive

Opdracht
Maak nu uit je mapje voor Spaans opdracht 5 op pagina 40. Je hebt 5 minuten, daarna bespreek ik de opdracht klassikaal. 

Gebruik hierbij je leerstof op pagina 47, 48, 49
timer
5:00

Slide 20 - Diapositive

Evaluatie lesdoel: Ik kan in een video door te kijken en te luisteren woorden herkennen uit mijn leerstof.
😒🙁😐🙂😃

Slide 21 - Sondage

Fin de la clase

Gracias! 

Adiós! 

Slide 22 - Diapositive