frans

programma
1. woorden
2. zinnen
3. ce/cet/cette/ces uitleg
4. opdrachten over cet
5. uitleg pouvoir/voulior
6. afsluiting
1 / 11
suivant
Slide 1: Diapositive
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

Cette leçon contient 11 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 15 min

Éléments de cette leçon

programma
1. woorden
2. zinnen
3. ce/cet/cette/ces uitleg
4. opdrachten over cet
5. uitleg pouvoir/voulior
6. afsluiting

Slide 1 - Diapositive

een paar vragen over de woorden en zinnen
seul(e)
un peu
et toi
vertaal: gaan we dit weekend naar de stad?
vertaal: welke maat heb je
vertaal: hij houdt van sport en videogames

Slide 2 - Diapositive

Slide 3 - Vidéo

uitleg ce cet cette en ces
bij een mannelijk enkelvoud woord gebruik je CE.
bij een mannelijk woord met de h/klinker gebruik je CET.
bij een vrouwelijk woord gebruik je CETTE.
en bij meervoud gebruik je CES

Slide 4 - Diapositive

Welke aanwijzend voornaamwoord moet je gebruiken voor een zelfstandig naamwoord ... 
mannelijk enkelvoud
vrouwelijk enkelvoud
Meervoud 
Ce
Cette 
Ces
Cet

Slide 5 - Question de remorquage

enkelvoud
meervoud
mannelijk

mannelijk met h of klinker
vrouwelijk

ce
ces
ces
ces
cet
cette

Slide 6 - Question de remorquage

ze lijken erg op de 2 rijdjes van avior en etre 

Slide 7 - Diapositive

2. Zet in de goede volgorde bij het juiste werkwoord
VOULOIR
POUVOIR
je veux
tu veux
il/elle/ on veut
nous voulons
vous voulez
ils/elles veulent
je peux
tu peux
il/elle/on peut
nous pouvons
vous pouvez
ils/elles peuvent

Slide 8 - Question de remorquage

Verdeel de vervoegingen
Vouloir
Pouvoir
Nous voulons
We kunnen
Je peux
Tu veux
Hij mag
U wilt

Slide 9 - Question de remorquage

Sleep de vervoeging naar het juiste werkwoord
Vouloir
Pouvoir
Veux
Voulons
Peux
Pouvez
Peuvent
Veut
Veulent
Pouvons

Slide 10 - Question de remorquage

Einde

Slide 11 - Diapositive