Herhaling ch.3

Lessenup.

- Gemaakt door: Gilles Rijnberg

- Datum

- Klas: 2h.

Progamma

- Pak alvast je boek want we beginnen met leren van woorden en zinnen - Open Verbuga/WRTS.

- Daarna gaan we het hebben over (ce/cet/cette/ces).

- 3 vragen over ce/cet/cette/ces (Oefenen)

- Daarna ga ik een uitleg geven over (verbes pouvoir et vouloir).

- 3 vragen over pouvoir et vouloir.

- Als laatste een afsluitsvraag!

Accro

1. Beroemd
2. Kraai
3. Verslaafd
4. Meerdere

Premier, Première

1. Premiere
2. Uitgeven
3. De straat
4. Eerste

Plusieurs

1. Meerdere
2. Geboren
3. Voor
4. Plus

Il coute combien

Tu fais quelle taille?

Uitleg ce/cet/cette/ces.

Ce = Mannelijk enkelvoud

Ces = Meervoud mannelijk en vrouwlijk.

Cette = Vrouwlijk enkelvoud.

Cet = Mannelijk met H of klinker.

.... pull est bleu.

1. Ce
2. Cet
3. Cette
4. ces

..... Hôtel est beau.

1. ce
2. cette
3. cet
4. ces

.... femme est sympa.

1. cet
2. ces
3. ce
4. cette

Vouloir:

Je veux - Ik wil.

Tu veux - Jij wilt.

Il/elle veut - Hij/Zij wil.

Nous voulons - Wij willen.

Vouz voulez - Jullie willen / u wilt.

Ils/elles veulent - zij willen.

- Onregelmatig

Pouvoir:

Je peux - ik kan.

Tu peux - jij kunt. 

Il/elle peut - Hij/zij kan/mag.

Nous pouvons - Wij kunnen/mogen.

Vouz pouvez - Jullie kunnen/ mogen/u kunt/mag.

Ils/elles peuvent - Zij kunnen/mogen.

- Onregelmatig

Nous voulons

1. Zij willen
2. Zij kunnen
3. Wij willen
4. Wij kunnen.

Ils peuvent

1. zij willen
2. wij kunnen
3. wij willen
4. hij wilt

Il peut

1. Ik kan
2. Hij kan/mag
3. Wij kunnen
4. Zij kunnen

Je veux un nouveau pull.