Qu'est-ce que LessonUp
Rechercher
Canaux
Connectez-vous
S'inscrire
‹
Revenir à la recherche
TALENT 6 : Thema 4 : In de hoofdrol (Woordenschat)
TALENT 6 : Thema 4 : In de hoofdrol (Woordenschat)
1 / 29
suivant
Slide 1:
Diapositive
Cette leçon contient
29 diapositives
, avec
quiz interactifs
et
diapositives de texte
.
Commencer la leçon
Partager
Imprimer la leçon
Éléments de cette leçon
TALENT 6 : Thema 4 : In de hoofdrol (Woordenschat)
Slide 1 - Diapositive
Doelen van de les :
- Woordenschat kunnen uitleggen / herkennen
- Woordenschat gebruiken in een zin
- Synoniemen kunnen geven
- Uitdrukkingen kunnen uitleggen
- Letterlijk / figuurlijk herkennen
Slide 2 - Diapositive
Wat betekent 'stemverheffing'?
A
Versterken van de zangstem
B
Aanpassen van stemgeluid
C
Verhogen van de stemhoogte
D
Verlagen van de stemtoon
Slide 3 - Quiz
Zeg het in 1 woord : 'In kracht verminderen'
Slide 4 - Question ouverte
Geef een synoniem voor 'zigzaggen'
A
Vastlopen
B
Slalommen
C
Rechtdoor gaan
D
Buigen
Slide 5 - Quiz
Vul dit juist aan :
Een diepe ........... ..............
Slide 6 - Question ouverte
Hoe staat het in de tekst ?
Marie verstopt zich achter Fatima
Slide 7 - Question ouverte
Wat is een tegenstelling voor 'zielig'?
A
Triest
B
Sterk
C
Moedig
D
Huilerig
Slide 8 - Quiz
Wat is een voorbeeld van een hindernis?
A
Een rechte weg
B
Een open veld
C
Een vlakke weg
D
Een hoge muur
Slide 9 - Quiz
Wat is een ander woord voor 'zwengelen'?
A
stoppen
B
optillen
C
bewegen
D
verhogen
Slide 10 - Quiz
Wat betekent 'zich bedenken'?
A
Om iets te plannen.
B
Om iets te bedenken.
C
Om iets te vergeten.
D
Om van mening te veranderen.
Slide 11 - Quiz
Wanneer heb jij je een keertje 'bedacht' ? Beschrijf 1 voorbeeld
Slide 12 - Question ouverte
Wat is de infinitief van het werkwoord 'vermeed' ?
Noteer de infinitief
Slide 13 - Question ouverte
Wat betekent 'een hoofd als een tomaat hebben'?
A
Van tomaten houden
B
Ziek zijn
C
Bloemig en rood zijn
D
Vrolijk zijn
Slide 14 - Quiz
Hoe is in deze tekst 'een hoofd als een tomaat' gebruikt ?
Letterlijk of figuurlijk ?
Slide 15 - Question ouverte
Wat betekent 'het uitproesten'?
A
Lachen tot je bijna niet meer kunt
B
Zachtjes huilen
C
Rustig nadenken over iets
D
Moeten hoesten
Slide 16 - Quiz
Wat is een synoniem van 'het liep mis'?
A
Het ging verkeerd
B
Het was een succes
C
Naar de kerk gaan
D
Het was perfect
Slide 17 - Quiz
Wat kan 'drummen' NIET betekenen ?
A
Het spelen op een drumstel
B
Een boek lezen
C
Dicht bij elkaar gaan staan
D
Dansen op het ritme
Slide 18 - Quiz
Wat betekent : 'Er spookte een tafereel door zijn hoofd'
A
Hij zag een spook
B
Er kwam een gedachte in hem op
C
Er zat een spook op de tafel
D
Er kwam een spook in zijn dromen voor
Slide 19 - Quiz
Wat betekent dreunen?
A
Een liedje horen
B
Een soort dans
C
Een schokkerige beweging
D
Een doordringend geluid horen
Slide 20 - Quiz
1. Hij stond op de uitkijk, hij ..... de jongen aan de overkant.
2. Hij ..... dat de situatie veranderd was.
3. Dit vindt hij geen prettige situatie hij ....
4. Na die marathon .... hij net over de eindmeet.
bemerkt
maakt zich snel uit de voeten
strompelt
bespioneerde
Slide 21 - Question de remorquage
Welke uitdrukking hoort bij de afbeelding ?
Slide 22 - Question ouverte
Wat betekent 'moed krijgen'?
A
Verliezen van zelfvertrouwen
B
Durven handelen in moeilijke situaties
C
Zich vermannen
D
Afwachten zonder actie
Slide 23 - Quiz
Welke term kan scènes vervangen?
A
personages
B
avonturen
C
dialogen
D
momenten
Slide 24 - Quiz
1. Op woensdag, verscheen de eerste ..........
2. Ze .......... hem volledig.
3. Hij vond het zo leuk, dat hij .............. mee deed.
4. Tijdens het protest ................ ze verschillende slogans.
negeert
trailer
spontaan
scandeert
Slide 25 - Question de remorquage
Wanneer 'huivert' iemand meestal?
A
Tijdens een feest
B
Bij koude temperaturen
C
Bij angst of schrik
D
Bij blijdschap
Slide 26 - Quiz
Wat betekent 'zichzelf iets wijsmaken'?
A
Iets aan anderen vertellen
B
De waarheid vertellen
C
Leugens vertellen
D
Jezelf iets laten geloven
Slide 27 - Quiz
In de tekst wordt 'verscherpen' gebruikt.
Hoe zou je het woord met 'hard' samenstellen ?
Slide 28 - Question ouverte
Wat is een synoniem voor 'commentaar'?
A
vraag
B
taak
C
opmerking
D
opdracht
Slide 29 - Quiz
Plus de leçons comme celle-ci
TALENT 6 : Thema 3 : Les 3 : Berichten uit het verleden, de Tweede Wereldoorlog (woordenschat)
Décembre 2024
- Leçon avec
14 diapositives
Nederlands
Lager onderwijs
TALENT 6 : Thema 2 : Les 3 : Twee vogels op een bank (woordenschat)
Octobre 2024
- Leçon avec
14 diapositives
Nederlands
Lager onderwijs
Kidsweek woordenschat week 5 A + B + C
Avril 2024
- Leçon avec
16 diapositives
Woordenschat
Lager onderwijs
Joris en de geheimzinnige toverdrank
Avril 2024
- Leçon avec
22 diapositives
Woordenschat
Nederlands
Lager onderwijs
KIDSWEEK 42 / 43 : Boze klanten bij de zelfscan (woordenschat)
Décembre 2024
- Leçon avec
15 diapositives
Nederlands
Lager onderwijs
T6L5: Het neusje van de zalm
il y a 27 jours
- Leçon avec
17 diapositives
Nederlands
Lager onderwijs
T6L5: Het neusje van de zalm
Février 2023
- Leçon avec
17 diapositives
Nederlands
Lager onderwijs
KIDSWEEK C WEEK 44/45: Wat een weer ! (woordenschat)
il y a 29 jours
- Leçon avec
15 diapositives
Nederlands
Lager onderwijs